Mevrouw Ollongren,
Ik kan het interview alweer uittekenen.
“Dus de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD)…”
“Ja.”
“…vindt dat bij de samenwerking van de AIVD met buitenlandse diensten de privacy beter moet worden gewaarborgd?”
“Ja.”
“De AIVD werkt steeds intensiever samen met buitenlandse diensten om informatie te krijgen over vermeende jihadisten…”
“Ja.”
“…en er zijn bij de CTIVD twijfels over de bescherming van grondrechten…”
“Ja.”
“…en over de effectiviteit van het toezicht…”
“Ja.”
“…en de dynamiek van de samenwerking kan een zwaardere inmenging in de privacy tot gevolg hebben.”
“Ja.”
“De CTIVD constateert dat er geen risicoweging wordt gemaakt voorafgaand aan de samenwerking met buitenlandse diensten…”
“Ja.”
“…en de betrouwbaarheid van de gegevens die de AIVD verstrekt, wordt niet geduid.”
“Ja en ik heb alle conclusies van de CTIVD overgenomen en…”
“En u wist dit al zes weken.”
“Ja.”
“En u brengt het pas een week ná het referendum over de Sleepwet naar buiten.”
“Ja.”
“En u weet dat juist de uitwisseling van gegevens met buitenlandse diensten een van de grootste kritiekpunten…”
“Ja.”
“…was op de Sleepwet.”
“Ja.”
“En dat de informatie uit het rapport van de CTIVD dus relevant was voor Nederlandse kiezers die bij het referendum twijfelden tussen…”
“Ja.”
“…voor of tegen.”
“Ja.”
“En u snapt dat de tegenstanders van uw haat aan de burger in het algemeen…”
“Ja.”
“…en het referendum over de Sleepwet in het bijzonder…”
“Ja.”
“…dit zien als de zoveelste bevestiging dat politici een stel…”
“Ja.”
“…onbetrouwbare honden zijn.”
“Ja.”
“En dat u zo langzamerhand de verpersoonlijking van…”
“Ja.”
“…het kwaad bent. Zes weken, mevrouw Ollongren. Zés weken!”
“Ja.”
“En het dan een week ná het referendum pas naar buiten brengen.”
“Ja.”
“Het achterhouden van relevante…”
“Ja.”
“…informatie. Er zijn Tweede Kamers geweest die ministers voor minder naar huis stuurden.”
“Ja. Ik zei u net al dat het kabinet de conclusies van de CTIVD overneemt. We gaan ons best doen om met andere landen afspraken te maken over zorgvuldigheid en rechtsbescherming, dus het plebs moet niet zeuren.”
En wég bent u.
Onderweg naar buiten komt u Thierry Baudet en Alexander Pechtold tegen. Ze komen vrolijk lachend van de eerste vergadering van de opnieuw ingestelde Kunstcommissie van de Tweede Kamer, waarin ze beiden zijn benoemd. Thierry is opeens geen racist meer en valt de kinderen van Alexander niet meer lastig. En Alexander hoeft niet meer demonstratief geblockt te worden op Twitter omdat hij Thierry stelselmatig demoniseert. Voor de camera’s spelen ze cowboy en indiaantje, in de Kunstcommissie krabben ze elkaars zak.
Hoe zou het toch komen dat ik wel tien van deze briefjes per dag kan maken?
Groet,
JanD