Vandaag interviewde ik een auteur van wie ik nog nooit gehoord had, maar die wel van haar schrijverij kan leven. Leuk voor haar. Vooral als ze zegt dat ze niet bij die ‘scene’ in 020 hoort die altijd maar over op feesten en partijen te zien is. Ze noemde de scene niet, maar ik vulde het even in: Kluun en co, de posse onder aanvoering van Saskia Noort. Ze grinnikte: “Maar ik kan me gewoon niet langer dan twee uur concentreren. En als ik schrijf doe ik dat niet langer dan 5 minuten. Dan moet ik weer iets anders doen.”
Ze vond mensen vermoeiend, zat graag op haar eilandje en in haar eentje wandelen met haar honden vond ze het allerfijnst. Onlangs was ze met Asperger gediagnosticeerd. “De draadjes in mijn hoofd zitten op een andere manier aan elkaar.” Ik vind het doodeng als mensen de zinnen uitspreken die ik voor mezelf gebruik. Tegelijkertijd ben ik dól op mensen die gediagnosticeerd zijn als gekkie. Ik voel me dan zó begrepen. Hoezo is het raar dat je niet langer dan twee uur onder de mensen kunt zijn? Wilt zijn? En wie heeft ons toch wijsgemaakt dat het buitenshuis beter toeven is dan in het sanctum sanctorum: je allereigenste huis?
Toen ik haar vertelde dat mijn vrienden eisten dat ik smoezen ging verzinnen in plaats van “ik heb geen zin” te zeggen voor een uitnodiging, moest de auteur weer lachen. Ja interviewen is een tweezijdig gesprek hoor, althans, de beste interviews zijn dat. Ik zoek naar de herkenning in mijn gesprekspartner, eigenlijk zoals ik dat in al mijn sociale contacten doe.
Tegelijkertijd snap ik iets niet zo goed, en ik vroeg haar dat ook: waarom toch die zoektocht naar een diagnose voor ‘niet normaal zijn’. Ik weet zeker dat een psycholoog die een beetje z’n best doet stickertjes op me plakt met termen als ADHD, ADD, depressiviteit en ook Asperger. En dat ie dat op iedereen plakt. Hij moet toch ook een rekening sturen? Bovendien vind ik mezelf niet gek, maar zijn al die anderen raar. Is dat gek? Wat heeft het jou gebracht, Brussen, dat je uitkomt voor je depressiviteit en dat de hele wereld het nu weet? Is je leven er makkelijker of moeilijker op geworden?
Aan mijn lijf geen diagnose. Ik weet wie ik ben. En ik zeg het luid en duidelijk: “I’m a gekkie and I’m proud of it.”
(Ja, Brussen, je wilde een niet politieke Brumar he? U vraagt, wij draaien.)