Het belang van inburgering is te groot voor electorale D66-praat

26-01-2017 14:41

Wat een deprimerend geklets van de heer Van Meenen (D66), dat moedeloze cynisme van hem over cultuuroverdracht in de participatieverklaring. Minister Asscher doet juist iets nieuws en moedigs: met de participatieverklaring vraagt hij van nieuwkomers om een relatie met Nederland aan te gaan die verder gaat dan een praktisch verband, die verder gaat dan onderwijs en inkomen.

Vrijheid

Asscher vraagt van nieuwkomers om onze cultuur te leren kennen, om met ons een emotionele relatie aan te gaan. Hij vraagt van de nieuwkomers om onze vrijheid waar zij voor naar Nederland zijn gekomen hier ook echt onder de huid te krijgen, zo diep dat zij begrijpen dat je de vrijheid die je krijgt bij ons, ook aan anderen hoort te gunnen. Het is belangrijk is dat dit van twee kanten komt. Dat wij de nieuwkomers horen te introduceren bij de organisaties die staan voor deze vrijheden, zoals het COC, het Anne Frankhuis, maar ook de Rutgerstichting of de gemeenteraden. De minister laat zien dat hij de nieuwkomers zo’n  participatietraject wil aanbieden.

Van Meenen vermoedt PVV-invloeden. Hij heeft de klok horen luiden, maar weet niet waar de klepel hangt. Ja, de huidige inburgeringswet is ontstaan in het vorige kabinet van VVD, CDA en gedoogd door de PVV. Gedoogd door de PVV, dat is precies het verschil. Dat is wat de PVV doet, iets roepen, gedogen en dan niets. Maar wie is aan het werk gegaan met deze ongewenste erfenis? Raad eens welke bestuurder het geduld en volharding opbrengt om orde te scheppen in de chaotische kaalslag, om te werken met wat er is, om continuïteit te leveren, dus om van die wet zo goed en zo kwaad als mogelijk is het beste te maken? Juist.

Budget voor begeleiding verdriedubbeld

Minister  Asscher heeft er terecht niet voor gekozen om een hele wet weg te werpen ten gunste van een nieuwe stelselwijziging. Hij heeft ervoor gekozen gebruik te maken van wat er is, al die taalscholen die docenten hebben aangetrokken, klassen ingericht, vluchtelingen opgeleid. Hij kijkt wat er mankeert aan de uitvoering die nu na drie jaar in volle gang is. Hij zoekt manieren om te voorkomen dat cursisten het eerste jaar op hun handen zitten in AZC’s, te wachten op een woning, zoals zo vaak  is  voorgekomen onder auspiciën van D66-wethouder Kukenheim in Amsterdam. En wég was het eerste van drie jaar onderwijs.

Deze inburgeringsplichtigen moesten linksom of rechtsom toch taalles krijgen. En ze hadden veel meer begeleiding nodig om de juiste school en de juiste financiering te vinden. Dus is Asscher – tegen de wind in – gaan praten met de gemeenten. Hij heeft voor elkaar gekregen dat het budget voor begeleiding bijna is verdriedubbeld, van 1000 naar 2700 euro per inburgeraar. En daarnaast hebben gemeenten ook de regie  gekregen en krijgen ze informatie over nieuwkomers in hun gemeente. Dat beleid is heel vers, en moet zijn uitwerking nog krijgen.

Het stopt niet met de participatieverklaring, daar begint het juist mee

Kamerleden als Van Meenen zouden beter moeten weten. Die horen net als ik de taalscholen te bezoeken en goed te luisteren. De wet die we straks behandelen is een enorme verbetering vergeleken met een jaar of zes geleden, toen ik nog stadsdeelvoorzitter was in Amsterdam. Wat een geworstel was dat met de gemeentelijke taalaanbieders! Hoe vaak heb ik nieuwkomers niet aangespoord om naar taalcursussen van de gemeente te gaan, waar ze vervolgens in eindeloos lange wachtrijen belandden. Wat fijn dat die situatie voorbij is.

De participatieverklaring kan je niet reduceren tot ‘het ondertekenen van een stuk papier’, zoals Van Meenen roept. Dat is naïeve, electorale praat die niet past bij het enorme belang van inburgering. De participatieverklaring is veel meer: de verklaring gaat gepaard taalles vanaf dag één, met intensieve begeleiding, een verdriedubbeling van het budget, een strengere inspectie op beunhazen in de grote hoeveelheid aanbieders van inburgeringscursussen, en – en dat weet de heer Van Meenen dondersgoed– een grotere rol voor gemeenten.

Uit dit hele traject halen mensen uiteindelijk de kracht en de energie om nieuwsgierig te zijn, om te leren, om zich onze taal eigen te maken. Het stopt niet met de participatieverklaring. Daar begint het juist mee.