Kort nadat de VN bekend maakte dat er 133 doden zijn en nog honderden mensen worden vermist aan de kustlijn van het Italiaanse eiland Lampedusa, sprak de Paus zijn teleurstelling uit richting de rest van de wereld. Hij zei dat hij van mening is dat de wereld zich te weinig aantrekt van deze vluchtelingen. Voor het eerst dat een uitspraak van de Paus mij positief is bij gebleven.
Vanuit mijn eigen jeugd in Afrika herinner ik mij dat iedere zondag velen Afrikanen de uiterste moeite doen om er zo mooi mogelijk uit te zien. Het moment in de week dat je de allermooiste kleding aan mag, daarmee ben je klaar om voor de kerk te verschijnen.
Ik herinner mij de pastelkleuren van de jurken die prachtig contrasteren op de glanzende donkere huid. De tientallen strikjes die niet alleen op de kleding zitten maar ook in het ingevlochten haar. De kante onderjurkjes die passen bij het kant van de sokjes. De lakschoentjes die alleen op zondag opgepoetst aan mogen en die soms generaties zijn doorgegeven.
In grote families lopen ze in de dageraad collectief door de stoffige straten waarlangs afval wordt verbrand. De sterke geur van verbrand plastic overheerst de geur van kokosolie in hun haren maar dit hindert niet want ze zijn op weg naar het huis van God, het huis van hoop.
Een soortgelijke vaart hebben weer velen Afrikanen afgelegd. “Ze hadden hun mooiste kleding aan” vertelde een Italiaanse getuige. Gekleed in hun zondagse kleding met de lakschoentjes waarop al generaties lang de wandeling naar de kerk, het huis van hoop, is afgelegd. De tocht naar hoop maak je immers in je mooiste kleding. Hiermee waren ze klaar om hun hoop werkelijkheid te maken, een betere toekomst tegemoet voor henzelf en voor hun familie. Tevergeefs.
De paus had het niet beter kunnen verwoorden. De wereld, ik – jij – wij, moet zich meer aantrekken van deze vluchtelingen. Het doet pijn in iedere cel van mijn lichaam als ik verhalen lees over hoe vluchtelingen dachten dat het ‘hier’ zou zijn, ten opzichte van hoe het daadwerkelijk voor hen is. Velen missen hun land en hun familie. Enkele spreken zelfs de wens uit dat ze deze stap nooit gemaakt hadden.
Velen hebben niet de kans gekregen om te ervaren of het daadwerkelijk beter is in Europa. Voor 133 jonge mensen is het ‘avontuur’ voorbij.
Laat dit de allerlaatste bevestiging zijn dat ontwikkelingssamenwerking niet iets is waarop wij nog meer moeten bezuinigingen. Wij moeten ervoor zorgen dat families niet meer een “zondagskind” uitkiezen om de tocht naar hoop te maken. Laten wij dit keer luisteren naar de paus en ons over hen bekommeren. Dat is mijn hoop.