‘Vijftig tinten grijs’ heeft weer een nieuw slachtoffer gemaakt. Na alle hele en halve intellectuelen die getracht hebben het succes van dat boek te verklaren, gooit nu ook filosoof Ad Verbrugge een duit in het zakje. En opnieuw blijkt: Vijftig tinten is een spiegel waarin ieder zijn eigen Weltschmerz terugvindt. Zijn eigen onbehagen over de cultuur in terugvindt. Ads boek over dat boek, ‘Staat van verwarring’, zegt veel over Ad, en niks over Grijs. Ook hij is erin gestonken.
Wat is toch het geheim van Grijs? Saai vrouwtje Anastasia krijgt obsessionele SM-relatie met een bink genaamd Christian. Slecht geschreven porno, zo luidden de meeste reacties twee jaar geleden. Maar het boek was daarna niet aan te slepen. Verbrugge vertelt in de Volkskrant van zaterdag dat hij het een jaar geleden aan zijn vriendin gaf, met de vraag om een oordeel te vellen. ‘Slecht geschreven porno,’ zei ze. Om er vanaf te zijn, zo lijkt het. Ze houdt niet van opdrachten aannemen. Ad nam daar geen genoegen mee, en las het daarna zelf ook. En hij las iets heel anders.
Volgens hem verraadt het boek (Hou je vast!): ‘een nieuw soort culturele behoefte aan dat spel (van man en vrouw), aan polarisering tussen man en vrouw en vanuit die polarisering een zoeken naar elkaar. Ik las in dat boek ook dat er behoefte is aan vorm, aan een gedeelde vormentaal tussen man en vrouw waarin we op elkaar kunnen inspelen in eenheid en onderscheid. Die taal is mede door de emancipatie van de vrouw, maar vooral ook door de bevrijding van het individu verloren gegaan.’
Tjonge, dat is best indrukwekkend voor een slecht geschreven pornoboek. Maar de vraag hoe deze toch bepaald niet domme filosoof tot deze diepzinnige lezing komt, laat zich eenvoudig beantwoorden. ‘Zeven jaar geleden,’ vertelt hij in dezelfde krant, ‘ben ik gescheiden, een paar jaar later kreeg ik een nieuwe relatie en ook die is in februari tot een einde gekomen. Daar zie je in mijn boek natuurlijk wel iets van terug.’
We hebben hier, kortom, te maken met schrijftherapie. Die vriendin die Tinten grijs typeerde als ‘slecht geschreven porno’, blijkt er ondertussen alweer vandoor te zijn. Ad is weer alleen. Ad dreigt oud en eenzaam te worden. Maar hij zoekt, zoals het een filosoof betaamt, naarstig naar de diepere betekenis van zijn eenzaamheid. En ziet, daar is de bestseller Grijs. Een boek over een relatie. Bestsellers verraden wat er leeft in de samenleving, zo luidt het cliché. En zo denkt Ad. Hij las, en zag wat er aan de samenleving mankeert. Man en vrouw verstaan elkaar niet meer. Ze hebben geen gemeenschappelijke taal meer. Emancipatie en ‘bevrijding van het individu’ drijven man en vrouw uit elkaar. Toen hij dat eenmaal inzag, kwam hem dat merkwaardig genoeg heel vertrouwd voor.
Ad heeft met dit boek zijn relationele sores hopelijk verwerkt. Maar is hij wellicht, gravend in zijn gekwetste ziel, toch op een waarheid gestuit? Wellicht, maar erg nieuw of verrassend is die waarheid in ieder geval niet. De klacht dat man en vrouw elkaar niet langer begrijpen, al minstens een eeuw oud is. Al honderd jaar openen zelfhulpboeken ‘voor een gelukkig huwelijk’ met de zware opdracht goed naar elkaar te luisteren. Daar hoef je Grijs niet voor te lezen. Maar wat belangrijker is: bestsellers zeggen helemaal niks over de tijdgeest. Intellectuelen zouden dat wel willen, want die lullen immers graag over boeken. Maar bestsellers zijn geen thermometers. Ze verraden hooguit de vluchtigheid van de tijdgeest.
De eerste grote best seller onder vrouwen (twintig jaar oud) was ‘De Celestijnse belofte’ – oeverloos gebabbel voor zachtzinnige zweefteven, die te horen kregen dat als ze maar heel intens dachten dat het geluk om een hoekje lag, het geluk inderdaad om een hoekje lag. Was dat de grote westerse tijdgeest die de verkoopcijfers opdreef? Een teken dat het tijd werd voor de spiritualisering van de Nederlandse huisvrouw? Nou, die tijdgeest was snel voorbij. Twee jaar later waren alle CB-cursussen en clubjes alweer opgeheven. Andere bestsellers dienden zich aan. De Zweedse whodunnits, de Noorse dikketruienromans, de Spaanse spookthrillers, de avonturen van Potter, de pseudo-historie van Brown – niks geen Belofte die zich steeds weer ontpopte. Bestsellers zeggen niets over welke tijdgeest dan ook. Ze vertellen ons hooguit één ding. Namelijk dat zo nu en dan de behoefte uitbarst om eens met elkaar te praten over één en hetzelfde onderwerp. Liefst spannend,, liefst een tikje controversieel. De wereld van het vermaak is nu eenmaal geatomiseerd. Iedereen doet wat anders, kijkt wat anders, volgt weer iemand anders. Dus barst zo nu en dan de behoefte naar buiten om allemaal over hetzelfde te praten. Soprano’s, Madmen, Beloftes, Potters, die gekke Anastasia. Gelukkig is de auteur wiens pretentieloze, licht prikkelende boekje door het lot wordt verkozen tot de nieuwe praatpaal.
De volgende bestseller – wat zal het worden? Anything Goes. Het enige dat zeker is, is dat de intellectuelen weer klaar staan om er hun plasje over te doen. Mijn gok: een bloedeloos geschreven, vies erotiserend reisverhaal door Oost-Afrika. En prompt verrijst daarna een filosoof die hieruit afleidt dat we allemaal een diep verlangen koesteren naar het oorspronkelijke en eenvoudige. Dat we geen behoefte meer hebben aan welvaart en geld.
Zo’n filosoof die net in de bijstand is beland.