Het bleek maandag dat de CIA de mogelijk Russische rol zal onderzoeken inzake Geen Peil. Hijgerige hashtags zoals #spygate vlogen in no time rond over Twitter. Columnist Bas Heijne noemde het mogelijk groter dan “lek Stiekem” en zelfs D66 vroeg (voor het onderzoek al is begonnen) om resultaten. Kortom: heel journalistiek en politiek Nederland waande zich eventjes een Tom Clancy-karakter. Helaas pindakaas, polderpikkies: het is allemaal wat minder spannend.
De ontstane ophef is weer zo een typische Nederlandse storm in een Haags glas water en (dat is nog het meest pijnlijke) legt tegelijkertijd de intens naïeve, geopolitieke Calimero-kijk bloot. Want wanneer is buitenlandpolitiek in Nederland een item? Niet wanneer wij zelf iets op poten zetten, of iets hebben bereikt. Laat staan over onze eigen rol binnen de NAVO, of over grote geopolitieke verschuivingen. In het verlengde hiervan verzuchtte een legerofficier onlangs (volledig terecht) aan ondergetekende dat het militair ingrijpen van China in Syrië vol-le-dig aan Nederland voorbij gegaan omdat wij te druk waren met “Geert Wilders die half Duckstad volgt”.
Geopolitiek nieuws is Holland op zijn smalst: hebben de Amerikanen ons al genoemd, hebben ze gebeld (of juist niet), weten ze de naam van onze premier of überhaupt dat Nederland niet de vorm van een laars heeft? Gevolg: als Washington Den Haag een blik waardig gunt, springen journalisten en politici er als blije puppy’s om heen. Volledig verblind door het “we zijn genoemd”-stijfje laat pers en politiek merken niet in staat te zijn het verschil te maken tussen nationale partijpolitiek en geopolitiek.
Want de CIA is potjandikkie in het léven geroepen om onderzoek te doen naar mogelijke anti-Amerikaanse invloeden of ontwikkelingen die het Amerikaanse belang in een bepaalde regio kunnen schaden. Het is nota bene het raison d’etre van inlichtingendiensten, en dergelijk onderzoek valt dus onder standaard protocol. Het feit dat het blijkbaar nieuws is dat de CIA zijn werk doet, en dat wij pas tot deze conclusie komen als wij zelf “genoemd” worden om vervolgens hysterisch te gaan zitten fangirlen, is lichtelijk zorgwekkend.
Nog zorgwekkender: dat nota bene GeenPeil wordt genoemd als mogelijk onder de Russische invloedssfeer en niet de ellenlange rij aan handjeklap-oligarchen-brievenbusfirma’s op de Snuifas. Want ja: ook in Amsterdam wordt er oligarchengeld witgewassen. Maar ook de Russische maffia (die op hun beurt weer nauwe banden onderhoudt met het establishment in Moskou) investeert al jaren samen met Chinese en Georgische bendes in Europese, en ja ook Nederlandse havens. Dit soort ontwikkelingen zijn zeker voor de Amerikanen interessant, aangezien zij met de War on Drugs erachter zijn gekomen dat geopolitieke verschuivingen niet alleen mede mogelijk worden gemaakt door regeringen, maar net zo hard door de partijen die deze regeringen omkopen. Sterker nog: Nederland zou dit ook moeten weten, gelet op de veelvuldige inzet van de Nederlandse marine in internationale anti-drugs operaties. Maar nee, waar komt de anonieme Amerikaanse official mee aankakken: met GeenPeil.
Fucking GeenPeil.
Denk maar niet dat GeenPeil naar voren is gekomen dankzij vooronderzoek door de Amerikanen: eerder uit een voorgesprek met de Nederlandse inlichtingendiensten, en feitelijk dus de regering. Het oriënterende “waar moeten we op letten, jongens”-gesprek, er van uitgaande dat bondgenoten prima weten wat er in eigen land speelt. GeenPeil naar voren brengen in dit (routine) onderzoek laat dus zien dat de Nederlandse regering ofwel geen idéé heeft wat Rusland in eigen achtertuin allemaal uitvreet, óf dat ze niet voorbij hun kleinzielige aversie tegen over een burgerinitiatief kunnen stappen. Zelfs niet als bondgenoot Amerika vraagt om hulp bij het in kaart brengen van anti-Amerikaanse invloeden.
Gelukkig zijn ze hier in Washington niet van gisteren. Nederland hangt al jaar en dag aan het bondgenoot-infuus en zal ongetwijfeld de benodigde data overhandigen, maar de Amerikanen zullen (terecht) de analyse lekker zelf doen. Ondergetekende zou er zelfs voor pleiten om de resultaten dicht tegen de Amerikaanse borst te houden: als een land niet in staat is te signaleren wat er voor zijn eigen neus afspeelt, dan zijn ze de analyse niet waard. Want naast de resultaten, rolt er ook een conclusie uit over bondgenoot Nederland: wanneer het gaat om inlichtingenanalyses zijn die Nederlanders kleinzielig of incompetent, of beiden. De fittie-tweets van SP en D66 Kamerleden vormden in ieder geval datapunten ter ondersteuning van de eerste hypothese.
En dan zijn er nog mensen in Den Haag die zich afvragen waarom we niet meer meetellen en als een verliefde puber naast de telefoon wachten.