De afdelingen Bijzonder Beheer bij banken staan in de belangstelling. Deze speciale afdelingen behandelen de moeilijke gevallen van banken; bedrijven die bijvoorbeeld structureel verlies lijden en daardoor niet meer aan hun aflosverplichtingen op een lening kunnen voldoen. Met hulp van Bijzonder Beheer moeten deze bedrijven er met extra aandacht en coaching weer bovenop komen. Dat klinkt sympathiek, maar de vraag is of dit ook de realiteit is.
Er zijn veel klachten van ondernemers die menen dat Bijzonder Beheer hen er niet bovenop, maar juist naar een faillissement helpt. Zo is bekend dat bedrijven bij Bijzonder Beheer te maken kunnen krijgen met onder meer een hogere rente, verplichtingen om extra af te lossen, hoge kosten voor accountantsrapporten of hertaxaties, executieverkopen en bijvoorbeeld het stilleggen van de rekening. Boze stemmen wijzen dan al snel naar de strengere regels voor de bankbalansen, en suggereren dat banken het MKB dat het lastig heeft gebruikt om de balans op te schonen. Banken ontkennen met het argument dat het ook niet in hun belang is als een klant die zij een lening hebben verstrekt failliet gaat. Dat lijkt een valide punt, hoewel er ook verhalen bekend zijn van banken die grote bedragen afschrijven van rekeningen van hun klanten, waarna een ondernemer insolvabel wordt en failliet gaat. Is de afdeling bijzonder beheer nu een intensive care of een martelkamer, zo vroeg FD-journalist Job Woudt zich af.
In deze economisch moeilijke tijden heeft naar sommige schattingen 20 procent van de ondernemers te maken met bijzonder beheer. In sommige sectoren, zoals de glastuinbouw, gaat dit naar verluidt richting 50 procent. Juist uit deze sector komen veel klachten binnen over Bijzonder Beheer. Veel MKB’ers in bijzonder beheer zitten opgescheept met rentederivaten, een product waarvan het onduidelijk is of deze wel aan het verkocht hadden mogen worden. Zij dachten met een swap een vaste rente te krijgen, maar de bank bleek forse opslagen in rekening te kunnen brengen.
Theoretisch kunnen MKB’ers zich wenden tot het klachtenloket van KIFID voor een laagdrempelige oplossing, maar de kleine lettertjes van het KIFID reglement sluiten heel veel gedupeerden buiten. (zie ook mijn blog).
Om deze reden heeft het CDA al een tijd bijzondere aandacht voor Bijzonder Beheer. Al op 7 april 2014 stelde Eddy van Hijum schriftelijke vragen over deze kwestie, naar aanleiding van berichten in de media en een enkele klacht die rechtstreeks bij het CDA was binnengekomen. In zijn antwoorden, gaf de minister van Financiën aan dat hij geen aanleiding zag tot nadere maatregelen of een AFM-onderzoek. Het probleem werd feitelijk ontkend. Na deze vragen en de aandacht hiervoor, stroomde de mailbox vol met verhalen van ondernemers. Ondernemers durven vaak niet in het openbaar te spreken over hun ervaringen, omdat ze nog een financiële relatie met hun bank hebben die ze niet helemaal op het spel willen zetten. De bank heeft immers echt alle machtsmiddelen in handen.
We hoorden schrijnende verhalen aan de telefoon. Het beeld over Bijzonder Beheer is divers, maar wel zodanig zorgelijk dat het in augustus 2014 aanleiding was voor het CDA om een hoorzitting over dit onderwerp in de Tweede Kamer aan te vragen. Na een aanvankelijke ontkenning, vond eind 2014 een meerderheid van de Tweede Kamer het gelukkig ook tijd voor een hoorzitting, die is nu gepland op 16 april 2015.
Al deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat het CDA ervaringen en klachten van bedrijven en hun ondernemers centraal wil verzamelen. Ondernemers kunnen per direct hun verhalen sturen naar [email protected]. De ervaringen zullen geanonimiseerd worden gebundeld en aangeboden aan de AFM én de bankensector, zodat zij een goed beeld hebben van wat er speelt bij ondernemers. Het CDA hoopt dat de ervaringen bijdragen aan de problematiek die veel MKB’ers momenteel met banken ervaren, zodat zowel banken, de minister van Financiën, als de Tweede Kamer de juiste maatregelen kunnen treffen. Concreet wil het CDA het volgende:
Ervaringen en klachten van ondernemers verzamelen
– Juist ook anoniem, veel ondernemers durven niet openlijk aan de bel te trekken omdat ze nog een financiële relatie hebben met hun bank. Op aandringen van het CDA is er op 16 april een hoorzitting over Bijzonder Beheer, om van verschillende deskundigen hun ervaringen te horen.
