Mijn broer Jan komt niet graag bij u.
Hij houdt namelijk niet van verliezen en alle keren dat ie bij u moest verschijnen, ging ie er met boter en suiker in.
De eerste keer was in 1998 in zijn functie als chef van de sportredactie van het weekblad Panorama. Hij had in de aanloop naar het WK voetbal een interview gepubliceerd met een echt bestaande Ronald de Boer die niet dé Ronald de Boer was en die de toenmalige bondscoach Guus Hiddink volledig afbrandde. Ik geloof dat ze 5000 gulden moesten betalen voor deze ‘identiteitsdiefstal’, die ten doel had de losse verkoop van dat blaadje op te stuwen.
De tweede keer was in 2002, toen hij in zijn patserbak 140 reed op de Ketelbrug (waar 100 was toegestaan), hard moest remmen voor een oudere dame die op de linkerrijbaan bleef hangen terwijl hij dacht dat ze naar rechts zou gaan en hij haar bij het remmen zo dicht naderde dat de politie sprak van ‘kleven’. Dat kostte hem 750 euro boete en twee jaar proeftijd.
We spreken er in de familie nog schande van. Mijn broer Jan ook; maar om een andere reden dan wij.
Toch zou hij vandaag graag bij u in de zaal zitten. Namelijk als die jongelui van ‘Geen 4 mei voor mij’ hun kort geding voeren tegen de gemeente Amsterdam. Mijn broer Jan heeft altijd hartslag 60, behalve als hij echt boos is. En op mensen die de Nationale Dodenherdenking willen verstoren met geschreeuw is mijn broer Jan standaard boos. Als ik ‘m dan een beetje pest met “Iedereen heeft toch het recht om te demonstreren?” en “Dit is ook vrijheid van meningsuiting” – stellingen waar eerlijkheidshalve niets tegenin te brengen valt – dan zie ik die doorgaans guitige oogjes van mijn broer Jan terstond naar standje onweer schieten.
Ik weet ook dat ie zijn uiterste best doet om voor 6 juni weer terug in Nederland te zijn, omdat hij graag bij uw collega’s in Ljouwert in de zaal wil zitten. Daar staan provinciegenoten van ons terecht die november vorig jaar op de A7 bij De Jouwer voor een aantal bussen de weg blokkeerden. In deze bussen zaten harde werkers uit de Randstad die hun vrije zaterdag opofferden om in Dokkum te komen demonstreren tegen het racistische type ‘Zwarte Piet’. Mijn broer Jan zei laatst dat hij zijn vakantie er desnoods voor onderbrak om zijn solidariteit te betuigen. Toen ik hem daarmee complimenteerde omdat hij opkwam voor de zwakkeren, bleek hij juist achter die snelwegblokkeerders te staan! “Als agenten meer salaris willen voor het ontmoedigen van burgers die aangifte willen doen, mogen ze wél de snelweg blokkeren en Friezen die hun kinderen beschermen tegen dat Amsterdamse gajes zouden nu aangepakt moeten worden?”, riep ie meteen. “Om over die Turken in Rotterdam maar niet te spreken!” Kortom: als u op 6, 7 en 8 juni een klein kaal mannetje met een bril boos naar u ziet kijken: dat is nou mijn broer Jan.
Maar eerst vanmiddag dus de zaak van ‘Geen 4 mei voor mij’ tegen de gemeente Amsterdam.
Daar kan hij niet bij zijn.
Ik denk dat dat voor alle partijen het beste is.
In elk geval voor zijn hart.
Ik wens u ondertussen veel wijsheid.
Met de meeste hoogachting,
Kees Dijkgraaf
PS. Denkt u dat hij u vanwege zijn nieuwe hobby binnenkort wel weer ziet?