Na twee en een half jaar zijn er nog mensen die zich druk maken over het deels treffende Manifest van de Confettigeneratie in HP/de tijd (2010). Vandaag is student Frank Bolhuis boos. Op de politiek. Op HP/de tijd. Op de generatie voor ons. Op jullie, babyboomers, jullie hebben het voor Frank, de ondergetekende en de rest van de ganse confettigeneratie verpest. Jullie hebben onze fladderende confetti doen veranderen in papperige sneeuw.
MBO’ers zijn nutteloos
Frank is boos om eigenlijk alles. Alles. Dat is confettigeneratie-eigen. Bijvoorbeeld studeren. Dat is nu voor de elite, vindt Frank. De rijken. De mensen die niet hun studie werken moeten blijkbaar worden gepamperd. Uitzonderingen als (psychisch) zieken of problemen thuis daargelaten, dat spreekt voor zich. Een hoog opgeleide bevolking, daar hebben we baat bij. Krijg wat met je MBO, waarom moeten wij huizen leren bouwen als we Polen hebben? En boeiend, dat vliegtuig voor onze wereldreis stijgt wel op als niemand weet hoe je in de praktijk een vliegtuig repareert. Iedereen moet hoog opgeleid zijn, dus wij moe-ten per-se su-per-veel centjes krijgen. Die MBO’ers krijgen toch al jaren vrij weinig.
Ver- eh, gewend
We zijn ver- eh, gewend alles te krijgen, dus natuurlijk, het wordt ook even pittig. Maar waarom moet iedereen veel inleveren, en zouden confettikinderen alles mogen houden? Opdat ze niet hard leren werken en de economie nog verder naar de malle helpen? Zijn we het work hard voor play hard vergeten?
Het probleem van de confettigeneratie is dat we verwend zijn. We willen alles kunnen, alles bereiken, alles hebben en alles met onze vrienden delen, altijd en overal. I want it all and I want it now. We willen een semi-autobiografisch boek schrijven omdat iedereen dat doet. Reizen. Een andere baan. Een tweede bachelor en een vierde master. Een nieuwe relatie en andere vrienden omdat investeren in mensen eigenlijk gewoon ontzettend babyboomer is. Voor ons als confettigeneratie geldt er maar één credo: het gras is altijd groener aan de overkant. We zijn vergeten waar het om draait. Willen niet denken aan het feit dat het misschien niet werkt als we altijd maar alles tegelijk willen, geen genoegen nemen als iets niet lukt en raken gefrustreerd als we iets niet krijgen. We zijn intelligent, maar totaal vergeten hoe een maatschappij functioneert, namelijk met een grote groep mensen, en geven dus maar constant een ander (de PvdA, de babyboomers, rechts, links, de elite, de paupers) de schuld. Want wij, nee, ik. Ik doe het goed. Want ik doe het zoals ik denk dat het hoort.
Maakbare wereld
Het is crisis. Dan kun je vanachter je beeldscherm opinie gaan tikken over dat iedereen het verkeerd heeft gedaan behalve jij. Of daadkrachtig zijn en het al lang geleden leed met je confettivriendjes oplossen. En dat kan niet ineens. Ook niet met een manifestatie op het Malieveld. Zelfs niet terwijl je gewend bent dat alles maar meteen is zoals jij het wilt. De wereld is maakbaar, maar niet in een uurtje. Er zijn in onze generatie, Frank, een aantal confettikiddo’s die met ontzettend hard werken de wereld maken. Die heb ik nog nooit zien huilen omdat een ander het verpest heeft. Die steken hun handen uit de mouwen en werken. Hard.
Alles bestaat niet
Ik heb een idee, confettikiddo’s die boos zijn om de heule wereld. Focus. Stop dat witte poeder-experimentje in de prullenbak in plaats van in je neus. Laat de sterke drank een keertje in de drankkast staan. Dans niet vier avonden in de week omdat je nu meteen een vluchtige liefde wilt scoren die je morgenmiddag bent vergeten. Of omdat je nóg meer Facebookvrienden wilt. Of omdat je lager in de neuk- eh, voedselketen komt te staan als je het niet doet. Volg niet ‘je hart’ om je imago op te poetsen, maar denk met je verwende harses aan je toekomst. Werk hard. Doe niet alsof je alles maar moet krijgen van de staat, terwijl je zeurt over het paternalistische en betuttelende karakter van diezelfde overheid. Denk niet dat je alles krijgt omdat je dat wilt. Alles bestaat niet.
Ingelise de Vries (confettikind) wil ook altijd alles en krijgt dat met flink stampvoeten doorgaans wel voor elkaar.