Een uitgebreid onderzoek naar hoe Bijzonder Beheer in Nederland opereert, zoals ook in het Verenigd Koninkrijk is gebeurd
– De AFM doet momenteel, na aandringen van het CDA in de Tweede Kamer, een verkennend onderzoek naar bijzonder beheer bij banken en komt begin april met het resultaat naar buiten. Het CDA zal dan waarschijnlijk pleiten voor een uitgebreid onderzoek zoals dat ook in het Verenigd Koninkrijk gebeurde. In het VK werd geconcludeerd dat de afdelingen bijzonder beheer niet zelden ook gezonde bedrijven naar de rand van faillissement duwen. Onduidelijk is hoe dit in Nederland is, daarom wil het CDA een uitgebreid onderzoek zodat de onderste steen boven komt.
De goeden van de kwaden onderscheiden: Bijzonder Beheer moet zijn waarvoor het bedoeld is
– Het CDA benadrukt dat afdelingen Bijzonder Beheer soms hard nodig zijn om bedrijven er weer bovenop te helpen. Het CDA hoort ook positieve verhalen. Het is dus ook helemaal niet de bedoeling om alle afdelingen in een kwaad daglicht te stellen. Juist daarom wil het CDA ervaringen verzamelen van ondernemers en ook een uitgebreid onderzoek, zodat duidelijk wordt waar de problemen zitten en waar niet zodat er opgetreden kan worden waar nodig.
– Afdelingen Bijzonder Beheer moeten als doel hebben om ondernemers er weer bovenop te helpen, en niet als laatste toegangspoort voor faillissement. Het kan niet zo zijn dat banken door de strengere regels vanuit Europa in Nederland zo snel mogelijk van hun klanten proberen af te komen die het enigszins moeilijk hebben. Daar is de afdeling niet voor bedoeld.
Voorkomen dat ondernemers met allerlei eenzijdig opgelegde financiële maatregelen komen te zitten
– Er zijn ervaringen bekend van bedrijven in Bijzonder Beheer, waar zomaar tienduizenden euro’s wordt afgeschreven door de bank, zonder dat de ondernemer hier toestemming voor heeft gegeven. Ook het opeens verplicht extra moeten aflossen van een lening is soms disproportioneel. Het zijn dit soort ervaringen die ondernemers zwaar treffen. Ze proberen hun hoofd boven water te houden en doen alles om hun bedrijf te redden, het kan dan niet zo zijn dat banken eenzijdig grote maatregelen nemen. Ondernemers verliezen zo hun vertrouwen in hun bank, waar ze vaak juist al jaren een goede relatie mee hebben.
Dat banken maatregelen nemen. En als dat niet gebeurd moet de politiek ingrijpen
– Vaak zijn de problemen bij Bijzonder Beheer van dien aard, dat wat simpele veranderingen bij banken al veel kunnen betekenen voor de ondernemer. Vaak moet de communicatie beter, en moeten banken zich beter inleven in hoe de ondernemer dingen ziet. De bankier moet weer naast de ondernemer staan.
– Het CDA vindt dat banken een zorgplicht moeten hebben voor kleine ondernemers. Dit betekent dat banken ZZP’ers en kleine ondernemers goed moeten informeren en er niet vanuit kunnen gaan dat iedereen ingewikkelde financiële producten begrijpt. Dit geldt momenteel alleen voor particulieren, maar wat het CDA betreft wordt dit uitgebreid. Dit voorkomt dat deze ondernemers in de problemen komen met producten als rentederivaten en hierdoor weer bij Bijzonder Beheer terecht komen.
– En zoals gezegd wil het CDA een uitgebreid onderzoek van de AFM, waar dan ook aanbevelingen voor banken en politiek uit komen.
Al deze maatregelen moeten er voor zorgen dat er een eind komt aan de onduidelijkheid over de afdelingen Bijzonder Beheer, zodat ondernemers en banken weer een normale verstandhouding kunnen krijgen en het vertrouwen in het bankwezen bij de getroffen ondernemers weer kan herstellen.