Oh jee, Pieter Broertjes heeft (weer eens) iets geks gezegd. Alleen dit keer is de ophef!!1!!1! groter omdat er binnen relatief korte tijd voor de tweede keer door een succesvolle sociaaldemocraat een link wordt gelegd tussen ISIS en Joden. Was het eerst PvdA-talent Yasmine Haifi die ISIS een zionistisch complot achtte, vandaag is het de Hilversumse burgemeester Broertjes die vertrekkende ISIS-sympathisanten vergelijkt met richting Israël vertrekkende Joden na de Tweede Wereldoorlog.
Vanwaar zo graag die link willen leggen tussen ISIS-strijders en Joden? Is de behoefte aan nuance dermate groot dat tegenover elke ISIS-sympathisant met een enkeltje Turkije een Jood moet staan? Wat hier feitelijk wordt gezegd, en voor een tweede keer wordt gepoogd, is om het “maar zij zijn net zo erg of misschien nog wel erger”-argument in te zetten waar deze totaal niet thuishoort. Een poging tot nuancering is het dus allerminst. Het enige effect wat hier wordt gesorteerd is het versterken van het “moslim vs. Joden”-beeld door Joden ergens bij te slepen waar zij niet thuishoren. Vanwaar deze neiging vanuit sociaaldemocratische kring om dit wel te doen?
Waarschijnlijk speelt hier de onbewuste, maar daarmee niet onschuldige, erfenis mee uit het socialistische gedachtegoed gebaseerd op klassenstrijd. Om te bepalen wat dit in hemelsnaam te maken heeft met een preoccupatie met Joden, is het goed te kijken naar de negatieve kantjes van de ideologische erfenis vanuit het socialisme. Een erfenis die overigens nog vaker en heviger tegen de plinten aanklotst binnen de radikaal antie-kapietalistiese Internationaal Sosjialistiese kringen. Socialisten houden namelijk niet zo van mensen geld. Helemaal niet als mensen dit zelf hebben verdiend en (nog erger) als het meer is dan zij zelf op de rekening hebben staan. In de 19e eeuw (en ook hiervoor) stonden ‘nare mensen met geld’ en ‘privaat bezit’ vaak synoniem voor Joden. Zowel antikapitalistische als antisemitische retoriek bedienden zich destijds van dezelfde argumenten. Hitler vroeg partijgenoten in de jaren ’20 hoe je als socialist zijnde nou in godsnaam geen antisemiet kon zijn. Dit was binnen socialistische kringen in Europa namelijk redelijk geaccepteerd. Karl Marx had het ook niet zo op Joden, wegens hun ‘lust voor geld’, zij werden immers gedreven door eigen belang en waren ‘asociaal’.
Inderdaad, dezelfde kritiek kun je vandaag een-op-een kopiëren naar discussies over ‘graaicultuur’ en ‘neo-liberalisme’.
Deze preoccupatie met privaat geld en banken (en in het verlengde daarvan: de mensen met het geld) creëert een soort sociaaldemocratische rechtvaardiging om te kiezen voor de underdog, en te pas en te onpas naar de rijkere aanstichters van het kwaad te wijzen. Dit maakt ISIS-sympathisanten underdogs van een systeem waarin Joden straffeloos kunnen afreizen naar Israël, ‘want dat is toch net zo goed een Heilige Oorlog?’. Hoe ridicuul deze argumentatie ook is, met het importeren van het Israël-Palestina conflict naar het Nederlandse politieke discours lijkt deze argumentatie prima te gedijen in socialistisch (en zo nu blijkt: ook sociaaldemocratisch) Nederland. Israël heeft namelijk geld, koopt daar stoer militair spul van en schiet vervolgens de Palestijnse burgers (lees: arme arbeidersklasse) omver. Dit gaat zelfs zo ver dat socialisten, net als vele moslimbroeders overigens, in het Israël-Palestina conflict een soort intrinsiek ideologische strijd zien, waarbij zij het natuurlijk opnemen voor de underdog: de door de harteloze kapitalisten overlopen slachtoffers. Het gevolg is dat deze mensen zionistische complottheorieën gaan twitteren en te pas en te onpas “ja maar Israël dan!?” roepen.
De opmerkingen van twee PvdA prominenten in zo een korte tijd zorgen voor een unheimisch gevoel. Net zoals het moeizaam afstand nemen van de SP bij het zien en horen van antisemitische leuzen op pro-Palestina demonstraties. Socialisten en sociaaldemocraten zouden er goed aan doen om eens ‘krities’ te kijken binnen de eigen gelederen, en zich af te vragen in hoeverre het apologisme richting aantoonbaar antisemitische trekjes binnen de ideologie nog van deze tijd is.