Donderdag presenteerde het Amsterdamse college in een dikke bundel zijn voorjaarsnota, met daarin een vervelende boodschap voor flink wat Amsterdammers. Dit college zet rigoureus het mes in de steun voor talloze belangrijke organisaties die samen – in de zorg, het onderwijs of de armoedebestrijding – de dragende samenleving vormen. Van de Daklozenopvang tot aan Artis, van de OBA tot aan Circus Elleboog en van de straatcoaches tot aan de Schuldhulpverlening. De lijst is eindeloos, de verklaring ver te zoeken. Omdat elke financiële noodzaak voor deze bezuiniging ontbreekt, kan dit alleen maar worden gezien als een verdere neo-liberalisering van Amsterdam.
Even een stapje terug. Bij het aantreden van dit college een jaar terug, kondigde zij al haar voornemen aan om te bezuinigen op subsidies. Een jaar later zien we hoe dat ook daadwerkelijk vorm begint te krijgen. Eerder publiceerde het Parool al een shortlist aan mogelijk te bezuinigen subsidies, deze donderdag werd een definitieve lijst gepubliceerd als onderdeel van de zogeheten Voorjaarsnota. De totale bezuinigingen lopen op tot 25 miljoen.
Wat hierbij belangrijk is om te weten: er is geen financiële reden tot bezuiniging. De afgelopen jaren is er door het vorige college al 340 miljoen bezuinigd, onder andere door de gemeentelijke organisatie efficiënter te laten werken. Het resultaat is dat de gemeente Amsterdam in financieel gezonde staat verkeert. Bovendien, vorig jaar vond dit college ook de ruimte om 30 miljoen uit te trekken voor een paar tientjes lastenverlichting op ondernemers en de afvalstoffenheffing. Kortom, financieel gezien is er geen reden tot bezuinigen.
In het coalitieakkoord van dit college zien we een summiere toelichting op het voornemen. ‘Subsidies zijn een middel, geen doel’, aldus het akkoord. ‘Daar gaan we op bezuinigen’. Die uitspraak lijkt te impliceren dat het college meent dat veel bestaande subsidies alleen worden verstrekt om het subsidie verstrekken, in plaats van dat dat geld naar organisaties gaat die een belangrijke bijdrage aan de Amsterdamse samenleving leveren. Dat verklaart in ieder geval wel hoe zij naar bovengenoemde organisaties kijken. Of naar het creatieve jongerencentrum Nowhere, waar talenten ontplooien, Mocca, dat een belangrijke bijdrage aan cultuuronderwijs levert, of de hele keten ten behoeve van de zwerfjongeren, die ook allen op de lijst staan.
Daar houdt het overigens nog niet bij op. Onderdeel van de lijst is ook een opdracht aan de stadsdelen om 7,5 miljoen te bezuinigen op subsidies. Daarmee zijn flink wat pijnlijke keuzes op dit moment nog onduidelijk. Subsidies die stadsdelen verstrekken komen vaak uit het sociale domein; denk aan buurtrestaurants voor eenzame ouderen, of de voedselbank. Wij houden ons hart vast wat er nog te wachten staat.
De bezuiniging op de talloze Amsterdamse organisaties is een politieke keuze. Die keuze wordt gemaakt omdat dit college deze organisaties niet van waarde acht, of omdat het gewoon snijdt in subsidies om het snijden in subsidies. Laat ons dan hier stellen: snijden in subsidies is een middel, geen doel. Het enige doel is het welzijn van de Amsterdammers en dat raakt op deze manier in het gedrang.