Toen ik deze zomer een maand in China was, sprak ik in Shanghai een Canadese comedian. Hij verdiende zijn geld met stand-up shows, de meeste toeschouwers waren expats. Eén Chinees meisje was ook groot fan van, ze verstond nauwelijks Engels en ik kon me niet voorstellen dat ze veel van zijn grappen begreep. Toch ging ze bijna elke show kijken: ‘He so funny!‘
De comedian vertelde me dat zijn moeder wilde dat hij haar mee uit eten nam, toen hij even terug was in Canada. Ze wilde naar een plek waar een typische Chinese familie zou eten. Dat moest toch mogelijk zijn in Vancouver? De comedian lacht breed: ‘I took them to a KFC.‘
Ik vond in China vooral de rol van Starbucks fascinerend, een andere Amerikaanse horeca-gigant. Wie in Shanghai een Starbucks binnenloopt waant zich in een soort familiepretpark, vaak staan er rijen vanaf de ingang tot het loket waar de slappe koffie met een overdadige bak melk besteld kan worden. De airconditioning staat zo hoog dat je wilde dat je een dikke trui had meegenomen, maar buiten is het 39 graden. De muziek is westers en commercieel: Nora Jones, David Guatta, Usher.
Waar Nederlanders bij het uitkiezen van een horecagelegenheid esthetische argumenten mee laten tellen, geven Chinezen een stuk minder om sfeer zoals wij dat kennen. Airconditioning en gratis WiFi, dat zijn de belangrijkste eisen. De Amerikaanse ketens voldoen steevast aan die eisen, en het is bovendien goed voor je status om er gezien te worden.
In een Starbucks in Yanzhou zag ik een Barista met zijn vrienden praten, zijn vrienden waren onder de indruk van het T-shirt met het logo van Starbucks dat hij droeg. De Barista maakte een dirt-off-your-shoulder-move die we vooral kennen uit hiphopvideo’s om de coolheid van zijn shirt te onderstrepen.
Starbucks krijgt momenteel een berg kritiek in China. De prijzen van de Amerikaanse koffieketen zouden te hoog zijn, hoger zelfs dan de prijzen in Chicago en London. De door de regering beheerste Chinese media spreken er schande van. Volgens China Central Television (CCTV) zijn ook de marges op een verkochte kop koffie ook hoger in China. 36% in Azië tegen slechts 3% in Europa.
Waarom krijgt Starbucks er zo hard van lang via de staatsmedia? Vinden ze het werkelijk zo erg dat de Amerikaanse ketens zo populair zijn onder de hippe Chinezen? Waarschijnlijk niet. Apple overkwam hetzelfde in april van dit jaar. De Chinese regering was niet blij met de service van het bedrijf en begon een soort lastercampagne in de staatsmedia. Apple zou Chinezen discrimineren. Uiteindelijk bood Apple excuses aan en paste het garantietermijnen en het niveau van de klantenservice aan. 1-0 voor de Communistische Partij. En dat ziet het volk ook.
Je mag best kapitalistisch zijn, als je maar volgens de regels van De Partij speelt. Dat wil niet zeggen dat je niet heel veel geld mag verdienen, maar het land moet er wel van mee kunnen profiteren. Pak je te veel marge en ben je te succesvol – in 3 jaar tijd steeg het aantal Starbucks-winkels van 400 tot 1000 in China – dan krijg je een waarschuwing. Trek je je niets van die waarschuwing aan? Dan wordt de propagandamachine op je losgelaten. Slecht voor het bedrijf, goed voor het imago van de regering.
Toch is het de vraag hoe lang deze manier van kapitalistje spelen stand houdt. Op de Chinese versie van Twitter (Sina Weibo) is het onderwerp trending topic, maar de meeste gebruikers keren zich juist tegen de regering. De Partij doet alsof het opkomt voor haar volk door wederom een Amerikaans bedrijf aan te pakken en te roepen dat ze discrimineren, maar steeds minder Chinezen lijken daar nog in te trappen.
Laat ze zich met de belachelijke huizenprijzen of de gezondheidszorg bezighouden in plaats van met de prijs van een kop koffie, zo is de algemene tendens. Het feit dat wij die algemene tendens nu kennen maakt gelijk duidelijk waarom de Chinese regering niet zo’n fan is van sociale media.