“Nee Vlinder, geen koprol doen – dat vindt mama niet leuk. Nee, dit is een glijbaan Vlinder, dus zo werkt het niet. Eerst zitten. Ga eens zitten? Houd wel de stang eerst vast hé, en zitten. Zo. Nu kun je naar beneden glijden. Een-twee-drie. Nou. Jeej dat was leuk he?”. Beteuterd kijkt Vlinder naar haar moeder. Vlinder vindt haar moeder vreselijk stom. Ik ook. Want nee, natuurlijk was dat niet leuk. Mama zat ook al te zeuren toen de schommel te hoog ging, liep rood aan toen Vlinder in tegengestelde richting de glijbaan op klauterde en haar lippen transformeerden tot verbeten streep toen Vlinder haar bips losliet van de wip.
Wellicht geldt bovenstaande observatie alleen voor de grote steden, maar het blijft een spastisch gezicht. Netjes ingerichte speelruimtes, aparte designated areas waar kinderen dan kind mogen zijn. Uiteraard wel netjes binnen de lijntjes van het bestemmingsplan, voorzien van rubberen tegels en ten allen tijden onder ouderlijk toezicht. En wát voor toezicht: ouders zitten continu met hun pikneus boven op de lip van hun special little snowflakes. Want stel je voor dat Vlinder, Storm of Minze een bloedneus krijgt of (nog erger) iets breekt – wat een ontaarde ouder zou je dan zijn! Als een stel hyena’s zitten de jonge verantwoordelijke moeders bij de speeltuinen hun kroost te observeren en vooral te corrigeren. “Nee niet zo”, “Dat is te hoog”, “Kijk uit”, “ Ga eens netjes op het veldje met de bal”.
Kinderen krijgen steeds minder de ruimte om zelfstandig op ontdekking te gaan. Om zich de tering te vervelen. Om lekker te kloten. Fikkie stoken, hutten bouwen, bomen klimmen, zandkastelen bouwen, elkaar vervolgens bekogelen met dezelfde zandkasteel, mieren cremeren, oorlogje spelen, in sloten baggeren, kikkervisjes vangen of gewoon urenlang gebiologeerd met een stokkie ergens in poeren. Thuiskomen met schaafwonden op de knieën, een modderige snotneus en een zomervakantie-abonnementje op de EHBO-post omdat het klimrek, de boom of het muurtje toch iets hoger bleek dan gedacht. Helaas. De (geestelijke en fysieke) bewegingsvrijheid van kinderen staat ernstig onder druk. Binnen mogen ze al niet meer gamen “want dat is slecht voor je”, zodra ze het internet opgaan slingert papa de spyware aan, en zodra ze de poorten van de gouden kooi verlaten worden ze direct gevolgd door twee ouderlijke cipiers.
Kinderen lijken zelfs geheel uit het straatbeeld te verdwijnen. Groepjes kinderen van onder de twaalf die samen door de straten struinen, op fietsen en skateboards over de stoep scheuren? Kinderen van onder de tien jaar die met een briefje in de handen en een klein portemonneetje om een boodschap worden gestuurd? Kinderen die zelf de bus of trein pakken naar het zwembad? Een zeldzaamheid. Overal waar je kinderen ziet, zie je die vreselijke ouders erbij. Van die zelfbenoemde “hippe ondernemende sushi-etende wereldverkennende carriere mamma’s”. Ouders die opgevoed zijn door de babyboom-generatie, en al veertig jaar horen hoe speciaal ze zijn. Hoe zij “het verschil gaan maken”. Uiteraard is dit geen van allen gelukt, dus moet Vlinder maar de eerste vrouwelijke secretaris generaal van de VN worden. Dat wordt je niet door rond te kloten, dus hup: chiazaad, snoeptomaatjes en biologische bietensap #meenaarschool. Lekker gezond. Lekker veilig. Lekker gezellig con-ti-nu “leuke leerzame dingen doen” met papa en mama. Vooral nooit oog-in-oog komen met een vieze man die vraagt of je een snoepje wilt. Vooral nooit op je bek gaan vanaf een klimrek. En daarmee nooit leren om je knietjes af te stoffen, neus af te vegen, van je af te bijten en weer door te gaan.
Papa’s en mama’s van nu: get over yourselves. Het control-freaken uit existentiële angst, daar bestaat tegenwoordig therapie voor. Het is oneerlijk om jouw notie van succes te halen uit een hysterisch perfecte opvoeding van je kinderen, puur omdat je bandje nooit is doorgebroken, je zelf nooit kunstenares in Parijs of succesvol NGO-meisje bent geworden. Je bent een ouder, en zou wijzer moeten zijn dan schoolplein-mechanismes zoals irrationele peer pressure en het pathetisch vliegen afvangen over “goed ouderschap”. Door continu in de nek van je kinderen te hijgen, en hun bewegingsvrijheid te beperken – beperk je ook hun geestelijke ontwikkeling. Dromen en fantasieën worden effectief in de kiem gesmoord en hiermee creëer je een generatie die kampt met extreme faalangst, en niet buiten de lijntjes durft te denken of te doen. Een ding is zeker: het verschil maken zullen deze weekdiertjes zeker niet.
Dus hup: weg met die dikke plofkop tussen die speelapparaten, daar is het veel te warm voor. Geef je kind een euro’tje, laat het een ijsje halen en neem zelf ook wat lekkers.