Rock ’n Roll is alles wat puur en oprecht aan muziek is. Dat wat muziek hard en rauw maakt. Niet alleen alles wat klank en sound betreft, ook alles erom heen. De attitude. De rol. Het spel. Het slopende. Rock ’n Roll is het leven voor je podiumact. Ook als het geen act is. In de jaren ’50 had men een vetkuif, in de jaren ’60 en ’70 was men altijd fatsoenlijk high en in de jaren ’90 droeg men een flanellen hemd om de torso. Dat alles met een gitaar in de knuisten en dezelfde insteek: Rock ’n Roll. Zelfs de glamrockers uit de jaren ’80 waren Rock ’n Roll, want die meenden het allemaal niet zo glam (toch?).
Na de oorlog
Je kan veel zeggen over de generaties voor ons – en laat ik dat voorlopig nou maar overlaten aan de rest die voor DeJaap schrijft – maar het leveren van Rock ’n Rollers kónden ze. De naoorlogse geborenen wisten en weten als geen ander hoe je gitaarmuziek als gitaarmuziek moest laten klinken in plaats van als een betraand kampvuurliedje en schroomden bovendien niet om zo nodig de boel aan gort te slaan, spelen en snuiven. Velen van hen doen het overigens nog steeds, zij het vol gas, zij het aan de beademing. Doordrenkt van valse ijdelheid en slechte drugs verblij(d)den zij onze aardkloot en hitlijsten met pure en keiharde Rock ’n Roll: van The Stones naar Herman Brood en van Barry Hay tot aan Jack White. Bloed aan gitaren, drank aan de muur, kogel door het hoofd. Zij konden en kunnen dat. Wij niet.
Mijn generatie
Nee. Mijn generatie (geboren rond ’90), ik zal het maar eerlijk zeggen, heeft een Rock ’n Roll-gehalte wat lager ligt dan het relativeringsvermogen van de gemiddelde religieus fundamentalist. Mijn generatie weet niet wat Rock ’n Roll is. Mijn generatie denkt dat het Rock ’n Roll is om zeven dezelfde gitaren in allerlei verschillende kleuren en lakjes te hebben. Bij elke v-hals een andere tint gitaar. Mijn generatie denkt dat het Rock ’n Roll is om backstage oprecht om een fruitsalade te vragen (Hallo’tjes, Go Back To The Zoo!). Mijn generatie schrijft vrolijke gitaarliedje over liefde. Mijn generatie meent er niks van. Teksten: dramatisch. “Want ja, ik was dus eens verliefd én ik kreeg huisarrest, nou ik had me daar een kutdag.” Gitaarriffs: te “lekker happy”. Drums: drums? Computers!!1! Drugs? Lolwut? Mijn generatie doet gigs op een Spa’tje Rood. Mijn generatie wordt hier in Nederland vertegenwoordigd door nageboorterockers als Only Seven Left, Valerius en Make Believe. Gel in de haren, mooi fel T-shirtje aan, dronken tienermeisje op schoot. Om te huilen.
Rap ‘n Roll
Heeft onze generatie dan helemaal geen rock ’n roll door de aderen sluipen? Jawel! Alleen hebben de vertegenwoordigers hiervan geen gitaar om de sodemieter hangen: zij hebben een microfoon en een beat. Ja, ik bedoel rappers, ja. Zij doen eigenlijk alles was de gitaarbands vroeger deden: sex, drugs & rock ‘n roll. Eminem is de nieuwe Kurt Cobain, Kempi onze eigen Herman Brood. Zwart is het nieuwe wit, rock wordt rap. Rap ’n Roll, ik voel het. Oprecht, puur en net iets te macho. Prachtig. Enige minpuntje is dat ik me er niet mee kan identificeren. Vandaar dat ik nu naast het podium een column zit te schrijven, in plaats van dat ik er op sta met een gitaar om m’n nek. Jup. Rock ’n Roll: voor mij mors- en morsdood.
Tim Hofman werd eerder gecensureerd van 3voor12 en heeft een zus die Roos heet, vandaar dat hij op twitter bekend staat als @debroervanroos.