Of het door typisch confessionele eigenschappen komt zoals het sterke protestantse besef dat wij allen zondaars zijn of de typisch rooms-katholieke boetvaardigheid: ik weet het niet. Maar het CDA roept in de oppositie altijd precies datgene wat we als verstandige kiezers van een politieke partij zouden willen horen. Om, zodra men weer plaats genomen heeft op het aangename pluche van de macht, de gedane uitspraken met jezuïtische berekening weer aan de laars te lappen.
Zo heeft het CDA op het congres van afgelopen zaterdag besloten om voortaan de lijsttrekker altijd door de leden te laten kiezen. Dermate ingenomen was men kennelijk met de keuze van allemansvriend Van Haersma Buma dat men ook in de toekomst vertrouwt op het kundige oordeel van het partijkader.
Bovendien verkleint dat natuurlijk het afbreukrisico voor het partijbestuur enorm: de volgende keer als een lijsttrekker huizenhoog verliest, kan de partijvoorzitter zoals Pontius Pilatus het hem of haar voordeed zijn handen in onschuld wassen: een Peter van Heeswijk kostte de val van premier Balkenende nog de kop, in juni 2010.
Sybrand van Haersma Buma ontvouwde overigens tevens de strategie waarmee hij denkt de partij uit het slop te kunnen trekken waarin zij sinds juni 2010 zit. Het radicale midden bleek kennelijk toch niet het punt te zijn waar men de meeste stemmen vergaart. Een staalkaart met zeven beginselen moet daarbij helpen. Zeven is een mooi, bijbels getal; op het partijbureau aan het Haagse Buitenom wenst men nu kennelijk niets meer aan het toeval over te laten.
Belangrijkste en tevens meest opvallende punt: minder overheidsbemoeienis! Toen ik enige jaren terug met wat geestverwanten van het CDA samenkwam in een poging om de Noordwijker wethouder Martijn Vroom op de stoel van partijvoorzitter te krijgen, werd ik onaangenaam verrast door de mededeling dat de partij het concept van het maatschappelijk middenveld inmiddels had laten varen. Dat was mij tijdens mijn bijna tienjarige verblijf in het buitenland dan ontgaan.
Nu omarmt men het weer, waarschijnlijk deels doordat het oprakende geld sowieso zal dwingen tot een terugtredende overheid, deels uit angst nog meer electoraal terrein te verliezen aan de PVV, die al jarenlang pleit voor een meer compacte overheid. Voor de inhoud vertrouwt men dus op een zigzagkoers. Tijd om even te kijken naar de personele bezetting van de partij.
De week begon met Peter Oskam, die de Griekse partydrug sisa verwarde met de waterpijp oftewel shisha. Gewezen op zijn vergissing trok hij niet snel het boetekleed aan, maar ging hij stug door met te waarschuwen voor de enorme maatschappelijke gevaren die er loeren bij het gebruik van een drug die hier te lande vrijwel totaal onbekend is.
Bram Wijbenga, het islamitische gemeenteraadslid uit Eindhoven, heeft weinig op met Turkse betogers die zich verzetten tegen de islamiseringsagenda van Recip Erdogan. Op Twitter moedigde hij laatstgenoemde dan ook aan om de demonstranten een paar flinke aaien over de bol te geven met de lange lat.
Uit de regio Eindhoven komt ook Jack le Doux, een medewerker bij het Steenkamp Instituut, dat de partij- interne opleidingen verzorgt. Toen het Helmondse CDA-bestuurslid Rando Quaaden zijn lidmaatschap opzegde uit walging over de affaire Thielemans, de wethouder die dozijnen taxiritten van en naar het café bij de gemeente declareerde, schoot dat Le Doux duchtig in het verkeerde keelgat. Le Doux beet iemand die begrip en waardering uitsprak voor Quaadens principiële houding op Facebook toe: “Je doet domme uitspraken. Ben je het ook?”
Dat zijn eigen commentaar bepaald geen parel van fatsoen en wijsheid was, mag bewezen worden verklaard uit het feit dat Le Doux weinig later zijn commentaar maar schielijk verwijderde. Quaaden zelf kreeg nog een trap na door hem op omineuze wijze mee te delen dat deze actie niet goed was voor zijn carrièreperspectief. Daar gaat het dus kennelijk om voor meneer Le Doux in de christendemocratie: baantjesjagen.
Als dàt soort mensen het Christen Democratisch Appèl er weer bovenop moet helpen, resteert nog maar één optie: bidden. Heel hard bidden.