Beste meneer Asscher,
Dat ik in de zesde klas van de lagere school een uur per week naar dominee Oskam moest luisteren, heeft één voordeel: ik ken mijn klassiekers.
Mattheüs 7, vers 3.
Ik moest daar gisteren aan denken toen ik u boos zag twitteren over uw DENK-collega Tunahan Kuzu.
Kuzu, een Nederturks stuk vullis dat zijn familie nog zou verraden in ruil voor een knuffel van dictator Erdogan, had vijf Nederturkse politici die de Armeense genocide erkenden (in tegenstelling tot de kabinetten Rutte 3 én -uw- Rutte 2) als kanonnenvoer afgeleverd bij Turkse media. En nu hun fractievoorzitters Dijkhoff, Klaver en Marijnissen daar hun walging over uitspraken, riep Kuzu die fractievoorzitters op ook alle bedreigingen die Kuzu zelf naar zijn hoofd kreeg te veroordelen.
Een gotspe natuurlijk.
Alleen: bent ú de persoon die er iets van moet zeggen?
Trok uw PvdA zich in Amsterdam onlangs niet pas na heel lang aandringen terug uit de organisatie van de fascistische anti-Annabel-betoging die op 18 maart plaatsheeft?
Werkt uw PvdA in Rotterdam niet samen met NIDA, de club die alle steun krijgt van de aan Erdogans AK-Partij gelieerde UETD, in een poging om Leefbaar Rotterdam een kopje kleiner te maken?
En ik kan ook maar moeilijk die foto uit 2012 vergeten als ik u uw verontwaardigingsriedeltje zie afsteken.
U weet wel, die foto waarop de nummer 27 op de kandidatenlijst van uw PvdA voor de Tweede Kamerverkiezingen, ene Tunahan Kuzu, zegt: “In Nederland zijn we niet meer te gast, maar de gastheer”.
Ik wil maar zeggen: dat Kuzu zijn zegenrijke werk voor dictator Erdogan in ons parlement kan doen, is uitsluitend aan uw PvdA te danken. De partij die die 23.067 voorkeurstemmen die hij kreeg belangrijker vond dan een goede screening op de vraag aan wélke Grondwet hij nou eigenlijk trouw zou beloven. En wat zijn ware plannen met Nederland waren.
Mattheüs 7, vers 3, meneer Asscher.
Kuzu is een wolf die zijn schaapskleren steeds vaker uittrekt.
Groet,
JanD