Alexander Pechtold (D66) heeft geen flauw benul van burgers en populisme

09-03-2018 13:26

“Wij kunnen óók het populisme verslaan.” Alexander Pechtold was al 17 minuten onderweg in zijn speech toen hij aankwam bij het belangrijkste thema van de D66-verkiezingscampagne. Niet alleen was de timing van het hoofdthema wat aan de late kant, maar de uitspraak miste vreemd genoeg elke urgentie.

Pechtold zei niet we willen of we zullen, maar we kúnnen het populisme verslaan. Alsof hij open hield of hij dat wel zou doen.

Woest

Het populisme – oftewel de maatschappelijke onvrede die in Nederland en elders anti-establishment partijen de wind in de zeilen geeft – was deze week ook het onderwerp van de Raad voor het Openbaar Bestuur. Dat is een onafhankelijk adviesorgaan van regering en parlement. De raad had in het Amsterdamse debatcentrum De Balie een avond belegd rond de presentatie van een boek met de veelzeggende titel #Woest.

Nu is er al veel over het populisme gezegd en geschreven, maar het aangename aan deze nieuwe bundel is dat de dertig wetenschappers die de woede analyseren geen pamflet van de bundel hebben gemaakt. De analyses zijn van hen, het oordeel is aan de lezer en in dit geval ook aan de regering en het parlement.

Lokale soldaten

Voor de verkiezingscampagne van D66 kwam de avond net te laat. De beschrijvingen en suggesties van de dertig experts staan haaks op de strategie die door Pechtold is uitgezet en die hij en zijn lokale soldaten uitdragen tijdens deze campagne.

In zijn speech op het congres heeft Pechtold het over “een gedachtegoed dat voortwoekert, dat het weefsel van de samenleving aantast en het vertrouwen en vooruitgangsgeloof aanvreet”. De vergelijking met een ernstige ziekte of ziekteverspreider is niet toevallig gekozen.

Afschuw

Ik vermoed dat er bij de Raad voor het Openbaar Bestuur en onder de wetenschappers in het boek heus een hoop D66-ers te vinden zijn, maar het kan niet anders dan dat de woorden van Pechtold hen met afschuw vervullen.

De raad moet niets hebben van angstbeelden of vergelijkingen met ziekten en omschrijft het populisme als een maatschappelijk en politiek fenomeen van de afgelopen twintig jaar. Een latente bezorgdheid onder burgers over de kwetsbare staat van de samenleving. Daarbij is het niet relevant hoe accuraat of juist de percepties van de verontruste burgers zijn.

Goed geïnformeerde en betrokken burgers

De experts schrijven dat het stemmen op populistische partijen niet hoeft voort te komen uit een gebrek aan kennis. Het betreft doorgaans zeer goed geïnformeerde en betrokken burgers.

Beter informeren is dus geen medicijn tegen het populisme, net zo min als economische voorspoed en een beter gevulde portemonnee dat zijn. Het zijn veel gehoorde aannames die door de raad bij de vuilnis worden zet.

Kloof tussen burger en politiek

Ook de beweringen van Pechtold en minister Ollongren – dat het populisme een gevaar is voor democratie en rechtsstaat – staan haaks op de bevindingen. Volgens de raad is het stemmen op populistische partijen helemaal niet zorgelijk voor het functioneren van de democratie.

Wel zorgelijk is het feit dat maatschappelijk onbehagen de politieke en burgerparticipatie afremt, wat de kloof tussen politiek en burgers vergroot.

Dempende werking op onvrede

Dus niet PVV en Forum voor Democratie zijn het probleem voor het functioneren van de democratie, maar het reeds aanwezige onbehagen is voor de raad een reden tot zorg.

Pechtold en Ollongren zullen beweren dat deze partijen de aanstichters zijn van al dat onbehagen, maar die volgorde is voor hen vooral politiek strategisch van belang en houdt in de werkelijkheid geen stand. Ook in de bundel van de Raad voor het Openbaar Bestuur is de bezorgdheid van de burger autonoom en niet het product van populistische politici.

Er staat dat deze politieke partijen over het algemeen juist een dempende werking hebben op de maatschappelijke onvrede.

Lastige burgers: burgers die zelf keuzes willen maken

De kans dat burgers de grenzen van de democratische rechtsstaat over gaan en zich ertegen afzetten, wordt groter wanneer middelen die binnen de rechtsstaat geboden worden door burgers niet effectief geacht worden. Oftewel, er wordt vaker politiek geweld gebruikt als burgers zich niet gerepresenteerd weten door de politiek.

Het past allemaal niet in het straatje van Pechtold en het D66 van nu. Lastige burgers die zich vertegenwoordigd willen zien door Baudet of Wilders. Of misschien nog erger: burgers die zelf keuzes willen maken middels een referendum.

Krijgsheer

D66 is geen partij die luistert, maar een die weet hoe de samenleving draaien moet. Het liefst zonder de vertegenwoordiging van verontruste burgers en al helemaal zonder hun inspraak.

Maar hoe denkt D66 het populisme te verslaan? Iedere krijgsheer zal de partij vertellen dat zonder echte belangstelling voor de vijand een overwinning uitgesloten is. Mijn inschatting is, dat de partijleider ook helemaal niet van zijn grote vijand af wil.

Al Sahaf

De jarenlange oppositie tegen Wilders heeft hem een gezicht en de partij zetels opgeleverd. Die truc wil hij bij Baudet herhalen. Het populisme verslaan is voor D66 als het slachten van de kip met de gouden eieren.

En dus ontbrak het na 17 minuten speechen in de Doelen aan echte geestdrift en overtuigingskracht. De bewering het populisme te verslaan doet op z’n slechtst denken aan holle verkiezingsrethoriek en op z’n best aan die Iraakse minister van informatie, die tijdens de tweede Golfoorlog maar alvast de overwinning claimde. Pechtold heeft geen benul van bezorgde burgers en populisme.

De avond in de Balie terugkijken kan hier.

Deze column werd eerder gepubliceerd op RTLZ.nl.

 

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens