Supermarkt gigant Wal-Mart ving bot met lobbyen in India. De keten was uit op “een grotere toegankelijkheid op de markt voor investeringen in India” en schuwde daarbij geen omkopingen en het uitoefenen van invloed op politici.
Slechts twee maanden nadat India de markt opengooide voor buitenlandse ondernemingen, klopte Wal-Mart al aan. Zonder degelijke research: India nam in 1967 al een wet aan waarin de invloed van grote bedrijven op de politiek werd verboden én het land is geobsedeerd door het strijden tegen corruptie. De pogingen van de Amerikaanse supermarkt om bepaalde sleutelfiguren op de juiste plaats in het parlement te krijgen, werden dan ook met scheve ogen aangekeken.
“Lobbyen is niets meer dan een goedaardige vorm van omkoping”, zegt Ravi Shankar Prasad, de wetgever van de nationale oppositiepartij, de BJP. “We willen dat alle ontvangers van geld van deze lobby worden geïdentificeerd. En totdat dit voorbij is, moet de overheid wachten met de beslissing om Wal-Mart toe te laten in India.”
Engels
Een leider van de regerende Congrespartij Jagdambika Pal probeerde uit te leggen dat Wal-Mart tevergeefs had gelobbyd bij de Amerikaanse senatoren, niet met de Indiase politici.
Een andere partijleider pakte het corruptieschandaal iets praktischer aan: “Geen Samajwadi partijlid kan worden gelobbyd door Wal-Mart, want we hebben geen leider die Engels spreekt,” aldus Mohan Singh, doelende op zijn partij die de noordelijke Hindi-sprekende deelstaat Uttar Pradesh regeert.