Er zijn mensen die, verkleed als Napoleon, een of andere veldslag naspelen en anderen wandelen vijftig kilometer door de bossen van Nijmegen om in een tentje te slapen. Ook zijn er types met weelderige jaren 80 baarden die urenlang turen naar vliegtuigen. En ik? Ik vind Jan Roos grappig. Het is een beetje als VI kijken of de boeken van Brusselmans lezen. Je weet dat het eigenlijk niet meer kan, die tijd heb je gehad, maar je doet het toch. En dus schakel ik rond kwart voor elf altijd naar PowNews in de hoop dat Jan weer ergens op een caravanbeurs rondstruint.
Natuurlijk kunnen alle mannen en vrouwen met roze microfoons brutale vraagjes stellen, maar er is er maar eentje grappig. Een van mijn favoriete filmpjes is dat Jan heel vermoeid rondloopt op de Libelle Zomerweek. Hij heeft het helemaal gehad en vraagt aan een wijnverkoper of-ie hem even bijschenkt. ‘Ik ben nog nooit zo depressief geweest als vandaag, kunt u mij een beetje wijn geven?’ En tegen zomaar iemand, overduidelijk middenin de doelgroep, roept hij: ‘Kortharige vrouwen met een bril, dat zie je bijna niet hè? Jan is nét iets beter dan Rutger in gesprekjes met politici en dat komt omdat hij altijd wat cabaret in zijn achterzak heeft. Zijn grote voorbeeld is Bart de Graaff; vilein, bijzonder, creatief en vooral opstandig grappig. Jan lijkt me zo’n man bij wie het prettig toeven is als je van schaduw houdt. Terwijl ik na een uur in de kroeg eindelijk aan de barman durf te vragen of hij eventueel een colaatje voor me wil inschenken, zou Jan de jassen van het biljart vegen voor een vrolijke Hazesmiddag. Een man van drie grappen per minuut, een uitdager.
Roos is dus grappig, messcherp, niet bang en een begenadigd interviewer met een paar aardige imitaties. Dat maakt hem – minimaal – goed voor een ochtendshow op de radio, een dagelijkse TV-talkshow in de lijn van Jimmy Fallon en elke week een interview bij RTL Boulevard over het geheim van zijn succes. Maar Jan weigert nog geen hoofdrollen in topfilms, maar laat zich dagelijks naar Kim Holland sturen die weer iets ordinairs heeft bedacht. Natuurlijk had Jan allang zijn eigen decor, drie gasten per dag en een jingle moeten hebben. Hij en niemand anders is immers de enige echte opvolger van Robert Jensen in zijn goede radiotijd, maar Jan maakt morgen grappen tegen demonstrerende gekkies of opblaaspoppenbeursfetisjisten.
Dat lot heeft niets met gebrek aan ambities te maken – Jan wil niets liever dan zijn eigen neonletters – maar het komt doordat Jan zijn meningen overal filterloos rondstrooit. Gordon is een cokesnuiver, Maxim Hartman talentloos, Mark Rutte homo, de koran staat vol met gewelddadige teksten, kunstenaars in zijn eigen Bergen zijn allemaal luie subsidietrekkers en zo heeft hij er nog wel duizenden paraat. Jan is een ongeleid projectiel met heel veel – soms vermakelijke, soms te gezochte – rechtse meningen. Omroepbazen zijn daar een beetje bang voor en dat is even begrijpelijk als jammer (voor Jan). Ze weten immers nog niet dat die herrie, het feit dat iedereen iets van hem vindt en andersom, ook verfrissend kan zijn. Ze snappen niet dat feelgood-mannen als Matthijs en Humberto heel veel ruimte open laten.
Roos heeft dus een probleem; hij wil heel graag een eigen talkshow (check hoe geconcentreerd hij onlangs bij Jeroen Pauw zat), maar de enige plek waar hij terechtkan is bij zijn eigen omroep. En natuurlijk hadden de mannen van PowNed zijn kwaliteiten allang op waarde moeten schatten, bijvoorbeeld door hem een zomerse talkshow te geven, maar misschien willen ze niet dat hij té populair wordt? Want Jan is er toch later bijgekomen?
Zijn fans moeten erop vertrouwen dat die aangehaalde omroepbazen kunnen rekenen. Dan zouden ze begrijpen dat Roos een potentiële fanbase van een miljoen mensen heeft. Dat is die club VI-kijkers, Geenstijl-lezers en voormalig Robert Jensen fans die in de avonduren verveeld naar Humberto staren en Pauw veel te grachtengordelish vinden. Dus kom op Marco Louwerens (RTL7), Carter Duong (Veronica) of Bert Huisjes (WNL): bel Jan voor een talkshow en je hebt er een miljoen kijkers bij!