Teheran grijpt in – Keert de rust terug?, kopt Trouw vandaag op de voorpagina. Het klinkt ronduit hoopvol. Alsof die ‘rust’ iets nastrevenswaardigs zou zijn. Wat bedoelt Trouw met die ‘rust’? De rust van het graf, na op straat doodgeschoten, in de gevangenis doodgemarteld of aan een hijskraan opgehangen te zijn? En wie bedoelt Trouw met ‘Teheran’? Niet de bewoners van de Iraanse hoofdstad die in 2009 tegen de ayatollah’s in opstand kwamen. Nee, voor Trouw is ‘Teheran’ synoniem met het ayatollahregime, zoals voor eurofielen ‘Europa’ synoniem is met de Europese Unie. Het verbaast me niks van een krant die gemaakt wordt door (ex-)christenhonden, die nu eenmaal afgericht zijn om te kwispelen voor de macht. De overheid draagt het zwaard niet tevergeefs, nietwaar?
Het artikel waarnaar de kop verwijst is exemplarisch voor veel journalistieke producties over de opstand in Iran. De teneur: nu komen de ‘aanhangers’ van de ayatollah’s op straat. Pas vijf alinea’s lager worden een paar voorzichtige vraagtekens gezet bij de spontaniteit van die pro-ayatollahdemonstraties. Ze zouden ‘volgens sommige persbureaus’ georganiseerd zijn. Ja, dat raad je de koekoek; Iraniërs die voor het ayatollahregime demonstreren zijn NSB’ers. Ze hebben er belang bij. Deelnemen aan een pro-ayatollahdemonstratie is het Iraanse equivalent van het versturen van een deugtweet; het is vooral belangrijk dat je er gezien wordt. Bij de spontaniteit van de demonstranten tegen de ayatollah’s hoeven in ieder geval geen voorzichtige vraagtekens gezet te worden. Zij zetten hun leven op het spel.
Het is al eerder op TPO opgemerkt hoe ziek en verdorven de berichtgeving over de Iraanse opstand is. Het zou allemaal gaan om de schaarste, de corruptie en de werkloosheid. Alsof die het gevolg zouden zijn van economische tegenslag en niet van de ideologie van de islamitische republiek Iran, die het geld van de Iraanse belastingbetaler verkwanselt aan buitenlandse militaire avonturen en het suïcidale atoomprogramma. Roepen we in Nederland bij demonstraties voor loonsverhoging soms om de dood van premier Rutte? “Dood aan Khamenei!” klinkt het in Iran. “Dood aan Rohani! Weg met de islamitische republiek Iran!” Duidelijke taal, toch?
Die duidelijke taal klinkt maar moeilijk door in de journalistieke berichtgeving in het Westen. De jonge Iraanse activist Damon Golriz wees hier vandaag op in De nieuws BV op NPO 1. Hij verwees daarbij naar een opiniestuk in Newsweek van Elliot Abrams, die zich eraan ergert dat een artikel van Thomas Erdbrink in The New York Times de protesten downplayt. Erdbrinks artikel begint met: “Protesten over het economisch bestuur door de Iraanse regering verspreidden zich vrijdag naar verschillende steden, waaronder Teheran, in wat een teken van onrust lijkt te zijn.”
“Ya think?”, vraagt Abrams sarcastisch. ‘Een teken van onrust lijkt te zijn’? Wat zou het dan moeten zijn, een teken van steun aan de ayatollah’s?’ Net zoals in het artikel in Trouw pas vijf alinea’s lager wat voorzichtige vraagtekens werden geplaatst, zo schrijft Erdbrink wat dieper in zijn artikel dat in de stad Kermanshah “betogers anti-regeringsleuzen riepen als ‘Dood of vrijheid’, ‘Zorg voor ons en niet voor Palestina’ en ‘Laat de politieke gevangenen vrij'”. Het staat er dus wel, maar de toon van het artikel is door het begin ervan al gezet. Dat is uiterst kwalijk, want zo worden de principiële bezwaren van de demonstranten tegen de islamitische republiek Iran gereduceerd tot een paar economische klachten. Het is een dolkstoot in de rug.
Wat het gevolg van die dubbelzinnige berichtgeving kan zijn werd vandaag gemeld door De Dagelijkse Standaard, waarop melding werd gemaakt van een uitspraak van René Springer, die voor Alternative für Deutschland in de Bondsdag zit: “Liever een stabiel mullah-regime dan een tweede Syrië met honderdduizenden doden en miljoenen vluchtelingen.” Iets zegt me dat Springer meer in zijn maag zit met die ‘miljoenen vluchtelingen’ dan met die ‘honderdduizenden doden’, maar ook buitendien is zijn uitspraak schandelijk. Heeft het Iraanse volk soms geen recht zich van een onderdrukkend regime te ontdoen? En verdient het daarbij niet onze steun, al was het maar morele steun?
Met zijn uitspraak ontmaskert Springer de AfD niet alleen wederom als een proto-nazipartij, hij maakt ook duidelijk hoe de berichtgeving van linkse journalisten koren op de molen is voor de vijanden van de vrijheid, zowel ter linker- als ter rechterzijde. Nationaal-socialisme, noemen we dat. Daarom duidelijke taal tot slot: Dood aan de islamitische republiek Iran en hun Westerse collaborateurs!