Eerder dit jaar kwam het boek Sociaal kapitaal van David Kok uit. Kok schrijft over de meerwaarde van sociale media voor gemeenten. In 2011 deed hij hier al onderzoek naar, en nu schreef hij met een grote groep auteurs een boek over wat gemeenten aan sociale media hebben. Dit boek bevat veel praktische lessen over sociale media, maar bovenal is het een belangrijk document in de doorlopende discussie over de meerwaarde van sociale media voor de relatie tussen burgers en overheden. Het boek laat namelijk zien dat hier nauwelijks discussie over bestaat: er bestaan alleen verkooppraatjes.
Kok heeft een groot aantal auteurs bereid gevonden mee te doen aan zijn zoektocht naar wat gemeenten met sociale media kunnen doen. De ene auteur noemt zich sociale media strateeg, de ander is gespecialiseerd in social networking, en weer anderen adviseren over thema’s als online overheidscommunicatie, informatievoorziening binnen de overheid, zoekmachineoptimalisatie, sociale media-monitoring, webcare, het nieuwe werken, online gemeenschappen, open innovatie, smart cities en crisiscommunicatie.
Iets verkopen
Natuurlijk laat dit zien dat de auteurs ervaring hebben met het thema waar ze over schrijven, maar hebben ze ook een kritische blik? De auteurs zijn allemaal erg positief over de rol die sociale media voor overheden hebben, en op enkele wetenschappers en docenten na hebben zij allemaal iets te verkopen. Ze geven adviezen over sociale media of zijn in te huren voor presentaties en workshops.
Hoe zeker kunnen we zijn? Weten we zeker dat sociale media de communicatie met de burger verbeteren? Is er bewijs dat een crisis in bedwang gehouden kan worden met sociale media? Wat is de meerwaarde van sociale netwerken voor overheidsdienstverlening? Staat vast dat sociale media de interne communicatie binnen organisaties verbeteren en dat webcare positief uitpakt voor de publieke perceptie van de eigen organisatie? Hoeveel zekerheid is er dat sociale media functies kunnen vervullen of overnemen die traditionele media in het verleden niet of nauwelijks konden vervullen?
Geen zekerheid
Het antwoord op al deze vragen ligt voor de hand: zekerheid hebben we niet, want dit is een nieuw vakgebied, er is weinig onderzoek en de praktijkervaring is beperkt. Maar in dit boek staat nergens duidelijke twijfel. Soms wel wat kanttekeningen, maar nooit fundamentele, want als er echte twijfel ontstaat over de meerwaarde van al deze nieuwe media, gaan potentiële opdrachtgevers denken dat ze er geen advies over hoeven te hebben en zitten de auteurs zonder werk. En dus moet steeds weer benadrukt worden dat sociale media effectief zijn. Voor eigenlijk alles.
Dit is zelfs terug te zien in de bijdragen van wetenschappers. Zij lijken geselecteerd op hun vermogen de meerwaarde van sociale media positief te framen. Ook zij benadrukken kansen, ideeën en mogelijkheden maar nergens wordt een poging gedaan om de voor- en nadelen tegen elkaar af te zetten. En dit terwijl er toch veel vragen zijn, bijvoorbeeld of langdurig bestaande problemen in de representatieve democratie opgelost kunnen worden door technologische tools. Dat is in het verleden nog nooit gelukt, al waren ook toen de verwachtingen hoog.
Dit boek is bedoeld voor lezers die positief gestemd willen blijven over sociale media. De vraag die rest is: is het verstandig om de positieve kanten van sociale media zo te benadrukken? Ik zou zeggen: nee, want als je al deze adviezen uitvoert komen vanzelf ook negatieve aspecten naar boven. Een goede adviseur zou de klant daarvoor waarschuwen.
Chris Aalberts schreef met Maurits Kreijveld ‘Veel gekwetter, weinig wol’ over de inzet van sociale media door overheid, politiek en burgers.