Twee weken geleden stond in het Parool een opmerkelijke foto van het College van Bestuur der Universiteit van Amsterdam. Strakke gezichten, autoritair, verkrampt, bangig ook. De faculteit Geesteswetenschappen van deze universiteit staat onder druk. Die faculteit heeft nu nog zo’n 7000 studenten. Er zijn, las ik, 28 bachelor- en 67 masteropleidingen: een versnipperd aanbod dus. Veel kleine vakken, een grote uitval van studenten en een al een paar jaar afnemende instroom. Zoiets kan niet standhouden. Dat het College van Bestuur van de Universiteit wil ingrijpen, wil hervormen en bezuinigen, ligt dus voor de hand. Dat is, onder andere in Groningen, al eerder gebeurd. Zonder veel gedoe.
Hoe kon het in Amsterdam dan veel heftiger gaan? Amsterdam is Groningen niet. Alleen in Amsterdam is er een Maagdenhuis dat eind jaren ’60 ook al werd bezet. Het was de tijd van de kabouteracties. Van de Dolle Mina’s. Van de krakers. Allemaal rond het Spui bij het Maagdenhuis voor de deur. Een prachtplek voor actie en rumoer.
Ook in Nijmegen, een linkse studentenstad – ‘Havanna aan de Waal’ – waren er in die roerige zestiger jaren tal van acties op de universiteit. Nu is het rustig in Nijmegen. Een ‘actualiteitendebat’. Een bescheiden en beschaafd protest. Dat was het dan.
In Amsterdam liep het anders. Hoe kwam dat?
Het optreden van de voorzitter van het College van Bestuur leidde daartoe. Burgemeester Van der Laan wist de goede toon wèl te vinden. Een college crisismanagement. Overigens had de burgemeester daar niet hoeven te staan. Hij gaat over de openbare orde, niet over het onderwijs. Het College van Bestuur stond te schutteren.
Eerst een kort geding tegen de studenten aanspannen met een gerichte dwangsom van 100.000 euro per dag. Niet met de betogers willen praten. Dan ineens met het aanbod komen, een student op te nemen in het College van Bestuur. Paniekvoetbal, niet stressbestendig.
Waarom niet een gesprek met de Minister van Onderwijs geregeld? Gesprekken met Kamerleden? Die zijn daar tot 18 maart altijd voor in. En waarom geen overleg met andere universiteiten? Samen met het ministerie proberen een nationale oplossing voor al die kleine studierichtingen te vinden?
Dat zou pas zinnig zijn.
In Buitenhof zag ik een discussie tussen een paar actievoerders en twee politici. De studenten oogden fanatiekerig. De politici – van D’66 en SP – kronkelden zich in opzichtige vleierij van die studenten. Slappe hap.
Het gaat er in Amsterdam de laatste dagen rustig aan toe. Het Maagdenhuis is niet bezet. Er bivakkeren daar alleen een paar studenten. Die geven af en toe een persconferentie, praten wat heen en weer. Veel concreets weten ze niet te melden. Braaf gezeur. Zoiets gaat snel vervelen.
Tot slot een bemoedigende herinnering aan 1969. Toen hadden allerlei lieden ook nog de Nachtwachtzaal van het Rijksmuseum bezet. Premier De Jong zei: “Dat gezit daar worden ze vanzelf zat en misschien steken ze nog wat op van die oude Rembrandt.”De verveling sloeg snel toe. Zo gaan die dingen wel meer.