Sport

Sfeerverslag: On tour naar Real Madrid – Ajax

09-12-2012 15:38

Het is maandag 3 december en mijn vader en ik vliegen vandaag naar Madrid. De volgende dag zullen we in het stadion aanwezig zijn bij Real Madrid – Ajax. Dit is mijn verjaardagscadeau, een mooier cadeau kun je je zoon niet geven. 

Snuiffies
Wat ik vooraf vreesde wordt waarheid; we zitten bij Ajax-fans in het vliegtuig. En dan niet de Ajax-fans zoals ik zelf, maar de snuiffies. Vrouwelijke snuiffies. Een paar rijen achter me zitten ze om 11 uur ’s morgens aan de wodka. Op één meisje haar onderrug prijkt een ‘AFCA’-tattoo. Dan weet je al genoeg. Voordat we ook maar een meter in de lucht waren riep deze mevrouw al teksten als ‘wie wil me neuken? Wie??’. Het jongetje van 7 jaar twee rijen voor haar keek vragend naar zijn moeder, die zich op dat moment even niet in dit vliegtuig wenste. Tijdens de vlucht werden andere termen als ‘kankerhond’, wederom ‘neuk me!’ en ‘alles kan kapot’ lukraak het vliegtuig ingegooid. Thank god, we zijn er.

De wedstrijddag
Het is dinsdag 4 december, de dag van de wedstrijd. Ajax hoeft niet te winnen vanavond, zo lang Manchester City maar niet wint van Borussia Dortmund. Dan is de Europa League gehaald, een prestatie van weleer in deze ‘poule des doods’. Overdag is de sfeer in Madrid goed. Op het centrale plein van Madrid wordt een demonstratie gehouden. De Spaanse ME is aanwezig en de demonstranten maken een hoop herrie. Nog geen vijftig meter verderop zit een groepje Ajax-fans rustig een biertje te drinken. Ik had niet eens iets van Ajax aan, toch werd ik herkend als Hollander – niet gek gezien mijn blonde kuif – en dus als Ajacied. Je groet elkaar.

Nog drie uurtjes te gaan tot de wedstrijd. De spanning neemt langzaam toe. Overdag zijn we al in het immense Estadio Santiago Bernabeu geweest. Wat een prachtig stadion is dat. De kleedkamers waren helaas gesloten in verband met de wedstrijd, wel konden we in de dug out zitten en het indrukwekkende prijzenmuseum bewonderen. Maar goed, we waren er dus al even geweest en weten waar we moeten zijn. In de metro verwacht ik een horde Ajax-fans, schreeuwend en zingend onderweg naar het stadion. Niets is minder waar. Een lege metro, waar ik met mijn Ajax-sjaaltje vreemd wordt aangekeken. Iemand merkt er nog iets op aan, in onverstaanbaar Spaans. Gracias.

Bij het stadion aangekomen is het druk. Nietsvermoedend lopen wij naar een cafeetje, waar wij nog even snel een biertje willen drinken. Een Spaanse politieagent spreekt ons aan. Of wij snel door willen lopen naar Toren D, daar waar alle Ajacieden verwacht worden. In het Engels probeer ik hem uit te leggen dat wij in het thuisvak zitten. Hij begrijpt er niets van en drie collega’s komen er bij staan. Of hij de kaartjes even mag zien. Hij lijkt het eindelijk te snappen. Of we met een grote boog om de straat rechts naast het stadion willen lopen, daar zijn namelijk de fanatieke Madrid-fans. We doen het maar.

Aan de andere kant van het stadion drinken we een biertje. Met ons nog een aantal Ajacieden, maar echt druk is het qua Amsterdamse fans niet. Even later horen we voor de VIP-ingang Ajacieden zingen: ‘Van der Sar, wie kent hem niet, Van der Sar is een echte Ajacied’. Ook de nieuwe directeur marketing is dus aanwezig. Snel lopen wij er heen, om nog even te kijken of er meer bekenden voorbij komen. Helaas.

Zo’n drie kwartier voor de wedstrijd lopen wij het stadion binnen. In ons vak zitten we naast een stel uit Nederland. Gelukkig, we zijn niet de enige Hollanders in het Madrid-vak. Later zal daar nog een handjevol Ajax-fans bijkomen. Naast mijn vader ploffen twee veel te dikke Spanjaarden neer. Ik verdenk ze ervan hun vrouwen opgegeten te hebben. Beiden nemen ongeveer twee stoeltjes in beslag en het is plotseling proppen.

De wedstrijd
Ajax heeft op het veld niets te vertellen, Real is oppermachtig. Binnen no-time staat het 2-0 en is de wedstrijd gespeeld. Ik geniet met volle teugen van Ronaldo. Jezus, wat is die man goed. Ik heb regelmatig iets op hem aan te merken, en dan vooral op zijn gedrag, maar zo in het echt blijkt maar weer dat hij fantastisch kan voetballen. Op Livescore.nl zie ik dat Dortmund – City nog 0-0 is.

De Ajax-fans zingen. De Madrid-fans reageren slechts. Als ze in het uitvak schuin tegenover mij weer eens een lied instarten, beginnen de Madrilenen plots ook te zingen. En dan alleen één vak, rechts achter het doel. De rest van het publiek houdt zich stil en trekt nog eens een zakje zonnebloempitten open. Na een mislukte actie van Ronaldo begint het Ajax-publiek uitdagend ‘Messi, Messi, Messi’ te zingen. De Real-fans schrikken wakker. Het hele stadion begint te fluiten en de vetklep naast ons blijkt ineens ook te kijken. ‘Hijo de puta!’, schreeuwt hij woest met volle mond. Ik vind het prachtig.

De wedstrijd eindigt in 4-1, wij hebben nog kunnen juichen bij een goal van Boerrigter. Dortmund wint met 1-0 van City en Ajax is geplaatst voor de Europa League. Ik heb vijf goals gezien en ben tevreden. Na afloop drinken wij in een café een biertje met twee Amerikanen. De Ajax-fans waren volgens hen het hoogtepunt van de avond. Buiten het stadion word ik nog even vergeleken met Tobias Sana – wegens de haardracht, denk ik? “Veel slechter zul je vast niet zijn!” We gaan daarna gauw slapen, dromen over twee prachtige dagen in Madrid.