De verkiezingen op Curacao op 28 april hebben dezelfde soort reacties opgeleverd als die in Nederland in maart. In Nederland was iedereen bang dat de PVV de grootste partij zou worden en toen dat niet het geval bleek, had Geert Wilders ‘verloren’.
In Nederland was iedereen bang dat de partij (MFK) van de corrupte Gerrit Schotte zou winnen en toen dat niet het geval was iedereen blij: Schotte had verloren. In werkelijkheid won de partij van Schotte 1 zetel en kwam op 5 zetels in het 21 zetels tellende parlement van Curacao. De socialistische MAN won ook een zetel en kreeg er ook vijf. De liberale PAR won twee zetels en kreeg er zes. Man en PAR zijn ‘relatief ‘schone’ partijen schreef NRC Handelsblad en die vormen nu samen de meerderheid. Dat is waar en die twee partijen zullen ook wel een regering gaan vormen. Maar omdat die meerderheid erg krap is (11 van de 21) zal men er vast een derde partij bij willen hebben. Dat wordt waarschijnlijk de PIN van mevrouw Suzy Römer die zich afgesplitst heeft van de PNP, de erfopvolger van de NVP, die ooit gevormd was naar het evenbeeld van de KVP.
Mevrouw Römer heeft een lange staat van dienst in de Curaçaose politiek. En ze heeft een man die Carl Camelia heet en die een al even lange staat van dienst in het onderwijs heeft. Jarenlang leidde hij aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA) een soort Business School, die weliswaar geheel zelfstandig en ondoorzichtig opereerde maar toch onder de UNA viel. De meeste docenten lieten zich twee keer betalen: één keer als docent van de UNA met een vast contract en een tweede keer voor hun lessen die ze aan de Business School van Camelia gaven. Een toko in een toko werd dat genoemd. Camelia had dat van de Rotterdamse Business School afgekeken, die vroeger net zo functioneerde, behalve dan dat de meeste docenten aan de Business School van Camelia niet gepromoveerd waren.
In 2008 greep de toenmalige rector van de UNA, Jeanne de Bruijn in. Het bedrijf van Carl Camelia (Curises) mocht de UNA niet meer gebruiken als dekmantel voor zijn eigen toko. Camelia richtte met een aantal oud docenten van de UNA (waaronder een Nederlander die bij ENNIA op staande voet was ontslagen) een nieuwe Universiteit op: Inter-Continental University of the Caribbean (ICUC). Met veel overheidsgeld vervolgde Camelia zijn ondoorzichtige verdienmodel, totdat hij door zijn voormalige bondgenoten in 2113 op staande voet werd ontslagen.
Geen nood: Carl Camelia bedacht dat er op Curaçao grote behoefte was aan een Politieacademie. Toen zijn vrouw Suzy nog niet zolang minister was, ging zij samen met Carl praten met de Politieacademie in Apeldoorn. En Camelia kreeg van zijn vrouw (dat wil zeggen van de Curaçaose belastingbetaler) 2 miljoen Antilliaanse guldens om een haalbaarheidsonderzoek te doen naar een Curaçaose Politieacademie. Voor het rapport gebruikte hij briefpapier van de Inter-Continental University of the Carribean, waar hij kort tevoren ontslagen was. Zijn oud-collega’s waren daar niet blij mee.
Nu vraagt Camelia 5,6 miljoen om een Bachelor voor de Politie op te zetten. De Curaçaose journalist Dick Drayer schrift hierover:
“Hij deed eerst zelf onderzoek naar de wenselijkheid van zo’n opleiding en mag nu zijn eigen aanbevelingen ook nog eens zelf uitvoeren. Er zou haast zijn. De Nederlandse Politie Academie zou het anders overnemen.”
Een week voor de verkiezingen riep Camelia politie agenten op om zich in te schrijven voor de nieuwe Bachelor waarvoor het geld nog niet gevoteerd is. Dat kon tot aan de verkiezingen gratis. Nummer drie op de lijst van de partij van zijn vrouw (PIN: goeie naam trouwens!) is het hoofd van Camelia’s Politie Academie i.o.
Als Suzy Römer opnieuw in de regering komt, krijgt Curaçao dus een nieuwe Politieacademie. Of de politie agenten daar wat mee opschieten is de vraag. Maar de man van Suzy Römer heeft dan weer wat om handen.
Het doet mij allemaal erg denken aan de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur, die in 1989 werd opgericht door de bestuurskundigen Prof. dr. Roel in ´t Veld (PvdA) en Prof. dr. Uri Rosenthal (VVD). Deze Nederlandse Camelia’s hadden bedacht dat er wel behoefte bestond aan een opleiding voor ambtenaren en Tweede Kamerleden die een bestuurlijke positie ambieerden. Die opleiding van In ’t Veld en Rosenthal kostte weliswaar 20.000 gulden, maar daarmee was je bestuurlijke kostje gekocht. Het geld voor de opleiding werd voor de ambtenaren betaald door het ministerie waar zij werkzaam waren.
In ´t Veld en Rosenthal kregen daarnaast nog een groot bedrag van het Ministerie van Onderwijs (waar In ’t Veld Secretaris Generaal was geweest). Zij schreven namelijk hun deeltijdsstudenten in als voltijdsstudenten. Dat was weliswaar frauduleus, maar het werd jarenlang niet opgemerkt.
Als Nederland vergaat, verhuis ik naar Curaçao, want daar gebeurt alles dertig jaar later.