Niet zo lang geleden hield een Nederlandse correspondent het voor gezien: Peter Scheffer werkte in Argentinië voor media als Trouw, RTL Nieuws en EenVandaag. In een interview met De Nieuwe Reporter vertelt hij waarom hij stopt: ‘Het was financieel onverantwoord nog langer door te gaan’. Hij was een van de weinige, zo niet de enige Nederlandse correspondent in Argentinië. Het zes jaar durende avontuur van Scheffer kostte hem tienduizend euro spaargeld. De tarieven waren te laag. Zijn ervaringen zijn niet uniek. Verre van zelfs.
De burger krijgt zijn buitenlands nieuws toch wel gratis, zult u denken. Dat klopt: Amnesty International staat al te trappelen om de berichtgeving over conflicthaarden van traditionele journalisten over te nemen. Nu zal u dat wellicht in het geval van Argentinië niet zoveel kunnen schelen, maar misschien dat het u bij migrantenstromen uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten wel interesseert. Zou u willen dat Amnesty – ‘alle migranten moeten altijd humaan opgevangen worden, hoeveel het er ook zijn’ – dit thema voortaan verslaat?
Die vraag is helemaal niet zo onrealistisch als die op het eerste gezicht lijkt. Eerder dit jaar kwam het onthullende boek NGO’s als newsmakers uit van de Amerikaanse wetenschapper Matthew Powers. Hij beschrijft het veranderende landschap voor internationaal nieuws. Een prachtig werk wat laat zien hoe mensenrechtenclubs als Amnesty succesvolle pogingen doen hun stempel te drukken op het internationale nieuws. Want als er niet of nauwelijks journalisten zijn die voldoende tijd hebben om conflicten goed te verslaan, staan mensenrechtenclubs in de rij hen te assisteren.
Powers onderzoekt welke rol clubs als Amnesty, Artsen zonder Grenzen en Human Rights Watch spelen in het internationale nieuws. Er zijn genoeg redenen dit te onderzoeken: de journalistieke budgetten gaan wereldwijd omlaag, het aantal correspondenten neemt af en de mogelijkheden voor clubs als Amnesty om het publiek te bereiken nemen door internet alleen maar toe. Burgers betalen niet meer voor journalistiek, maar ze betalen wel voor dit soort belangenorganisaties. De machtsbalans verschuift dus langzaam in de richting van Amnesty.
Powers is een typische wetenschapper. In zijn genuanceerde boek stelt hij dat het wel meevalt met de invloed van deze clubs op het internationale nieuws. Als Amnesty media-aandacht wil voor een vergeten conflict ver weg lukt dat vaak niet. Media lopen niet aan de leiband van dit soort organisaties en dus kunnen zij de media-agenda niet bepalen. Veel conflicten die Amnesty graag in het nieuws zou hebben halen de kranten- en internetkolommen nooit. Maar kunnen we daaruit ook concluderen dat het wel goed zit met de onafhankelijke buitenlandjournalistiek?
Powers laat zien dat dit soort organisaties steeds meer informatie produceren die rechtstreeks is bedoeld voor journalisten en niet voor een breed publiek. Er worden podcasts gemaakt om journalisten efficiënt op de hoogte te stellen van de situatie bij conflicten en oorlogen. Professionele fotografen worden ingehuurd om de mooiste beelden te schieten die de media kunnen gebruiken. Persvoorlichters leveren in conflictsituaties individuele, dramatische verhalen aan die journalisten kunnen uitzenden. Die verhalen zijn precies afgestemd op wat media interessant vinden. En op wat NGO’s over de situatie kwijt willen natuurlijk.
Powers laat zien dat clubs als Amnesty meer dan ooit in het nieuws komen als een van de aangehaalde bronnen en dat deze organisaties meer dan ooit in staat zijn het perspectief van mensenrechten in de berichtgeving terug te laten komen.
In crisissituaties doen deze organisaties werk wat niet van journalistiek te onderscheiden valt. Een voorbeeld is de situatie aan het begin van de oorlog in Syrië. In Oost-Turkije kwamen de eerste vluchtelingen aan, maar journalisten waren daar nauwelijks en toen ze eindelijk aankwamen hadden ze geen lokaal netwerk en spraken ze de taal niet. Mensenrechtenorganisaties losten het probleem efficiënt op door mee te helpen aan het produceren van vluchtverhalen en zelfs een rol te spelen bij het checken van feiten. Journalisten waren er maar wat blij mee.
Informatie van mensenrechtenclubs lijkt op die van journalisten, maar is daar niet gelijk aan. Door deze trend worden media langzaam platformen voor de politieke standpunten van organisaties als Amnesty. Objectief nieuws is echt iets anders. Als u denkt dat u niet voor journalistiek hoeft te betalen, moet u niet raar opkijken als het nieuws steeds meer gaat lijken op reclame voor Amnesty.