Op haar electorale dieptepunt kwam D66 met een lachwekkende campagne: ‘Eigenlijk bent u een D66’er’ was destijds de campagneslogan. Het was een wanhoopspoging om niet electoraal vermorzeld te worden na de desastreuze D66-deelname aan het tweede kabinet Balkenende. D66 had kennelijk onderzoek gedaan en wist daarom dat D66 de mensen wel degelijk aansprak, al dachten die mensen daar zelf totaal anders over. Het was daarom tijd om de mensen duidelijk te maken dat hun eigen politieke voorkeuren niet strookten met hun politieke opvattingen. Of iets in die geest.
Er bestaat inmiddels een actueler voorbeeld van deze hopeloze strategie. Hij komt van de PvdA, waar men tien maanden na de vernietigende verkiezingsnederlaag nog steeds bezig is na te denken over de toekomst. Het belangrijkste inzicht dat deze zoektocht heeft opgeleverd is dat stemmers op PVV en Forum voor Democratie (FvD) eigenlijk sociaaldemocratische verlangens hebben. Dit originele inzicht kwam vrijdagmiddag naar boven bij een conferentie over de toekomst van de sociaaldemocratie.
Het grotendeels bejaarde gezelschap luisterde vrijdag naar oud-partijvoorzitter Ruud Koole. De website van de PvdA kondigde een optimistisch verhaal aan. Koole stelt dat er veel sombere analyses over de PvdA-toekomst bestaan en dat er nogal wat publicaties zijn die beweren dat de PvdA haar oorspronkelijke achterban in de steek heeft gelaten. Koole heeft een ander verhaal: hij vertelt over de rijke historie van de sociaaldemocratie: hoe er ooit marxisme was, hoe de sociaaldemocratie ooit omstreden was en later toch een plek in het politieke landschap verwierf.
Het past allemaal prima bij de hoge leeftijd van vrijwel alle aanwezigen. Het probleem is direct duidelijk: de PvdA heeft een rijk verleden, maar daarmee nog geen toekomst. In de tweede helft van zijn verhaal gaat Koole daarom in op allerlei bedreigingen: globalisering, digitalisering, robotisering, individualisering, klimaatverandering, migratie en een groeiende kloof tussen arm en rijk. Al deze trends leiden er volgens Koole toe dat er meer dan ooit behoefte is aan sociaaldemocratie. U begrijpt: er zit geen greintje ironie of sarcasme in dit verhaal. Het is allemaal bloedserieus.
De politieke agenda wordt tegenwoordig niet meer bepaald door links en dat moet veranderen, aldus Koole. De sociaaldemocratie moet ‘bestaanszekerheid’ weer voorop stellen en niet meebuigen met het neoliberalisme. Koole zegt dan opeens iets heel opvallends: dit streven naar bestaanszekerheid zou ook in het beleid van de PvdA te zien moeten zijn. Het klinkt als een schuldbekentenis.
Dat is dus het optimistische verhaal over de PvdA: er komen allerlei nieuwe problemen op ons af en de PvdA heeft daar oplossingen voor. Het is de bedoeling dat er bestaanszekerheid is en de PvdA wil dat streven ook terug laten komen in het beleid, zodat de mensen zullen merken waar de PvdA voor staat. De PvdA moet niet meer meedoen aan het doorgeschoten neoliberalisme.
Eigenlijk, zo suggereert Koole, is de populariteit van populisten een roep om méér sociaaldemocratie. Partijnamen noemt hij niet, maar hij heeft het over FvD en PVV. Deze kiezers zoeken in zijn ogen kennelijk naar bestaanszekerheid en daarvoor zijn ze bij de PvdA aan een beter adres dan bij Wilders of Baudet. Zij weten dat alleen zelf nog niet.
Hoe zou Koole dat voor zich zien? Spreekt de kritiek van Baudet op de klimaatdiscussie de FvD-achterban aan omdat deze kiezers eigenlijk méér windmolens willen? Zijn de zorgen van FvD-kiezers over islamisering een kiezersmagneet omdat diezelfde mensen eigenlijk op een partij willen stemmen die deze hele term helemaal niet gebruikt? Duidt hun EU-kritiek op een streven naar een Europese aanpak van belastingontduiking? Als we Annabel Nanninga horen zeggen dat de erfpacht moet worden afgeschaft, is dat volgens haar kiezers dan een sociaaldemocratisch standpunt?
De PvdA praat zich suf over de eigen toekomst, maar kan de gedachte niet accepteren dat kiezers andere standpunten hebben dan vroeger en andere prioriteiten zijn gaan stellen. Als de PvdA die gedachte niet kan toelaten, kan ze nooit veranderen in een richting waarmee ze weer terugkomt in de kiezersgunst. Dan kan de PvdA het gesprek met de weggelopen kiezer aangaan in plaats van te beweren dat die weggelopen kiezer zijn eigen belangen niet heeft begrepen.