Het grootste buurland van ons Koninkrijk staat op instorten. Hoog tijd dat de Caribische eilanden zich wapenen tegen een toestroom van Venezolaanse migranten.
Vorige week zagen we op televisie het hartverscheurende verhaal van een Venezolaanse vader die met tranen in zijn ogen vertelde hoe hij zijn kinderen niet meer kon voeden. Zijn verhaal is helaas niet uniek. Het is een enorme puinhoop in Venezuela. Aan alles is een tekort in het land: voedsel, water, stroom en ook basismedicijnen als aspirines zijn nauwelijks te krijgen. Telefoneren is bemoeilijkt door het platgaan van de grootste binnenlandse netwerken. In de chaos floreert zware criminaliteit.
Steun voor Maduro brokkelt snel af. Hij verloor al parlementsverkiezingen. En waar in december nog op 22% van de bevolking positief was over de president, is dit inmiddels teruggezakt naar 15 procent. Bijna driekwart van de Venezolanen wil dat hij direct aftreedt en wil dat afdwingen met een referendum. Maduro reageerde zoals we de socialistische leiders in Venezuela kennen: met de noodtoestand, arrestaties van oppositieleiders en grof geweld door ordetroepen.
In Nederland halen deze gebeurtenissen tot nu toe maar mondjesmaat het nieuws, maar de gevolgen zijn al langer merkbaar in het Caribisch deel van ons Koninkrijk. Het is maar een klein stukje – een kleine 30 kilometer – vanaf Venezuela naar de eilanden. Mike Franco, voorzitter van het parlement van Curaçao, vertelde dat hij twee geslaagde pogingen kent van mensen die de oversteek via de Caribische Zee al zwemmend wisten te volbrengen. Met bootjes gaat het nog veel gemakkelijker. Veel illegalen maken de oversteek dan ook door aan boord te gaan van kleine bootjes van Venezolaanse fruithandelaren.
Dat er inmiddels al sprake is van een flinke toename van illegale Venezolaanse migranten, die vooral richting Aruba en Curaçao komen en daar blijven hangen, is dan ook vrijwel zeker. Het probleem is echter dat dit niet officieel is vast te stellen, omdat zij onzichtbaar zijn voor de autoriteiten – die op hun beurt geen cijfers delen.
Wat er gebeurt als Venezuela werkelijk implodeert moge duidelijk zijn: de buurlanden Brazilië, Guyana en Colombia zullen hun grens met Venezuela gesloten houden en dus is de kans levensgroot dat veel Venezolanen zullen proberen naar de eilanden te vluchten. Daar waarschuwde de burgemeester van de Venezolaanse stad Chacao vorige week nog voor. Dat is een waarschuwing die Nederland en de autonome landen van het Koninkrijk serieus moeten nemen. De eilanden, en met name Curaçao, zijn namelijk helemaal niet voorbereid op de komst van grote aantallen vluchtelingen – en die aantallen zijn gezien de bevolkingsomvang van Venezuela (30 miljoen) en bijvoorbeeld Curaçao (150.000) al snel te groot. De praktijk toont aan dat staand migratiebeleid en asielwetgeving tekortschiet.
Neem het geval van de Syrische vluchteling Aktham Abu Fakher. Hij meldde zich in januari keurig bij de immigratiedienst van Curaçao, nadat hij voor 1000 euro door mensensmokkelaars vanuit Venezuela werd opgepikt en op het strand van Willemstad werd afgezet. Enigszins overrompeld schreven ambtenaren zijn naam op, waarmee hij officieel de enige geregistreerde asielzoeker op het eiland werd. Maar Fakher werd niet naar het voor deze gevallen ingerichte opvangcentrum gestuurd. In plaats daarvan werd hij door de wanhopige autoriteiten vastgezet in de gevangenis. Curaçao weet zich duidelijk geen raad met vluchtelingen. En dit was er nog maar één, die bovendien de beleefdheid had om zich te melden.
Het zal niet bij een enkele goedbedoelende asielzoeker blijven. Illegale migratie vindt al plaats en het is een achilleshiel in onze rijksgrenzen; een Caribische route du soleil die wagenwijd openstaat. Het is op de eilanden een publiek geheim dat er Venezolanen zijn die zich simpelweg niet melden bij de immigratiedienst, onder de radar blijven of verdwijnen, en voor wie een vliegtuig naar de eilanden gelijkstaat aan een visumvrij enkeltje Caribisch gebied.
En geef ze eens ongelijk: de situatie in Venezuela is steeds schrijnender en een bootje is zo genomen. Daar komt bij dat de omstandigheden relatief aantrekkelijk zijn. Je komt de eilanden makkelijk binnen en een open uitnodiging werd in feite al verstuurd toen de Arubaanse premier zei dat zijn land vluchtelingen “tolerant en gastvrij” zal ontvangen. PvdA-Kamerlid Roelof van Laar deed daar recent nog een schepje bovenop toen hij stelde dat het terugsturen van vluchtelingen uit Venezuela “inhumaan” zou zijn.
Nederland kan deze situatie niet blijven negeren, en de Caribische landen evenmin. Zeker aangezien de eilanden makkelijk als springplank naar Nederland kunnen worden gebruikt, doet Nederland er goed aan de eilanden te dwingen tot het nemen van preventieve maatregelen. Een tweede migratiefront kan ons Koninkrijk simpelweg niet aan. Laten we daarom dit keer op tijd zijn en het naïeve ‘wir schaffen das‘ verruilen voor adequate grensbewaking en wetgeving en zo nodig afspraken met andere landen in de Caribische regio. Want nu zijn we nog net op tijd.