De nieuwsberichten over Faris K. volgen elkaar snel op. Een precaire kwestie voor de Nationale Politie (NP) en politiek. Geert Wilders voelt zich niet meer veilig nu blijkt dat er beveiligers in zijn omgeving informatie over hun werk hebben gelekt of worden verdacht van andere criminele activiteiten. Beveiliger Faris, die via zijn advocaat Plasman liet weten dat hij een politieman in hart en nieren is, werd aangehouden omdat hij informatie over zijn werk bij de Dienst Bewaken en Beveiligen (DBB) zou hebben gelekt naar een criminele Marokkaanse organisatie. Hij kwam alweer snel op vrije voeten. De rechter-commissaris concludeerde dat de verdachte geen informatie zou hebben gelekt naar een criminele organisatie, maar dat hij wel wordt verdacht informatie te hebben gelekt in de privésfeer.
Faris heeft dus ‘slechts’ informatie over zijn werk gedeeld in de privésfeer. In de berichten wordt niet gemeld wat met privésfeer wordt bedoeld en wat voor informatie hij zou hebben gedeeld. Ook niet op welke manier en waar hij dat zou hebben gedaan. Was dat bij hem thuis, in een kroeg of op een feest? Het kan gaan om een relatie, om familie en of vrienden en bekenden. Binnen die sfeer kunnen zich net zo goed mensen bevinden die slechte bedoelingen hebben. Of niet soms? Waarom zou het OM juist nu dit soort berichten doorgeven? Is het om Geert Wilders gerust te stellen? Of om te voorkomen dat de zaak escaleert? Er werd immers gesproken over een Marokkaanse Nederlander en een Marokkaans Nederlandse criminele organisatie. In relatie tot Wilders en de PVV een extra gevoelig punt, natuurlijk. Of is er wellicht sprake van het een of andere complot tegen Wilders om hem tijdens de campagne van straat te houden?
Ik weet het niet, maar op sociale media wordt er lustig op los gespeculeerd. Premier Rutte, minister van Veiligheid en Justitie Klaas Blok en politiechef Erik Akerboom proberen intussen vooral Wilders gerust te stellen door te zeggen dat hij geen gevaar heeft gelopen door dit lek. Ook dat zou een strategie kunnen zijn om de boel op straat niet te laten ontploffen. Het ligt wel allemaal zwaar op hun maag. Er lopen nog zaken rond ‘mollen’, elke zaak wordt onder het vergrootglas gelegd. Er wordt opnieuw heel gemakkelijk geroepen dat het bij de politie één grote bende is.
Faris K. zorgt voor een groot onbehagen onder politiemensen. Gevoelige informatie over beveiliging van personen deel je alleen met je collega’s die daarover gaan en met niemand anders. Ook niet in de privésfeer. Juist daar loop je risico aangezien je nooit weet wat de ontvanger van de informatie er verder mee doet. De zaak wordt nog gevoeliger omdat Faris K. al eerder voorwaardelijk werd veroordeeld wegens het schenden van zijn ambtsgeheim. Nog erger is dat de politie die zaak tijdens de screening niet heeft beoordeeld als een gevaar voor de staatsveiligheid.
Natuurlijk hoeft het schenden van je ambtsgeheim niet direct een bedreiging voor de staat te zijn, maar het simpelweg schenden van je ambtsgeheim zou altijd moeten leiden tot disciplinaire maatregelen en/of vervolging. Om te suggereren dat het in de privésfeer lekken van informatie minder erg zou zijn dan aan georganiseerde criminelen, getuigt van grote naïviteit. Het zal zeker niet de bedoeling zijn. Mogelijk heeft het te maken met een doorgeschoten collegialiteit, de alledaagse werkelijkheid waar geen consequenties worden verbonden aan disfunctioneren of waar cynisme openlijk mag bestaan. Michiel Princen, auteur van het boek De gekooide recherche omschreef dit als de ongeschreven regels binnen de familie.
Naïviteit kan ook de NP worden verweten. Zeker als de NP afziet van de reguliere huisbezoeken aan sollicitanten vanwege de belachelijke reden dat er teveel kilometers voor moeten worden afgelegd. Een huisbezoek is van cruciaal belang als je iets meer zicht wil krijgen op de loyaliteit en integriteit van een kandidaat politieagent. Details in huis of het gedrag van de sollicitant, diens directe omgeving en huisgenoten, kunnen aanleiding zijn om de sollicitatie extra kritisch te beoordelen.
Uiteindelijk start hier wel of niet een politieloopbaan. In de loop van een carrière kan er natuurlijk altijd iets veranderen in een mensenleven, juist dan is het zaak om alert te zijn. Aan politiewerk zitten hoge risico’s verbonden, zowel voor de persoon, als voor collega’s en de organisatie, maar zeker ook voor de samenleving. Deze risico’s zijn met name in de speciale onderdelen, zoals de DBB. Je moet nu eenmaal honderd procent op elkaar kunnen vertrouwen.
Laten we hopen dat de rotte appels tijdig uit de mand worden gehaald. In elk geval voordat er een levensgevaarlijk incident als gevolg van een lek of andere vorm van corruptie plaatsvindt. Want dan weet je bij voorbaat al dat er opnieuw een schimmenspel zal worden opgevoerd door de politiek en dat de politietop laat weten geschokt te zijn en dat het een slag in het gezicht van alle hardwerkende politieagenten is. Het volk zal nog meer worden aangemoedigd om complottheorieën te bedenken.
Het wordt tijd dat de rust weerkeert binnen politieland. Dat de lekkages worden gedicht en er een afdoende screening plaatsvindt, niet alleen bij de eerste sollicitatie, maar ook een aantal keren gedurende de loopbaan. Helaas betekent dat niet dat er af en toe toch weer een rotte appel in de mand worden ontdekt. Dat is nu eenmaal van alle tijden.