Terwijl in eigen land de formatie de 100-dagen grens is gepasseerd en aan haar derde informateur toe is, draait de wereld op hoog tempo door. Niet in de laatste plaats in Europa. Premier May zet drie weken na de voor haar dramatisch verlopen verkiezingen een nieuwe regering op het bordes door voor 1 miljard pond gedoogsteun van de ultra-conservatieve DUP in Noord-Ierland te kopen. Belangrijkste taak van de nieuwe regering is om het zwalkende Koninkrijk uit de EU te loodsen.
De Brexit kent uitsluitend verliezers. Recente cijfers tonen aan dat de economische groei in het ooit zo grote Brittannië de nullijn nadert. De inflatie schiet omhoog en het vertrouwen van de consument is na 8 juni bijna even laag als na het referendum. Maar ook Nederland mag een ‘Brexit loser’ genoemd worden. Allicht pakt de Amsterdamse Zuidas financieel een graantje mee als de Londense City zou leeglopen, maar politiek-strategisch gezien raakt ons land een medestander van gewicht kwijt. Voor de Nederlandse positie dreigt een isolement. De vrije markt voorop, strikte begrotingsdiscipline en ‘Brussel’ niet als doel op zich maar als nuttig instrument daar waar grensoverschrijdende samenwerking meerwaarde biedt; met de Brexit en de ‘revival’ van de Duits-Franse as, komt deze liberale, pragmatische koers onder druk te staan.
Dit vraagt om een heroriëntatie van de Nederlandse diplomatie. Hoe en met wie kunnen wij onze visie op Europa zo goed mogelijk realiseren? De verkiezing van ‘vernieuwer’ Macron tot president van het vastgeroeste Frankrijk biedt hoop. Bovendien blijkt Macron het goed te kunnen vinden met Merkel. Dit geeft perspectief voor een krachtige(r) EU die naar regie (Berlijn en Parijs) snakt. Maar hervormingen doen pijn, vergen draagvlak en lange adem. De vraag is of Macron ook bij tegenwind het roer recht weet te houden. Parijs wil, mede namens heel Zuid-Europa, tijd kopen om de grote tekorten te reduceren. Dit staat haaks op de ‘austerity’ doctrine in Noord-Europa en vormt een ´test case’ voor de prille bilaterale liefde alsmede het macro-economische beleid van de Unie. Nog belangrijker zijn de Duitse verkiezingen in september. De nauwe banden tussen Berlijn en Den Haag hebben ons de afgelopen jaren geen windeieren gelegd. Mede met oog op die ‘hardheid’ van de euro lijkt een nieuwe Merkel-termijn dan ook een Nederlands belang.
Daar weet informateur Gerrit Zalm alles van. Maar successen in het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Die vraagt om een meer hybride strategie waarbij ‘oude’ samenwerking zoals de Benelux nieuw leven wordt ingeblazen, de lijnen met M&M grondig worden onderhouden en tegelijkertijd wordt geïnvesteerd in nieuwe netwerken zoals de Visegrad landen en de Baltische staten. Demissionair premier Rutte is hier al druk doende mee maar is tijdelijk beperkt in zijn handelingsvrijheid. Eurocommissaris Frans Timmermans zei vorige week bij de NOS: “Juist nu kunnen we invloed uitoefenen“. Het is daarom van groot belang dat ons land spoedig een missionair kabinet krijgt met een visie op de toekomst van de EU en onze plaats daarbinnen.
Europa lijkt ver weg aan de Haagse onderhandelingstafels. Daar gaat het over voltooid leven, koopzondagen en donorregistratie. De enige die het ‘EU’ in de mond nam was informateur Tjeenk Willink die Europa ‘gebruikte’ om de partijen tot urgentie te manen: “Nederland moet zijn rol in de EU definiëren, anders maken Merkel en Macron de dienst uit”. Bijkomende uitdaging is dat de inzichten over Europa bij het formerende kwartet ver uit elkaar liggen. Zo is de ChristenUnie uiterst kritisch over ‘Brussel’ terwijl D66 gerust eurofiel genoemd mag worden. Daar dienen de heren onder leiding van ‘il Duro’ dan maar snel overheen te stappen. De PvdA formeert niet mee, maar Tjeenk Willink en Timmermans hebben groot gelijk: het is hoog tijd voor Eurovisie!