Het is pauze op het schoolplein. De jongens van het gymnasium staan in een groepje bijeen, handen in de zakken. Ze dragen bijna allemaal een bril en hebben de toekomstige uitstraling van onze laatste roergangers. Ze bespreken wie het periodiek systeem uit zijn hoofd kent, of de val van Troje voorkomen had kunnen worden en of Einstein en kwantumfysica ooit met elkaar te verenigen zijn. Binnen hun eigen biotoopje redden deze nerds het prima.
De enige bedreiging is een lager cijfer dan verwacht, een uitgevallen cello les of een gekneusde vinger door het volleyballen. Ze hebben nooit ‘op straat gespeeld’ en begrijpen ook niets van de natuurwetten die de echte buitenwereld domineren. Deze bloem der natie gaat hoogstwaarschijnlijk in Leiden studeren, wordt Lid van een deftige vereniging met maatschappelijk gelijkgestemden. Ze worden advocaat, arts, wetenschapper en vestigen zich vervolgens met een bijpassende smurfin in Wassenaar, het Gooi of Oegstgeest. Afhankelijk van een meer uitdagende persoonlijkheidsstructuur, kiezen sommigen voor het bedrijfsleven of een bestuurlijke functie.
Ze krijgen hoe dan ook een goede baan met grote verantwoordelijkheden. Bedreigingen in deze volgende fase bestaan vaak uit een kind dat niet over het verwachte pianotalent beschikt, een tegenvallende vakantiebestemming, een uitgebluste relatie, een snufje overspel of iets moeilijks met een hypotheek. De meesten hebben het zo druk met het managen van al hun zelfopgelegde taken dat ze ’s avonds doodmoe in bed vallen en alleen nog maar denken: niet vergeten om morgen de glazenwasser te bellen.
Wat ze zouden móeten denken is: hoe voorkomen we dat we over vijf jaar allemaal onthoofd zijn omdat we democratische Christen- of Jodenhonden zijn in de ogen van soortgenoten die wél begrijpen hoe de (menselijke) natuur werkt. Een gezond reptielenbrein gemarineerd in testosteron versus een doorgeschoten cortex.
Nee, wat gaat Anne-Fleur over vijf jaar studeren, wie organiseert de Clubkampioenschappen, kunnen we dan eindelijk een huisje in Frankrijk financieren?
Brave burgers dus, uit het hogere sociaal economische segment, de mensen die aan het roer staan van ons land. Problemen worden opgelost door ‘verbindend communiceren’ veel vergaderen en het zorgvuldig rekening houden met de wederzijdse belangen. Iedereen bedoelt het goed en ‘het kwaad’ bestaat alleen in sprookjes of eventueel kanker als je dan een echte pechvogel blijkt te zijn.
Alle bedreigingen in de rest van de wereld zijn vooral virtueel. ‘Je hoeft er toch niet naar te kijken, er zit gewoon een knop op die TV hoor!’ Mocht het toch iets te dichtbij konen dan houden we zoveel herdenkingen dat we weer helemaal murw gebeukt zijn van alle emoties om vervolgens weer een emmer ijswater over ons hoofd te gooien. Of zoals schrijver Stefan Hertmans het fraai verwoordde: als de emotie eenmaal is losgemaakt van een haar legitimerend object wordt ze narcistisch en in essentie hysterisch.
Waar ik oprecht hysterisch van word is de gedachte dat mensen elkaar met zoveel gemak onthoofden op bestemmingen waar Transavia nog net niet een leuke zonbestemming van heeft gemaakt. Trouwens, je schijnt het in de keuken in Parijs ook te kunnen doen, een stad die vast minder wordt geterroriseerd door afvalscheiding.
‘Ja, maar dat zijn barbaarse uitwassen, zo’n vaart zal het allemaal niet lopen’, denken de brave bestuurders. Nee ze doen het gewoon voor de kijkcijfers want oh boy wat worden die filmpjes goed bekeken! John de Mol broedt inmiddels hard op een format dat ethisch nog net door de beugel kan.
Wij als Westerse Homo Consumens, snappen niet dat mensen met een sterke geloofsovertuiging ons willen ‘bekeren’, de wereld willen zuiveren en ons graag daarvoor willen uitroeien.
Ondertussen in huize Rutte: ‘Ach, Mark, heb je nog kaartjes kunnen regelen voor het Borodin kwartet in de kleine zaal? Fenomenaal zoals ze die late Beethovenkwartetten spelen!’ Mark antwoordt dat hij nu even geen tijd heeft. Hij heeft zijn oude geschiedenisboeken weer ter hand genomen en verdiept zich in de Val van Troje. ‘Interessant, fascinerend’ mompelt hij. ‘Gewoon mensen laten infiltreren door ze in een paard de stad binnen te loodsen, zodat ze vervolgens de stad kunnen innemen’. Ondertussen schreeuwt Cassandra haar keel al jaren schoor en wordt ze binnenkort onthoofd op de Dam omdat de natuur geen tegenspraak duldt.