Column

Aan Thijs Romer (2)

18-11-2015 07:34

Beste Thijs,

Ik kreeg een brief van je terug en dat waardeer ik.

Je schreef me dit:

Breif Thijs

Mooie brief, Thijs.

Je stelt me in die brief een aantal vragen. Je vraagt of ik weet wat Theo dacht toen hij die barbaar Mohamed Bouyeri in de ogen keek? Of dat iets met bommen, granaten, geitenneukers en een grondwetswijziging was?

Ik weet het niet, Thijs. Ik ben Frans Timmermans niet.

Jij blijkbaar wel. Jij denkt dat hij aan zijn zoon Lieuwe dacht. En aan alle andere mensen die hij liefhad.

De waarheid is: we weten het allebei niet. Het is speculeren.

Ik weet niet of Katja tegen jou weleens zei dat ze ‘dacht dat je dacht…’ – en dan volgde iets moeilijks over relaties? En dat jij dan alleen maar stil was omdat je dacht: staat er nog wel een witte wijn koud? Of dat je aan helemaal niets dacht, zoals wij mannen dat kunnen. Veel vrouwen doen dat, denken te weten wat je denkt en dat dan uitspreken. Het heet: invulling.

Ik heb ooit begrepen dat mensen vlak voor hun dood in een flits hun hele leven aan zich voorbij zien trekken. Maar er is jammer genoeg nog nooit iemand teruggekomen om dat te bevestigen.

Dus ik ga niet invullen wat Theo gedacht heeft in die seconden daar aan de Linnaeusstraat, toen voor het eerst (deze eeuw) ook in Nederland bleek waartoe godsdienstwaanzin kan leiden. Zolang Theo het zelf niet komt vertellen, is het allemaal speculatie. Invulling.

Dan nu wat we wel weten.

Je stelt in je brief aan mij “We kunnen alleen maar dat beschermen wat we liefhebben. Door de de ander te willen vernietigen, uit angst om zelf vernietigd te worden, plaatsen we onszelf op dezelfde hoogte als die ‘barbaren’, waar jij het over had.”

Even voor de goede orde: de barbaren waar ik het over heb zijn de moslims van Islamitische Staat die in het Midden-Oosten ongelovigen, christenen en moslims ophangen, de keel afsnijden, het hoofd afhakken en die vrouwen van boven de 40 in een kuil flikkeren en jongere vrouwen en meisjes tot seksslaaf maken. Én hun vriendjes in Europa die bijvoorbeeld aanslagen plegen op joodse doelwitten, op redacties van bladen en op onschuldige burgers die dachten gezellig een kroeg, voetbalwedstrijd, restaurant of optreden van een band in Parijs te gaan bezoeken.

Díe barbaren, Thijs, mogen van mij allemaal levenslang de bak in. Die wil ik niet vergeven, daarmee wil ik me niet verzoenen en hulp is voor hen wat jaartjes te laat.

Ja, Thijs, ik denk: ik definieer ‘barbaren’ nog maar even exact. Want het zou toch wat zijn als kwaadwillenden of slechtlezenden na jouw brief aan mij zouden ‘denken’ dat ik alle moslims zou willen ‘vernietigen’, hè?

Ik wil namelijk veilig en in vrede leven. In Nederland. Met iederéén die onze Grondwet respecteert.

Groet,

JanD