‘Ezeltje’ noemde Hannelore Grunberg haar zoon Arnon Grunberg en ik kon het niet helpen een seconde aan Gerard Reve te moeten denken. Alvorens ontroerd te raken. Hoe hartverscheurend dan wel geestig, als een scene uit een boek van Grunberg: de oude moeder, joodse kampoverlevende, hoort de telefonische hartenkreet van haar zoon aan om het aardse paradijs niet te verlaten en hem nabij te blijven. Onze beste schrijver in al zijn ootmoed, zijn schaamte voorbij in een poging het meest dierbare te behouden. Tevergeefs. Ze was op weg naar het einde en wij kijkers van College Tour moesten meegluren naar dat prachtige privé-fragment uit een docu van Pascalle Bonnier. Langzaam sterven in beeld; in je laatste ademtocht kun je alsnog het BN’erschap verwerven. Of je nu René Gudde, Pieter Steinz of Hannelore Grunberg-Klein heet.
Het wachten is nu op het magnum opus van Arnon Grunberg waarin hij thema’s angst, onhoudbare en tastende liefde en relaties, verborgen pijn, tergende herinneringen, dagelijkse koehandel en oorlog in montere – optimistische – absurditeit vervat. Om in Stockholm een Nobelprijs te gaan ophalen. Of krijgt hij die na De Joodse Messias, Tirza en Blauwe Maandagen toch wel?
Binnenkort is het gedaan met de Volkskrant Voetnoten, een wisselvallige maar fraaie serie duidingen van de menselijke ruilhandel in letterlijk alles en het zelfbedrog waarmee we ons staande houden in dit barre leven. Het is goed geweest. Arnon naar de vóórpagina halen behoort tot het beste dat de burgemeester van Hilversum in MH17-oorlogstijd voor de journalistiek heeft gedaan.
Op het moment dat Twan Huys terecht totale verlegenheid veinsde bij Arnon Grunbergs moeder lag net een andere ouder-kind relatie op de drukpers, in Volkskrant Magazine: “In een Alkmaars etablissement bestellen Bert en Hannah Wagendorp beiden een kop verse muntthee…”
De schrijver-columnist vist met een lepeltje de muntblaadjes uit zijn glas.
“Een gedeelde passie. Ik denk bijvoorbeeld aan Ravi Shankar, de Indiase sitar-speler die in 1971 doorbrak bij een groot westers publiek op het Concert for Bangladesh, met George Harrison. Shankar had twee dochters, onder wie Norah Jones. Met haar had hij geen supergoede band, met Anoushka wel. Zij speelt ook sitar. Shankar deed zijn laatste grote concert met haar. Kijk, een bloedband is al onverbrekelijk, maar met een gedeelde passie komt daar nog een laag onder. Als vader voel je je dan… bevestigd. Je geeft een talent door.”
Zo etterde dit kleffe gedoe, inclusief de voorspelbare moeilijke relatie met Berts vader, nog een paar pagina’s door op zoek naar een plek in m’n hersenschors. Want je wordt geacht dit wonder-duo in het vizier te nemen als een van de beste kranten het naar voren schuift. Zelfs al is het een ‘DWDD’tje’; er moet een boekie van de Wagendorpjes verkocht worden.
Maar godzijdank zijn die heerlijke promo-foto’s van de fenomenale vader en zo mogelijk nog fantastischer dochter (schrijversvakschool!) uit Volkskrant Magazine al een beetje verdrongen. Geholpen door m’n mantelgedoe met een eigen Hannelore die zich met po-stoel, een geliefde dagelijkse strip Oxazepammetjes en vertier van SBS en RTL door het moeras van ‘professionele zorg’ een weg naar het einde baant. Ze hoeven niet meer, de ouders van wie de levens vertekend en verrijkt zijn met pijn, verlies en onvolmaaktheid.
Kom op, Arnon, dompel je onder in het vuil van de wereld, neem afstand van de aanhoudende schijnwerpers van hongerige media. Laat die maar voor de Wagendorps die het zo met zichzelf en nageslacht hebben getroffen; leuke mensen die leuke boeken en columns schrijven voor leuke leesmomenten.
En na dat niet te evenaren meesterwerk is er nog tijd genoeg om angst voor nageslacht te overwinnen. Saul Bellow, een grote voorganger, werd op z’n 84e nog een keer vader…