De Amsterdamse wethouder Kajsa Ollongren is sinds donderdag vicepremier voor D66. Er zijn twee rare dingen aan de hand. De gemeenteraadsverkiezingen zijn al in maart en toch wil D66 in Kajsa’s plaats een nieuwe wethouder aanstellen. Deze wethouder zal zo’n vier maanden op die post zitten: precies lang genoeg om twee jaar wachtgeld te incasseren. Algemeen wordt betwijfeld of deze vervanging nodig is. Daar komt nog een tweede kwestie bij: waarom is Ollongren eigenlijk vicepremier geworden? Wat deed ze zo goed dat ze promotie verdient? Ze heeft geen sterk verhaal.
Het lijkt dus een schot in de roos: een nieuwe partij in de Amsterdamse gemeenteraad die zich verzet tegen het partijkartel. De Amsterdamse coalitiepartijen D66, VVD en SP gunnen een extra D66’er twee jaar wachtgeld en D66 gunt een onopvallende wethouder een vervolgcarrière in Den Haag. Op voorhand lijkt FvD een gouden thema te pakken te hebben. De FvD-toekomst ziet er sowieso rooskleurig uit: er zijn in Amsterdam nauwelijks rechtse concurrenten. Het CDA geeft FvD bovendien een extra steuntje in de rug. Nanninga haalt zeker een mooie uitslag.
De vraag is: hoe dan verder? Wat te doen ná de verkiezingen?
Rechtse politici zeggen waar het op staat en Nanninga valt in die traditie. Ze gaat niet op de toon letten, liet ze meteen weten. De grote vraag is: is dat een recept voor succes? Er is slecht nieuws voor rechts Nederland: dit heeft meestal tot mislukkingen geleid. PVV-leider Wilders heeft nog nooit op zijn toon gelet. Het leidde tot veel discussie, veel PVV-zetels, allerlei juridisch gedoe en allerlei andere zaken, maar nooit tot ander beleid. Sterker nog: het leidde tot FvD, want sommige kiezers hebben inmiddels wel door dat de PVV niks bereikt en willen dat voortaan anders.
Is dat te negatief? Nee. Het belangrijkste effect van de PVV is dat het debat over de multiculturele samenleving is veranderd. Vergelijk wat partijen vandaag over integratie, immigratie en islam zeggen en wat ze er twintig jaar geleden over zeiden. De PVV dwong andere partijen hun standpunten aan te passen, maar zelf deed de club van Wilders niets. Het belangrijkste voorbeeld is de Turkijedeal die de immigratie echt heeft beperkt: dit is een product van PvdA en VVD. De PVV heeft in vergelijking met haar zetelaantallen ontzettend weinig tot stand gebracht.
Dat is ook het trieste voorland van FvD in Amsterdam: eeuwige oppositie want de partij wijkt inhoudelijk sterk af van de rest én gaat zich niet bekommeren om de toon. Raadsleden van andere partijen trokken er afgelopen zondag informeel al een conclusie over: Nanninga gaat in een PVV-achtige positie veel lawaai maken, maar ze gaat niets bereiken. Er klonk enige minachting in die woorden door. Dat is onterecht, want lawaai is zinvol: in Amsterdam is vrijwel niets te kiezen omdat bijna alle partijen links of centrum-links zijn. Nanninga kan veel debatten aanscherpen.
De vraag moet zijn of Nanninga’s debatbijdragen ook ander beleid gaan opleveren. Dat is natuurlijk niet zo. Nanninga moet dus doen wat tot dusver vrijwel niemand van rechts-populistische partijen deed: zich bekwamen in het échte politieke handwerk. Dat betekent: samenwerken met anderen en zo met hele kleine stapjes iets bereiken. Grote stappen zitten er sowieso niet in. De vraag is wat het doel van de Amsterdamse FvD is: iets tot stand brengen of veel in de media komen?
Nanninga schreef vorige week in haar afscheidscolumn op TPO dat ze iets wil bereiken. Dat betekent: goede relaties opbouwen met andere partijen, kopjes koffie drinken, kijken waar compromissen mogelijk zijn en dus op de toon letten. Anders slaat iedereen de deur dicht en valt er niks te onderhandelen. Met mensen in de gordijnen jagen breng je niets tot stand. Dat geldt in de politiek altijd, maar het geldt des te meer als je inhoudelijk sterk afwijkt van de rest. Om iets te bereiken heeft Nanninga de rest nodig, de rest heeft haar nergens voor nodig.
Nanninga zegt dat ze voor haar gevoel met haar columns niets bereikt en daarom voor de politiek kiest. Die indruk is begrijpelijk, maar onjuist. Haar columns zijn zinvol omdat ze lezers aan het denken zetten en het debat een duwtje in een bepaalde richting kunnen geven. In de politiek levert een harde toon precies hetzelfde resultaat op: het debat wordt aangescherpt en de fans van Nanninga zullen daarvan genieten. Maar Nanninga kan van de PVV leren dat dit ook een hulpeloze politieke positie is. Je kunt je hele leven blijven roepen dat alles kut is, maar er verandert niks.
Nanninga kan geschiedenis schrijven door als eerste op populistisch rechts met deze traditie te breken.