Beste meneer Timmermans,
Ik kreeg gisteren op social media een interessante vraag over u.
“Als Kajsa Ollongren de Joseph Goebbels van onze tijd is, wie is Frans Timmermans dan?”
Ik heb er een hekel aan om me er bij zo’n filosofische vraag over de slechtheidsgraad van onze hedendaagse politici met een Jantje van Leiden van af te maken.
Het moet kloppen, als je met een naam komt.
Ik bedoel: stel dat ik zou zeggen: ‘Adolf Hitler!’
Schildert u in uw vrije tijd tamelijk onverdienstelijk landschappen? Leidt u pratende honden op om in de toekomstige concentratiekampen het werk van de bewakers over te nemen? Spekt u met de miljoenen die u jaarlijks van Henry Ford krijgt uw persoonlijke bankrekening? Bent u dol op jonge vrouwen?
Vierwerf ‘neen’!
U prutst in uw vrije tijd wat op uw laptop. U gelooft meer in het opleiden van wolven in schaapskleren dan van pratende honden. U kent helemaal geen Henry Ford. U houdt meer van oude mannen dan van jonge vrouwen.
Dus die vergelijking zou bespottelijk zijn.
En zo kunnen we een heel stel van die types aflopen die de vórige poging ondernamen om een Groot Europeesch Rijk te stichten. En telkens zal dan blijken: nee, deze vergelijking gaat niet op.
Er wás in de jaren ’30 en ’40 van de vorige eeuw gewoon niemand zoals Frans Timmermans.
Ik denk dat het anders ligt.
Ik denk dat er halverwege de vólgende eeuw ergens in de provincie Nederland of een van de buurprovincies iemand, een ongekozene, komt bovendrijven die net zo’n intens slecht mens is als u. Net zo’n glibberige gluiperd. Net zo’n megalomane onderkruiper.
En dat er ergens in een ondergronds verschijnend krantje iemand dan zal schrijven: “Recep Hüppeldüpüp is de Frans Timmermans van onze tijd”.
En dat de kinderen die op dat moment toevallig op hun van federatiewege verplichte driedaagse schoolreis zijn naar het pand van de Europese Commissie in Brussel uit een daar gesitueerde graftombe iemand zachtjes horen huilen.
Van geluk.
U.
Groet,
JanD