Op de GCCS-top, de Global Conference on Cyberspace, worden weinig of geen concrete resultaten verwacht. Dat maakt de top deze dagen in Den Haag niet zinloos. De grootste winst zit er bij dit soort bijeenkomsten in het groeiend besef dat ons online bestaan onlosmakelijk verbonden is met ons fysieke leven. De grote thema’s op de conferentie zijn een vrij en onbelemmerd internet en een veilig internet. Dat laatste is volgens Minister van Veiligheid en Justitie, Ard van der Steur, een voorwaarde om vrijheden te waarborgen.
Op zich heeft hij daar een punt, want in een digitale wereld moet je wel op de systemen kunnen vertrouwen. Precies om die reden schreef ik recentelijk een informatieve thriller, de Rode Hack, om uit te leggen dat geld nagenoeg niet meer contant bestaat maar vooral digitaal. Een aanval schaadt meteen en bedreigt met een beetje pech bijvoorbeeld ons financiële systeem.
Maar digitalisering gaat sneller dan de beveiliging ervan. Dat komt onder andere door de slechte kwaliteit van software, het onvoldoende handhaven op de bescherming van persoonsgegevens, een parlement dat in een eigen onderzoek concludeert dat ICT ze weinig kan schelen en een gebrek aan visie.
Op de conferentie is er eindelijk de broodnodige aandacht. Een belangrijk thema is het bewaken van een vrij en open internet. Daar zijn belangen tegengesteld. Landen als China, Rusland, Hongarije of India kijken heel anders naar dat vraagstuk dan Nederland. Denk bijvoorbeeld aan het filteren van inhoud.
Nog ingewikkelder wordt het bij ongeremde monitoring op internet. De operaties van de NSA zijn er evident op gericht om alles en iedereen in de gaten te houden. Uit eigen ervaring is mij heel duidelijk dat je je anders gedraagt, wanneer je weet dat alles in de gaten wordt gehouden. Hoe moet je onder die omstandigheden op één lijn komen met de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk om een vrije cyberspace te garanderen?
Een open internet staat of valt met de technologieën die we gebruiken. Daar zien we overheden die de energie richten op het kapotmaken van technische systemen of het deelnemen aan commissies om standaarden te maken met één doel: de beveiliging te verzwakken.
Tijdens de persconferentie van de GCCS wees Van der Steur erop dat internet zonder wetgeving en handhaving slechts anarchie is. Dat is zo, maar internet komt wel uit die anarchie voort. Het is grenzeloos en daarom kun je niet alles regelen. Sterker nog: dat wil je niet om de simpele reden dat je dan ook innovatie in de kiem smoort.
Internet kent geen landsgrenzen en moet je niet alles regelen. Met sommige landen worden wij het nooit eens. Het is dus zoeken naar die thema’s waar je wel iets kunt doen. Dat kan bijvoorbeeld zitten in de beveiliging van systemen, de aanpak van verschillende vormen van misbruik en het beschermen van de basale vrijheden.
De vraag is of de bezoekers van de GCCS het open internet als vertrekpunt nemen. Want met een doorslaande controledrift is er van vrijheid geen sprake meer.