Beste Willem,
Mijn jongste zoon, Bob, heeft iets met Dirk Kuijt. Ik snap dat goed, want hetzelfde heb ik met jou.
Het is eigenlijk onvoorwaardelijke liefde.
Welk platgetrapt cliché de mond van Dirk Kuijt ook zal verlaten, Bob zal de schijnwerper altijd op de goede kanten van Kuijt richten. Daar is die bekerwinst eigenlijk niet eens bij nodig, want daar gaat het hem niet om. Het gaat om clubliefde, om inzet, om strijdlust, om boosheid over een wissel. En om: echtheid. Ik weet zeker dat Bob bij Dirk Kuijt altijd zal denken aan 28 augustus 2006. Die uitreiking van de Gouden Schoen. Door Kuijt senior.
Jou was ik eerlijk gezegd een beetje uit het oog aan het verliezen. Het Algemeen Dagblad, waarin je een column hebt, las ik de laatste twee jaar minder vaak. En op televisie zit je tegenwoordig op kanalen die ik niet heb. Maar het ontging me niet dat ‘men’ je een beetje zat begon te worden. Ouwe brombeer. Negatief. Het zal allemaal wel. Ik heb de afgelopen weken de Willem waar ik van hou weer gezien. De Willem die, net als Piet Keizer, de dood van Johan Cruijff juist niet aangreep om televisie- en radiostudio’s plat te lopen. De Willem die bij Jack van Gelder brak toen er, op de geboortedag van Cruijff, naar je stilte werd gevraagd. In de tranen in je ogen lag de verklaring.
Mooi!
En blijf nog een tijdje.
Groet,
JanD