Het moet een ongemakkelijke week zijn geweest voor Europees D66-lijsttrekker Sophie in ’t Veld. Deze week opende de interne stemming bij D66 voor de Europese kandidatenlijst. Leden mogen bepalen of de lijst – waar In ‘t Veld over meepraatte – standhoudt. Met wie gaat ze de komende jaren in het Europees Parlement zitten? In ‘t Veld had er in augustus dit jaar duidelijke ideeën over: bij de D66-lijsttrekkersstrijd kondigde ze aan dat de kandidatenlijst maar eens flink divers moest worden, met name op de verkiesbare plaatsen.
Ze hield woord en zorgde ervoor dat de lijst een diverse top drie kreeg. Op de tweede en derde plaats staan Nederlanders van kleur: Raoul Boucke en Samira Rafaela. Echt verrassend zijn die namen niet. Boucke kwam de vorige Europese verkiezingen met zijn plaats vijf net niet in het Europees Parlement terecht. Rafaela modereerde destijds een van de debatten tussen In ‘t Veld en de andere kandidaat-lijsttrekkers. Achteraf gezien was het makkelijk voor In ’t Veld om haar belofte aan de leden na te komen. Maar nu blijkt het opeens de vraag of D66 die diversiteit wel echt wil.
Er is nogal wat weerstand tegen moderne ideeën over diversiteit. Het gaat immers niet om de kleur, achtergrond, religie, leeftijd of seksuele voorkeur van kandidaten, maar om de vraag of ze iets kunnen, nietwaar?
Je hoeft maar een paar seconden naar het CV van Raoul Boucke te kijken om te zien dat hij wel iets kan. Hij brengt als Surinaams-Nederlandse homo ‘de broodnodige diversiteit’, maar hij is geen excuus-allochtoon: hij werkt al jaren in Brussel, de laatste jaren als onderhandelaar voor Nederland. Dat is perfecte ervaring voor het taaie, wetgevende onderhandelingswerk wat Europarlementariërs in de praktijk doen. Als je in het Europees Parlement invloed wilt hebben, heb je dit soort ervaring hard nodig. Goed gekozen dus.
Samira Rafaela heeft niet zo’n Europees CV maar ademt wel de diversiteit en inclusiviteit die D66 tegenwoordig zo graag uitdraagt. Ze adviseert de politie over veiligheid en inclusie en heeft een hele waslijst aan internationale activiteiten. Voor een partij die diversiteit en een internationale blik belangrijk vindt staat ook zij op een logische plek.
Hoe geschikt Boucke en Rafaela zijn, blijkt vooral als we hen vergelijken met de kandidaat op nummer vier, die eerder een mislukte poging deed om lijsttrekker te worden: Felix Klos.
Zullen we hem een witte nitwit noemen? Klos schreef jarenlang tekstjes voor Alexander Pechtold en dacht dat dat wel genoeg was om Europees lijsttrekker te worden. Weinig mensen namen hem echt serieus, al was het maar omdat hij in NRC schreef dat D66 met haar Europese partij ALDE moet breken, de club waar D66 vuistdiep inzit en die ook de politieke standpunten van D66 prima verwoordt. Klos wilde liever met En Marche van Macron samenwerken. Hij heeft dus echt geen flauw benul hoe Europese fracties gevormd worden. Waarom is hij überhaupt kandidaat?
Klos zegt nu in een video dat we op een scharnierpunt in de geschiedenis staan. Dat klinkt goed als hij het voor Pechtold opschrijft, maar als Klos het zelf uitspreekt werkt het eerder op de lachspieren. Onze gedachten dwalen af naar die arme Sophie in ’t Veld die tegen Klos moest strijden om het lijsttrekkerschap en hem vervolgens een plekje op de kandidatenlijst gunde. Als we drie goede mensen hebben, maakt de vierde niet zoveel meer uit, zal ze wel gedacht hebben.
Maar het kan altijd nog erger. D66-mastodonten als Laurens Jan Brinkhorst, Doeke Eisma en Jan Willem Bertens mailden deze week D66-leden met de oproep Boucke en Rafaela flink omlaag te zetten, want anders kan Klos niet op plek 2 uitkomen. Pikant, want dit zijn allemaal oud-Europarlementariërs die weten dat Klos maar wat roept. Hun oproep is eigenlijk dat competente kandidaten van kleur als Boucke en Rafaela – die niet op dommigheden a la Klos zijn te betrappen – vervangen moeten worden door een witte nitwit omdat die zo leuk praat.
Dat mag natuurlijk, maar laten we afspreken dat als de D66-leden gehoor geven aan deze oproep, D66 voortaan zwijgt over diversiteit.