En zo lijkt het stil met de herdenking van vijf jaar Arabische Lente. Deze brak immers in 2011 uit met de spectaculaire verdrijving van drie dictators in een tijdbestek van nog geen zes maanden. Weg waren Benali van Tunesië, Moebarak van Egypte en Ghadaffi van Libië. Waren alle drie de revoluties een blijvend succes geweest dan had het eerste lustrum van de Arabische Lente veel meer aandacht gehad van mens en media dan nu het geval is. Wordt de revolutie van 2011 dan helemaal niet gevierd? In Egypte gebeurt dat wel degelijk maar niet door het volk dat zo massaal in opstand kwam. President Abdelfettah el Sisi heeft de revolutie gekaapt en ziet zich als haar terechte erfgenaam.
Dankzij die revolutie is Egypte in zijn optiek meer dan ooit de weg opgegaan van groei en bloei, met name dankzij hemzelf en hij kan verwijzen naar zijn succesvolle verkiezing als president van het land met meer dan 90 procent van de stemmen. Schaamteloos presenteert hij zich als de president van 25 januari, de datum waarop de revolutie uitbrak. Wij weten evenwel wel beter. Egypte is weer terug bij af en de slogans van vrijheid en gelijkheid ten spijt is de onderdrukking in Egypte erger dan ooit. Het leger zit weer vast in het zadel. En heeft u als lezer al vernomen dat er onlangs parlementsverkiezingen zijn gehouden in het land? Het heeft de voorpagina’s niet gehaald, en dat hoeft ook niet want het parlement zit vol met Sisi-adepten, zelfs in de oppositiebankjes.
Voor het slagen van de revolutie hoeven we ook niet in Libië te zijn. Het land slaagde er maar ternauwernood in zich van zijn dictator te ontdoen, maar daar is zo ongeveer ook wel alles mee gezegd. Er was een westers interventie, middels een wel zeer ruim geïnterpreteerde resolutie van de Veiligheidsraad voor nodig om de opstand te doen slagen. De dictator werd in een volksgericht gedood en sindsdien vechten de diverse Libische facties elkaar de tent uit. Er zijn twee nationale regeringen, soms is er toenadering, dan weer strijd. Het land verkeert in chaos en is een broeinest van wapen- en mensensmokkel.
Het enige land van de drie genoemde waar de revolutie slaagde is Tunesiër. De democratie die zich in het land vestigde heeft enorme beproevingen doorstaan. Twee politieke moorden, een bloedige aanslag op haar stranden en haar nationale museum en onlangs nog op een bus met officieren van de presidentiële garde. Dat alles liet onverlet dat verkiezingen gewoon gehouden werden en, nog belangrijker, de uitslag gerespecteerd. Ik heb altijd gezegd dat het succes van het invoeren van een democratie pas gestalte krijgt als de tweede parlements- of presidentsverkiezingen plaats vinden en als het zo is dat een eventuele verliezende partij haar verlies neemt. Nu was het zo dat de eerste parlementsverkiezingen door de islamitische Ennahda (wedergeboorte) partij werden gewonnen en de tweede door haar verloren. Na die eerst verkiezingen ging zij samenwerken met seculiere, linkse partijen en na de erop volgende verkiezingen liet zij het initiatief aan Nida Toenis, een seculiere partij die zich in het politieke midden bevindt. De partij betoonde zich een ware democraat. Maar het pièce de résistance is wel de Tunesische grondwet die zijn gelijke in de Arabisch-islamitische wereld niet kent. Zij waarborgt in haar zesde artikel de vrijheid van godsdienst en in haar 46e artikel garandeert zij de gelijkheid tussen man en vrouw. Het is een indrukwekkende prestatie.
En toen onlangs de Tunesische politicus Abdellatif Mekki, een van de leiders van de Ennahdapartij en voormalig minister van gezondheid in het eerste Tunesische kabinet van na de revolutie Nederland met een bezoek vereerde, ook om hier het lustrum van de revolutie te vieren, ging ik graag op de uitnodiging in van de stichting Tawasel van Tunesiërs in Nederland om hem te ontmoeten. Het was indrukwekkend. Mekki heeft zowel onder Bourguiba als onder Benali in de Tunesische gevangenissen gezeten. Meermalen deed Benali hem het voorstel naar het buitenland te vertrekken maar Mekki weigerde immer. Hij geloofde in een politieke partij op islamitische basis die binnen de grenzen van de democratie haar doelen zou proberen te verwezenlijken. Mekki is zich er zich zeer bewust van dat mensen alleen uit overtuiging zullen stemmen op een partij als Ennahda als het uit je hart komt of dat je als vrouw de sluier wil dragen of niet. De Ennahdapartij herbergt vrouwen met én vrouwen zonder sluier. Dwingen heeft geen zin. Mekki streeft er nu naar de Ennahdapartij om te vormen in een partij als het Nederlandse CDA of de Duitse CDU om zo verder aan het politieke spel mee te doen.
Tunesië is een klein en relatief onbetekenend land in de Arabische wereld. Dat gegeven schenkt haar bij uitstek de mogelijkheid de democratie te vestigen zoals hij bedoeld is en aldus een voorbeeld te worden voor de haar omringende landen. Wie nu in schamper lachen uitbarst wijs ik erop dat we indertijd een Lente als de Arabische ook nooit voorzien hebben en ook al grossieren Noord-Afrika en het Midden-Oosten vandaag de dag niet in een democratische gezindheid, Tunesië is een gunstige uitzondering en de Arabische Lente begon daar, dus waarom niet de Arabische Zomer straks?