Beste meneer Van Rijn,
In 2000 wilde de toenmalige minister van Volksgezondheid Els Borst een algeheel rookverbod op schoolpleinen. De Tweede Kamer (nauw verweven met de tabakslobby) wilde er niet aan. Gisteren haalde een voorstel van het ChristenUnie-Kamerlid Carla Dik-Faber het wel.
Dat lijkt goed nieuws.
Dat is ook goed nieuws.
Maar waarom, meneer Van Rijn, moet het tot 2020 duren voor het verbod ook echt op alle scholen geldt?
De laatste voorjaarsvakantie (die in het noorden) eindigt dit jaar op 6 maart. Da’s over een maand. Het lijkt me toch dat het voor alle scholen in het voortgezet onderwijs een kleine moeite is om voor die tijd verbodsborden te plaatsen en de ouders een mailtje te sturen met de nieuwe schoolpleinregels? Geen wapens, geen balletje-balletje, geen drank, geen drugs, geen sigaretten – klaar.
Of willen die scholen niet? Van de scholen in het middelbaar onderwijs heeft 53 procent nu al een rookvrij schoolplein, maar van de mbo’s slechts 6 procent. Er zijn meer mbo’s met detectiepoortjes dan met rookvrije schoolpleinen, geloof ik.
Grappig is de kop boven het persbericht dat u gisteren liet verspreiden. “Van Rijn maakt vaart tegengaan roken jeugd”. Uit het pgb-dossier is al gebleken dat u een merkwaardig beeld hebt van het begrip ‘tijd’, maar in deze juichkop ontbreekt gewoon het woordje ‘geen’, hoor.
Groet,
JanD
