Achttien jaar geleden was ik de vriendin van Willem-Alexander. We hadden het leuk samen, al moest zijn moeder niets van me weten. Misschien was het ook niet zo handig dat ik een omstandig gesprek met haar over kunst begon (maar daar hield ze toch van?) en verhaalde over een beeld van Niki de Saint Phalle dat in Parijs staat en waar je als bezoeker zelf naar binnen kunt. “Via de vagina!”.
Al gauw stonden Lex en ik prominent in de Telegraaf. Weekblad Privé wijdde twee pagina’s aan me met bloemrijke omschrijvingen als “het meisje dat haar puppyvet nog niet helemaal kwijt is, oogt in de verte een beetje als een piepjonge Beatrix.”
Nee, dat wil je niet als je begin twintig bent. Ook zit je niet direct te wachten op flitslichten, camera’s, roddelkoningen en persconferenties.
Normale mensen tenminste niet. Uit de wandelgangen heb ik begrepen dat dat nu juist wel de ultieme droom van Maxima was. Zij wilde niets liever dan trouwen met een prins en had een duidelijke missie: koningin worden.
Zij zit dan ook morgen op die troon en niet ik.
Het heeft niet lang geduurd, de relatie tussen mij en de prins. Uiteindelijk joeg opa Bernhard me het paleis uit door me eerst een glas water in het gezicht te gooien, daarna een oorvijg te geven en me tenslotte bij mijn “bijdehante borstjes” te grijpen.
Ik toerde nog een jaar door Nederland, als Emily in het toneelstuk Emily, of het geheim van huis Ten Bosch. Daarna was het voorbij. Ik ontmoette in de cameraman die het toneelstuk voor de VARA filmde de liefde van mijn leven. Exit koningshuis. Exit prinsessendroom. Gelukkig maar, want eerlijk gezegd kostte het me knap veel moeite om verliefd op te kijken tegen die stijve, blonde hark.
Maar de laatste weken kijk ik anders. Uit voornoemde wandelgangen heb ik vernomen dat hij veel intelligenter en geestiger is dan hij lijkt en zij stukken minder spontaancharmant dan ze op tv doet overkomen.
We zien ze momenteel dagelijks, deze mensen, geen hond in Nederland wordt meer gefilmd en gefotografeerd dan zij, en toch kennen we ze niet. Niet eens een beetje. Het lijkt mij de grootst mogelijke droefenis: iedereen bekijkt je maar niemand ziet je echt.
Hij kan dat niet helpen, maar zij koos ervoor en wilde niets liever. We mogen dankbaar zijn dat dat zo is (voor je het weet zit je met een bleke pastelgeklede poederdoos als de Belgische Mathilde opgescheept), maar onbegrijpelijk blijft het als je haar in totale devotie naast haar man tijdens een tv-interview volgzaam ziet knikken. Maar het is geen volgzaamheid die knikt, het is keiharde ambitie.
Niets is wat het lijkt. Zij is niet alleen een lieftallig Zuid-Amerikaans mopje en hij geen domme dikkerd. Sterker nog, hij blijkt een eigenwijze postpuber die zijn moeder weliswaar de hemel in prijst maar ook een venijnig hakje zet door Koningsdag perse op zijn eigen verjaardag te vieren en niet op de dertigste. “Nee mama, zelluf doen!”.
Ik mag die Willie wel. Achteraf gezien heeft het mij dan ook behaagd ooit zijn meisje te mogen zijn. Maar wat ben ik blij dat ik de dans ontsprongen ben. Max, he’s all yours.
Meer DNP-columns & columnisten? Neem een abonnement!