Allerwegen klonk de roep dat moslims afstand zouden moeten nemen van Islamitische Staat. Die oproep klonk duidelijker dan welke oproep tot het gebed ook maar. En niet alleen in Nederland, maar overal ter wereld. En, Allah zij dank, massaal werd aan de oproep gehoor gegeven.
In Nederland was het burgemeester Aboutaleb van Rotterdam die zich klip en klaar uitliet over de verschrikkelijke islam die de jihadisten van Islamitische Staat aanhangen en hij verklaarde bovendien dat jonge moslims die richting Syrië vertrokken verraders waren aan de keuze van hun ouders om in Nederland een bestaan op te bouwen.
Ook woordvoerder van het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) Yassin Elforkani liet zich een en andermaal negatief uit over Islamitische Staat en verklaarde dat het vooral een kwestie van onwetendheid is van de jonge jihadisten in de dop. Ze zijn niet goed op de hoogte van wat de islam in deze kwestie voorschrijft en Elforkani beschouwt het als zijn taak, en dus ook als taak van de vele moskeeën die bij CMO zijn aangesloten, om de jongeren voor te lichten en hen op het juiste democratische pad te leiden van de Nederlandse samenleving.
Internationaal viel de advertentiecampagne op van niemand minder dan de Turkse religieuze leider Fethullah Gülen, ook in de Nederlandse Volkskrant, waarin hij in krachtige bewoording afstand neemt van Islamitische Staat en vaststelt dat een ware religie niets anders kan betekenen dan tolerantie en het bouwen van bruggen.
En inmiddels is er een brief op internet verschenen waarin vooraanstaande islamitische autoriteiten in niet mis te verstane bewoordingen de nieuwbakken IS-khalief Ibrahim de maat nemen en zijn khalifaat verwerpen. Tot de ondertekenaars behoort de grootmoefti van Egypte, Sjeik Sjawki Allam.
Zelfs religieuze autoriteiten uit de salafistisch-jihadistische hoek leveren commentaar op de brute praktijken, met name de onthoofdingen, van IS en keuren deze ook af, zoals de Jordaanse jihadistische ideoloog Abu Muhammad al-Maqdisi.
Om terug te keren in Nederland, in het debat dat georganiseerd werd door het EO-programma Arena verklaarden de twee moslimdeelnemers eraan, Esma Choho en Youssef Aouriaghel desgevraagd niets te zien in IS.
De ruimte is te beperkt in deze column om het lijstje te completeren. Maar de bottom line is dus: er is een verzoek gedaan tot het nemen van afstand. Er is in overweldigende mate positief op gereageerd.
De vraag is nu: what ’s next?
Als je het mechanisme van het afstand nemen analyseert, zijn er in eerste instantie vier fases. De eerste fase is dat iedereen tot zijn schrik constateert dat er heel erg nare dingen gebeuren, in dit geval binnen de islam. De tweede fase is dat degenen die zich daardoor bedreigd voelen, in dit geval de, ik noem ze voor het gemak maar even zo, de autochtonen, uiting geven aan hun angst en afkeer. Deze eisen, de derde fase, daarom van de partij die in hun ogen gerelateerd is aan die dreiging, in dit geval ‘de moslims’, dat deze zich distantiëren van het geweld dat in de naam van hun religie wordt uitgeoefend. Deze laatste partij kan dat weigeren, of erin bewilligen, fase vier. In dit geval hebben zij erin bewilligd. Massaal en overduidelijk. En nu kom ik weer terug op mijn boven gestelde vraag: what ’s next? De fases volgend zou nu de bal weer bij de eisende partij liggen. Deze heeft zijn zin gekregen en nu is het tijd dat zij in het openbaar verklaart opgelucht te zijn over de afstand die ‘de moslims’ genomen hebben van IS om vervolgens de moslims in de armen te sluiten om als broeders en zusters onze samenleving nog hechter te maken.
We wachten dus op de openbare verklaringen van mensen als Sylvain Ephimenco, Sander van Walsum en natuurlijk Annabel Nanninga, die allen luidkeels de oproep tot ‘afstand nemen’ verwoord hebben. Dat zij in hun columns en krantenartikelen verklaren opgelucht te zijn, het gevaar is bezworen, we kunnen door.
Ik vertel u niets nieuws als ik denk dat dit niet gaat gebeuren. Ik denk dat het wantrouwen tegen islam en moslims zal blijven. Ik denk dat de eisende partij een soort rupsje-nooit-genoeg is die alsmaar met nieuwe eisen en voorwaarden voor de moslims komt totdat de aap echt uit de mouw komt: namelijk dat deze eisers van mening zijn dat moslims eigenlijk geen moslims mogen zijn en daarom hun moslimidentiteit moeten afleggen. Eigenlijk precies wat Geert Wilders al jaren roept. Ik ben dan ook niet verbaasd over de relatieve stilte van de PVV-politicus. Hij beschikt inmiddels over een onzichtbare aanhang die zijn gedachtegoed verwoordt.
De ware oplossing van de tweespalt in de samenleving ligt hem in het vertrouwen dat beide partijen aan elkaar moeten geven. Dat is oneindig veel moeilijker dan het gratuite oproepen tot ‘afstand nemen’ maar –op termijn- wel veel effectiever.