Column

Anti-racisme mag geen wedstrijdje fatsoen worden

08-05-2014 12:09

Internet maakt niet alleen zichtbaar wat ‘gewone’ mensen vinden, het internet is ook doorzoekbaar. Dat is grappig als het de twintigste van de maand is en je zoekt op Twitter op ‘zorgtoeslag’. Het is veel minder leuk wanneer het gaat om racisme. Ik lees geen stukken op De Dagelijkse Standaard omdat ik geen zin heb in weinig welbespraakte waanideeën. Wanneer iemand die ik volg haatuitlatingen retweet, vind ik dat vaak storend. Ik word dan als lezer plotsklaps geconfronteerd met onaangename meningen. Moeten we racistische uitspraken herhalen of negeren?

Gif opdringen

Nederland is een racistisch land. Nederlanders horen dat niet graag, maar dat maakt het niet minder waar. Ook ik ben een Nederlander. Een paar dagen geleden zag ik Zihni Özdils Tumblr. Hij verzamelt daar de bagger waarmee hij als mondige allochtoon op het internet wordt overstelpt. Mijn reactie was: ‘Moet dat nou? Negeer en block die mensen gewoon’. Ik wil dat gif niet zien, geef de slangen niet dat podium. Dat was nogal inconsistent van mij.

Afgelopen zondag waren er tijdens de Dodenherdenking twitterende Nederlanders verbolgen over de kindjes die kransen legden: er was maar één wit jongetje. Antropoloog Martijn de Koning retweette een aantal mensen en gaf zo een inkijkje in de gedachtegangen van mensen die liever niet willen discrimineren, die het Nederlanderschap bepalen en/of die werkelijk geen idee hebben waar Dodenherdenking over gaat. Ik vond dat ontluisterend, dus retweette ik De Koning. Daarmee drong ik aan mijn volgers precies dat op wat ik zelf bij Özdil niet wilde zien.

Eerste Wet van Lucas

Toen ik in 2009 de blogosfeer betrad, leerde ik van de Eerste Wet van Lucas: tachtig procent van de mensen die op internet reageren is mongool. Daarbij kwam de algemene internetwijsheid dat je geen trollen moet voeren. Internetgekkies moet je dus negeren. De Eerste Wet van Lucas werd geformuleerd vòòr het sociale media-tijdperk. Inmiddels is hij bijgesteld naar negentig procent.

Deze lessen betekenen dat je online naar hartenlust mag bannen en blocken. Je moet waanzin niet gaan verzamelen, zoals Zihni Özdil doet. Volgens deze lessen ben je zelf echt helemaal niet goed bij je hoofd als je de gekkies gaat opzoeken, zoals Martijn de Koning doet. Mensen die tijdens Dodenherdenking racistische tweets de wereld ingooien zijn dan immers mafketels die naar aandacht hunkeren. Een retweet versterkt hun gevoel van trots. Dat had ik dus ook niet moeten doen volgens deze redenatie.

Gewone mensen

Dat zit me toch niet helemaal lekker. Een van de redenen waarom ik ging bloggen was nu juist dat ik buiten mijn academische grachtengordelbubbel wilde treden en in aanraking wilde komen met mensen die anders dachten, om te begrijpen hoe zij anders dachten. De mensen achter de Dodenherdenking-tweets zijn geen anonieme gekkies, maar ogenschijnlijk heel doorsnee mensen. Niets wijst erop dat hun opmerkingen trolacties zijn: ze lijken zich namelijk van geen kwaad bewust.

De idioten die Zihni Özdil belagen zullen voor een deel wel bestaan uit trollen, maar dat betekent niet dat we moeten wegwuiven wat er allemaal tegen hem gezegd wordt. Trollen gaan namelijk weg als je ze doodzwijgt, maar racisme is geen trol. Racisme is een diepgeworteld mechanisme in onze samenleving, dat ons tot kolonialisme dreef, ons met de nazi’s deed samenwerken en dat zich als bijna onzichtbare hand heeft verankerd in onze instituties en alledaagse omgang met allochtonen.

Sentimenten zijn niets zonder duiding

Onlangs bekritiseerde ik hier de NOS die tweets als voxpop gebruikt en zo op goedkope wijze sentiment uitbuit. Eigenlijk deed ik zondag niets anders. Dodenherdenking is voor Nederland een wedstrijdje fatsoen. Er wordt besproken waar je wel en niet aan mag denken en of je wel of niet die gedachten mag twitteren tijdens de twee minuten stilte. Wat fatsoenlijk is en wat niet is nooit eenduidig – voor sommigen is fatsoen zelfs een scheldwoord. Een paar tweets herhalen die laten zien hoe vreselijk de vreemdelingenhaat in ons land is, is meedoen aan dat wedstrijdje.

De oplossing voor de worsteling uit deze column is hetzelfde als het advies dat ik nieuwsmedia eerder gaf. Sentimenten zijn niets zonder duiding. We moeten dus stoppen met het simpelweg repeteren van willekeurige gevoelens. In plaats daarvan moeten we analyseren: welke thema’s en patronen zien we? Welke vertogen kunnen we onderscheiden en hoe verhouden die zich tot elkaar? Zihni Özdil, Martijn de Koning en ik zijn daar als bloggende wetenschappers prima toe in staat. Het doel daarbij moet zijn om alledaags racisme online niet alleen zichtbaar te maken, maar ook inzichtelijk te maken.