Per 1 januari 2013 is de ‘nationale politie’ een feit. Kwartiermaker en aanstaand nationaal korpsleider Gerard Bouman begrijpt dat “medewerkers soms onrustig [worden] van de enorme operatie die ons de komende jaren wacht.” ‘Soms onrustig’ is behoorlijk zacht uitgedrukt. Jarenlang zijn bij de politie twee zorgelijke ontwikkelingen onvoldoende geadresseerd waardoor deze bij de invoering van de nationale politie grote risico’s vormen.
Eerste risico: Adidas netwerk
De problemen van de politie met diens IT-systeem zijn alom bekend. Het volgende voorbeeld illustreert in hoeverre de meest simpele plannen vanuit Den Haag praktisch haast onmogelijk blijken. Zo werd vorige maand bekend dat “de meest gebruikte vorm van beeldoverdracht van particulieren naar de politie (…) via het Adidas-netwerk [is]: je trekt je gympen aan en je brengt de DVD naar het dichtstbijzijnde politiebureau”. Eenmaal op het bureau aangekomen is het nog maar de vraag of het beeldmateriaal kan worden afgespeeld. Vaak mogen agenten geen software downloaden, dus ook geen alternatieve mediaplayers. Dit komt er op neer dat de dvd’s vaak moeten worden bekeken op de dvd-speler thuis of de privé laptop. Ondertussen staat er in het regeerakkoord dat “publieke- en private toezichthouders (…) camerabeelden van delicten en incidenten direct [gaan] doorsturen naar de meldkamer van de politie”. De politie is dus niet uitgerust met het materieel dat nodig is om een (relatief simpele) taak uit het regeerakkoord uit te voeren.
De IT-voorzieningen die zijn bedoeld om de agent efficiënter te laten werken kosten de agent alleen maar extra werktijd. De voorziening tot samenwerking Politie Nederland (vtsPN) reageerde op de kritiek vanuit de organisatie op zijn Gerard Boumans, want “administratieve chaos zijn wel erg grote woorden (…) [het is] onwennigheid.(…) Daar moet je met z’n allen even doorheen.” Ondertussen maakte het nieuwe IT-systeem verkeerde koppelingen, raakten gegevens zoek (soms hele dossiers) of zorgden de verkeerde koppelingen ervoor dat personen onterecht als ‘verdachte’ in het systeem staan. Hierdoor zijn de politieagenten onder extra tijdsdruk komen te staan. Zo gaf 70% van de agenten in een enquête aan geen tijd meer te hebben voor ‘normaal politiewerk’.
Het niet functioneren van het systeem zorgde ook voor een reëel gevaar op de werkvloer: cruciale informatie (bijvoorbeeld of een persoon vuurwapengevaarlijk is of niet) kwam niet altijd vanuit de meldkamer bij de agenten op straat terecht. Het risico van een onvoldoende presterende informatievoorziening bij de politie is van levensbelang. Wanneer de kleinste dagelijkse taken (zoals het ter beschikking krijgen van beeldmateriaal) al in de praktijk onuitvoerbaar blijken, zal het uitrollen van een nationale politie voor 105 miljoen euro neerkomen op Sisyphus-arbeid. Er komen namelijk géén extra agenten bij, er wordt bezuinigd op de Politie Academie, de informatievoorziening is ontoereikend en het personeel is overbelast: zo waren alle korpsen die een bezoekje kregen van de arbeidsinspectie in overtreding, waar ze voor werden beboet. Tegelijkertijd wordt er wel extra aandacht van personeel gevraagd bij het op touw zetten van een nationale politie.
Tweede risico: Batman mandaat
In het nieuwe regeerakkoord wordt er ‘meer blauw op straat’ aangekondigd. Maar dit betekent niet per se ook meer agenten. Want, zo constateerde Fred Teeven, “de middelen bij de rijksoverheid [zijn] de komende tien jaar niet zo (…) dat we heel veel geld kunnen uitgeven aan extra ordehandhaving.” De nationale politie is dan ook te zien als een bezuinigingsmaatregel, er is een grote kans dat enkele korpsen zullen verdwijnen. Gevolg hiervan is dat de politie verder van de burger zal af komen te staan. Om dit te ondervangen zijn er wel mensen nodig voor de relatief kleinere vergrijpen. Het zal hierbij met name gaan om meer Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA) en beveiligers op straat met ook meer bevoegdheden maar ook bijvoorbeeld door burgers in te schakelen via een Burgernet of ‘anonieme’ kliklijnen.
De gemeente Amsterdam heeft na enkele problematische arrestaties de BOA’s op ‘opfriscursus’ gestuurd. Zo moesten zij behendiger worden met het gebruik van handboeien en wat minder schelden. De BOA’s werken volgens een gemeentewoordvoerder onder ‘extreme druk’. Deze ‘extreme druk’ van bepaalde handhavingswerkzaamheden is ook precies de reden waarom aspirant politieagenten niet alleen een fysiek maar ook een psychologisch toelatingsexamen moeten afleggen tijdens de sollicitatieprocedure. Ook worden zij opgeleid in zelfverdediging en weerbaarheid onder extreme omstandigheden. Het idee dat ambtenaren met een opleiding en certificaat even professioneel zullen handhaven als politieagenten is onjuist en legt een onnodige druk op personeel. Toch is het uitbreiden van bevoegdheden voor BOA’s een kwestie van tijd. Zowel voormalig coördinator terrorismebestrijding Tjibbe Joustra als procureur-generaal van het OM Brouwers riep herhaaldelijk op tot het uitbreiden van bevoegdheden. Volgens het regeerakkoord zullen de “bevoegdheden en uitrusting van lokale toezichthouders en handhavers (BOA’s) beter [worden] geregeld.”
Goed functionerende politie dient topprioriteit liberaal kabinet te zijn
Deze twee trends zijn zeer zorgelijk. De politie is namelijk dermate uitgehold – zowel qua materieel als bemanning – dat zij haar basistaken niet eens meer kan uitvoeren. In plaats van deze problematiek structureel aan te pakken, wordt er alweer een nieuwe reorganisatie doorgevoerd: de nationale politie. Om deze groeiende afstand tussen burgers en politie te ondervangen worden politietaken steeds vaker uitbesteed aan particulieren en BOA’s. Dit is eveneens onwenselijk: er is een reden waarom de politie is uitgerust met het geweldsmonopolie, onder de strikte voorwaarden van fysieke en psychische geschiktheid en adequate training.
Veiligheid is de belangrijkste prioriteit van een liberale overheid. Toch wordt er vooral stoere taal gesproken, van “vandalen gaan betalen” tot de dood zien als ‘inbrekersrisico’. Dat is natuurlijk allemaal mooi, maar de burger koopt er weinig voor als de pakkans voor de vandaal in kwestie nihil is en hij, geconfronteerd met een inbreker, langer dan een kwartier moet wachten tot de politie eindelijk eens komt aanzetten.
Dieuwertje Kuijpers is wetenschappelijk medewerker van de Teldersstichting. Dit is een verkorte versie van het artikel “Met uithollen politie wordt liberale kerntaak verzuimd”, dat onlangs verscheen in het decembernummer van het tijdschrift Liberaal Reveil.