En, hoe voelt dat nou, aan de prooi-zijde van het geweer? De voorpagina van het Algemeen Dagblad van zaterdag 9 juli roept subtiel maar onmiskenbaar de berichtjes in de faits divers-categorie in herinnering met koppen als ‘Hond schiet jager dood’ of ‘Stierenvechter fataal op de horens genomen.’ Die heeft zijn bekomst, denkt de krantenlezer, de omkering van rollen smaakt als zoete wraak.
De voorpagina van het AD zaterdag: pic.twitter.com/JzL27bTj11
— Hans Nijenhuis (@HansNijenhuis) July 8, 2016
Het AD zal deze suggestie verre van zich werpen, zou ik ook doen als de editie al overal in de schappen ligt, maar de ondertoon is gezet.
Jagen, dat is er gewapenderhand op uit trekken met als doel het doodschieten van dieren. Voor consumptie, voor wildbeheer, voor de lol, of omwille van een combinatie van deze motieven. De politie ‘jaagt’ op boeven, zou je kunnen stellen, maar wie de vergelijking van politiewerk met de jacht wil maken, moet in dit geval heel bewust buiten beschouwing laten dat konijnen, vossen en herten niet zwaarbewapend, in de meerderheid en kwaadaardig zijn. Zoals, och ik noem eens een voorbeeld, criminelen in de VS.
We worden doodgegooid via (social) media met statistieken en cijfers over black on black-crime, death by cop, percentages van doodgeschoten mensen gesorteerd op kleur, absolute aantallen doodgeschoten mensen, ook op kleur, percentages dode en moordende politieagenten, kekke diagrammen en gevatte infographics. Iedereen is opeens statisticus of data-analist en cherrypicking is het nieuwe cottonpicking, qua raciaal beladen oogsten van het eigen gelijk.
De kern van de zaak, lijkt mij, is dat geen enkele agent (een enkele heel zieke uitzondering daargelaten) er op uit is een ander te doden. En alle agenten in de VS, blank en zwart, begeven zich elke dag weer onder mensen die aanzienlijk meer moordlust jegens hen koesteren, dan andersom. In duidelijk herkenbare wagens en uniformen plaatsen ze zichzelf, zoals het in de States zo prachtig heet, ‘in harms way’ om anderen soms letterlijk uit de vuurlinie te houden. Daarbij maken ze fouten, daarbij spelen persoonlijke (voor)oordelen een rol, daarbij komt soms corruptie en machtswellust kijken, absoluut waar. Maar de Amerikaanse agent is de lokeend, de kleiduif, de schietschijf, de vos. Niet de Amerikaanse booswicht, die kan zich onopvallend en zwaarbewapend bewegen door een jachtveld dat hij beter kent dan de politie.
En de Amerikaanse agent werd pas ná de moordpartij in Dallas van jager tot prooi, volgens het AD.