Een hoogleraar die aan een zwangere promovenda vraagt of ze geen abortus wil overwegen. Een wetenschapster die meldt dat ze zwanger is en als reactie krijgt: heb je niet van voorbehoedsmiddelen gehoord? Een promovenda die tot twee keer toe door haar veel grotere mannelijke collega wordt beetgepakt en ondersteboven gehouden. Een wetenschapster die niet in aanmerking komt voor een nieuwe carrièrestap omdat ze twee jonge kinderen heeft (en een man die daar fulltime voor zorgt). Enzovoorts, en zo verder. Allemaal voorbeelden die zijn te vinden op deze site, sinds vandaag in de lucht.
Athena’s Angels zijn vier Leidse hoogleraren: Eveline Crone, Naomi Ellemers, Ineke Sluiter en Judi Mesman. De vier zijn de vrouwonvriendelijkheid in de Nederlandse wetenschap helemaal beu, en zij mogen het zeggen. Ze haalden prestigieuze beurzen binnen en grote prijzen, en zijn alle vier zeer vooraanstaand in hun vakgebied. Topwetenschapsters die niet zeggen dat het de schuld van vrouwen is dat ze niet doordringen tot de hoogste wetenschappelijke posities, maar dat vrouwonvriendelijke ideeën en praktijken hen daarbij dwarsbomen. Meestal zijn het mannen die vrouwen benadelen – al zijn er helaas ook vrouwen die zich als ‘one of the boys’ gedragen. De abortus-vraag werd gesteld door een vrouwelijke hoogleraar.
De vier hebben op de site hun zwartboek openbaar gemaakt, en roepen alle wetenschappers op om hun voorbeelden aan te vullen met eigen ervaringen. Want zolang vrouwen – en ook mannen – blijven zwijgen over het vrouwonvriendelijke klimaat in de wetenschap, blijft de mythe in stand dat in de wetenschap alléén kwaliteit telt, en niet iemands sekse. Die mythe is juist in de wetenschap zo hardnekkig, omdat wetenschappers volgens eigen zeggen alleen maar oordelen vormen en besluiten nemen op basis van heldere, objectieve criteria.
Dat geldt voor de mannen die ze benoemen in hun besturen, voor de mannen die ze onderzoekssubsidies geven, voor de mannen die ze hoogleraar maken en voor de mannen die ze een kans gunnen om dezelfde positie te verwerven als zijzelf. Dat het aantal vrouwen sterk afneemt met elke trap hoger in de wetenschappelijke hiërarchie, ligt natuurlijk helemaal aan vrouwen zelf. En dat klopt. Hadden ze maar mannen moeten zijn.
Zes jaar geleden, op 7 april 2009, promoveerde Marieke van den Brink op onderzoek naar de benoeming van vrouwelijke hoogleraren. Ze onderzocht benoemingsprocedures en protocollen, en kwam tot verbijsterende conclusies (PDF). Niets van waar, dat de beste wetenschapper op de beste plek terechtkomt. Niets van waar, dat kwaliteit telt. Wat gebeurt er dan wel? De meeste benoemingen voor een hoogleraarsfunctie zijn gesloten, ook al is adverteren verplicht. Regels en richtlijnen worden ‘flexibel’ geïnterpreteerd en protocollen terzijde geschoven bij een ‘excellente’ kandidaat.
Mannen worden overschat, vrouwen worden onderschat. Mannen krijgen meer vertrouwen dan vrouwen: een vrouw moet in alles uitblinken, een man mag op cursus om ontbrekende vaardigheden aan te vullen. Een man heeft potentie, een vrouw is een afbreukrisico. Een man bluft zich door een procedure heen, een vrouw is reëel en valt af: ‘Ze heeft te weinig geloof in eigen kunnen’, heet het dan. Als een vrouw er desondanks in slaagt om al deze hordes te nemen, is de reactie: ‘Ze wordt toch niet benoemd omdat ze een vrouw is, he?’
Kennelijk is er in zes jaar tijd nauwelijks iets veranderd. Dat Athena’s Angels hun nek uitsteken is geweldig. Maar dat het nog steeds nodig is, is natuurlijk diep- en dieptreurig.