Wanneer een band de absolute top in het vizier heeft zijn er een aantal manieren om deze te bereiken. Zo kan een band bijvoorbeeld een briljante plaat uitbrengen, zorgen dat ze een beruchte livereputatie verkrijgen of bij de juiste lui een bruin elleboogje halen. Een andere, naar mijn idee veruit de leukste weg die kan fungeren als stap naar succes is die van het meedoen aan de zogeheten ‘bandwedstrijden’. Dat zijn avonden die een gemiddelde Man Bijt Hond-klant nog als zeer kneuterig zou beschouwen. Het zijn prachtige avonden waarbij valse schijn, constante spanningen en onkunde de sfeer bepalen. Sfeer, want goede muziek blijft standaard uit.
Geen backstage
Wat de muziek bij een (gemiddelde, vaak lokale) bandwedstrijd betreft, valt over het algemeen dan ook niet veel te zeggen: er doen geen goede bands mee, alleen slechte en minder slechte. Des te leuker, want slechte muziek is slecht publiek. Het publiek, toch gauw een man of 50, bestaat uit vaders, moeders, de jury, crew en bandleden. Daarnaast zijn er altijd een stel 15-jarige meisjes in gekleurde broeken die komen om nieuwe muziek te ontdekken. Die meisjes zitten dan de hele avond, zo’n vier uur lang, in kleermakerszit langs de kant. Op het moment dat de bands beginnen te spelen, neemt iedereen een geïnteresseerde houding aan. Juryleden praten zichzelf aan dat het die subsidies meer dan waard is. Per band wordt er alleen na de eerste drie nummers geklapt. “Want ze doen hun best, het wordt beter.” Naarmate de set vordert loopt de zaal dan toch verder leeg. Men gaat even roken en een keer of vier plassen. Wanneer een van de participerende bands klaar is, volgt dan altijd een afkondiging door een van de straat geplukte presentator die geen verstand van muziek heeft. “Man… Nou, nou”, zegt deze dan en hij vraagt om applaus voor de fout uitgesproken bandnaam en loopt af. De huis-DJ zet een dikke twintig seconden te laat de muziek in en de band zoekt een backstage. Die is er niet.
Studiotijd en VVV-bonnen
Het beste, en zeker ook het meest clichématige moment aan een bandwedstrijd is de uitslag. De jury wordt het podium opgeroepen. De jury maakt een grap en zegt dat het ze een avondje wel was. De zaal lacht, wordt onrustig. De jury gaat het lijstje met bands af. Het niveau lag nooit eerder zo hoog, de bands lagen nooit eerder zo dicht bij elkaar. Er kwamen veel stijlen voorbij, er werd gelachen en hier en daar een dansje gewaagd. Bij wijze van spreken dan. Van de acht bands worden er zeven afgepoeierd met zinnen als “…maar de band straalde wél enthousiasme uit.” of “…leuk shirt droeg de drummer.” Dan wordt de top drie ingeleid: eerst wordt de nummer drie bekendgemaakt, daarna noemt men, na unanieme besluitvorming, de nummer één. Zij waren de minst slechte band. Ze hebben twee uur studiotijd in een semi-professionele studio te Pielsappermeer en bijna 30 keiharde euro’s aan VVV-bonnen gewonnen. Euforie alom. De ongenoemde nummer twee staat er beteuterd bij, de overige bands druipen af, evenals het publiek en de jury. Op één persoon na is de zaal leeg. Die ene persoon ben ik. Ik sta met een notitieblok alle mooie momenten van de avond op te sommen. “Dit is mooi, dit móet ik de mensen aanraden”, mompel ik…
Ik voltrek dit plan bij dezen. Want zo’n bandwedstrijd zorgt toch mooi voor een avond van jewelste… Eerlijk waar!
Tim Hofman werd eerder gecensureerd van 3voor12 en heeft een zus die Roos heet, vandaar dat hij op Twitter bekend staat als @debroervanroos