Een ‘bruikbare speler’. Kent u die term? Een bruikbare speler kent zijn beperkingen, voert zijn taken uit en steekt zijn kop niet boven het maaiveld uit. Aldus nationale knuffel babyboomer en azijnpisser Johan Derksen over een voetballer zonder exceptionele kwaliteiten. Mijn tere hartje steekt altijd een beetje als mensen slechts als ‘bruikbaar’ getypeerd worden, maar het is wel duidelijk: een waterdrager is geen Godenzoon.
Geen gekke dingen
Otman Bakkal is zo’n bruikbare speler. Functionele techniek, werklust en doet geen gekke dingen. Kelvin Leerdam trouwens ook. En Nelom, Mulder, Vlaar, Schaken. Je weet als coach of supporter wat je aan ze hebt. Het zijn waterdragers, ze lopen met hun man mee en spelen altijd goed in de discipline. Bonus: je hoeft niet de godganse dag twitteralerts te volgen om te kijken of ze nog iets outragous hebben getweet. Feyenoord heeft nogal wat bruikbare spelers, en hoewel Het Legioen wel degelijk een zwak heeft voor sierlijke solisten (Kalou, Van Persie) en vedetten (Guidetti, Van Hooijdonk), houdt de spreekwoordelijke havenarbeider uit Roffa ook echt van zijn werkpaarden.
In ‘de provincie’ heeft men ook een stal werkpaarden, gewaardeerd en soms zelfs vereerd. Jan van Dijk, Barry Opdam of Berry van Aerle zullen buiten Groningen, Alkmaar en Eindhoven weinig harten sneller doen kloppen, maar daarbinnen wordt hun naam met eer uitgesproken. De zo kenmerkende spot van de stadionganger is bij hen altijd liefhebbend, nooit neerbuigend. Vergelijk dat even met de Amsterdamse prawn sandwich brigade. Waar men Ajacieden Godenzonen noemt en de superioriteit ongezien de wereld in tweet. Ajax heeft ook bruikbare voetballers (of wilde u Anita, Blind en Enoh anders typeren?), maar de waardering voor ze is in Amsterdam zo dun en vluchtig als een argument van Cruijff. Nee, de Arena juicht toch vooral voor Van Basten, Cruijff of Bergkamp. Zelfs een voetballer die bijdroeg aan grote successen en al een half leven lang bij de club werkt –Danny Scholletje Blind– wordt met gemak geminacht of gehaat. Wout Brama, Timothy Derijck en Dirk Marcellis kunnen beter in de provincie blijven voetballen.
Aversie en hoongelach
Het verklaart een beetje waarom men daar zo’n aversie heeft tegen Ajax. Willem Vissers schrijft in de Volkskrant zelfs: “De aversie tegen Ajax neemt toe, terwijl de lust om van Ajax te winnen groeit. Tot in elke uithoek van het land is hoongelach te horen.” De stadions in Utrecht, Groningen, Alkmaar en Eindhoven zouden net zo ontploffen als de Kuip deed na een overwinning op Ajax.
Weinig krachten zijn in de sport immers zo sterk als het gevoel van de underdog tegen de reus. De bruikbare speler tegen de Godenzoon. Veel supporters hunkeren ernaar hij die op hen lijkt te zien overwinnen. Johan Derksen heeft er zijn succes aan te danken.
Michiel Verkoulen weet nog als de dag van gisteren hoe de bruikbare Edward Linskens in zijn eentje het Ajax van Bergkamp en Van Gaal klein kreeg.
Foto CC: pupismyname