Deze week was uw verslaggever bij een MBO-instelling in Amsterdam. De scholieren doen er momenteel een project over de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen en dus werd uw verslaggever ingevlogen om iets te vertellen over politiek en media. Het ging ook eventjes over nepnieuws. Op de muur werd een groot plaatje van een boos kijkende Trump geprojecteerd. Uw verslaggever was in een losse bui en zei zoiets als: ‘er zijn kennelijk zo weinig positieve dingen over Trump te melden dat sommige fans maar iets positiefs uit hun duim zuigen. Je moet wat.’
Mag je dat eigenlijk wel zeggen tegen een groep van ruim honderd MBO’ers? Het was een dag nadat Thierry Baudet boos werd op Ivar Gierveld, een docent uit Groenlo die het had gewaagd zijn mening over Baudet in een opdracht te stoppen. De tekst luidde: ‘Als het aan Baudet ligt, moeten we naar een Nederland waarin slechts enkele witte mannen de macht hebben.’ Gierveld zegt dat dit uit de mond van Baudet komt, maar dat klopt niet. Baudet wil wel dat Europa ‘overwegend blank’ blijft, maar hij heeft óók een vrouw en een zwarte man op zijn Amsterdamse kandidatenlijst staan.
Extra op je woorden passen dus als je voor de klas staat? Volgens het trollenleger van Baudet in ieder geval wel, want de tweets over docent Gierveld waren al snel niet meer te tellen. U kent de riedel wel: het onderwijs en haar docenten moeten neutraal zijn, tere kinderzieltjes mogen niet geïndoctrineerd worden en ga zo maar door. Die Ivar Gierveld, die zou eigenlijk ontslagen moeten worden, suggereerde de Amsterdamse FvD-kandidaat Yernaz Ramautarsing. Die uitspraak was zó dom, dat zelfs Ramautarsing er verdomd snel weer op terugkwam.
Natuurlijk is het ongepast dat docenten hun politieke voorkeuren in de klas of in opdrachten laten blijken, zeker als het min of meer verborgen gebeurt. Toch miskent de discussie van afgelopen week een belangrijk punt: politieke thema’s liggen vaak per definitie gevoelig en dus lopen docenten – of ze nou strikt neutraal proberen te opereren of niet – dagelijks op eieren. Als de buitenwereld op elke slak zout gaat leggen, kan en wil niemand meer in het onderwijs werken.
Laten we als voorbeeld nadenken hoe docenten om moeten gaan met partijen die kritisch zijn over de multiculturele samenleving. Moet een docent anti-islam standpunten op dezelfde manier behandelen als alle andere islam-standpunten? Geldt dat ook als er moslims in de zaal zitten? Ik daag je uit aan een zaal met leerlingen met een migratieachtergrond te vertellen dat Baudet vindt dat Nederland ‘overwegend blank’ moet blijven en dan een gezicht te trekken alsof dat een volkomen neutrale uitspraak is die geen betrekking heeft op de leerlingen die tegenover je zitten.
Moeten docenten neutraal praten over het – impliciete dan wel expliciete – idee dat hun eigen leerlingen tweederangs burgers zijn? Is dat een veilige onderwijssituatie? Niemand in het onderwijs vindt dat. En dus kunnen politici als Baudet altijd op docenten blijven schelden: zij zullen Baudets standpunt over een blank Europa nooit neutraal over het voetlicht brengen. Waarom zouden ze? Docenten krijgen te maken met directe reacties van de mensen die het betreft, die het volste recht hebben die reacties te geven en die nog gelijk hebben ook: zij zijn geen tweederangs burgers.
Baudet kan die reacties makkelijk ontlopen, docenten kunnen dat in hun eigen klaslokaal niet.
Natuurlijk moet Ivar Gierveld Baudet beter citeren, maar politici hoeven Gierveld niet op zijn uitglijders aan te spreken. Dat is een zaak voor de schoolleiding, maar juist die zal er de schouders over ophalen want docenten praten en schrijven zoveel, dat men niet op elke brakke, eenzijdige of ongeïnformeerde uitspraak zout kan leggen. Dan blijft er geen docent meer over. Wat dat betreft zijn de reacties van FvD-aanhangers op Twitter angstaanjagend: alsof het functioneren van Gierveld op basis van één dubieuze zin te evalueren zou zijn. En alsof evaluaties van anonieme niet-betrokkenen er überhaupt toe doen.
Baudet hoeft ondertussen niet uit te leggen hoe Nederlandse jongeren meer kennis over politiek en democratie krijgen als politieke discussie in de klas van bovenaf onmogelijk wordt gemaakt. Het is immers veiliger voor docenten om voortaan maar helemaal over politiek te zwijgen. Ook hoeft Baudet niets te zeggen over de vraag hoe het toch komt dat er steeds minder mensen bereid zijn leraar te worden. Docenten moeten voortaan bij iedere zin nadenken of die kan leiden tot gezeik op sociale media. Gezeik dat vooral illustreert dat men je een loser vindt als je in het onderwijs werkt.
Een slimme filosofie is het wel: Baudet mag de hele dag uitspraken doen die over het randje gaan, maar als een docent één keer een uitglijder maakt, dan stuurt hij er een trollenleger op af.