Het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) is een in Den Haag gevestigde stichting die zich ten doel stelt om op te komen voor het recht op vrede en veiligheid voor Israël en het Joodse volk, waar ook ter wereld. Daarbij werpt het CIDI zich onder meer op als voorvechter van de bestrijding van antisemitisme in al zijn sinistere vormen, voorwaar een loffelijk streven. Wie de oprijlaan van zijn kapitale villa wenst te versperren met een smeedijzeren hek dat doet denken aan Duitse concentratiekampen, kan een geharnaste brief verwachten van de directie.
Men zou de mission statement van het CIDI kunnen omschrijven als het prediken van vrede, tolerantie, begrip en het bevorderen van vreedzame discussie en dialoog. Zo ver, zo goed.
Het CIDI is alert op uitingen van antisemitisme in alle hoeken en gaten van de samenleving, hetgeen uiteraard heel verstandig is, maar één beweging heeft wel de bijzondere aandacht van het documentatiecentrum gewekt: de Partij voor de Vrijheid. Toen bij een demonstratie in Den Haag in september 2013, die door de PVV was georganiseerd, een groepje mensen opdook dat getuige het vlagvertoon namens Voorpost aanwezig was, luidde het CIDI de noodklok.
De AIVD kwalificeert de vereniging Voorpost, die zich officieel ten doel stelt Vlaanderen met Nederland te herenigen in een Groot-Nederlands ideaal, als extreemrechts. De PVV moest publiekelijk afstand nemen van neonazistische elementen, zo stelde het CIDI de maandag na de demonstratie in reactie op de aanwezigheid van diverse extreemrechtse groepen en neonazi’s. “In een democratie moet ruimte zijn voor allerlei meningen, maar met de aanwezigheid van dit soort clubs kan volgens CIDI geen enkele partij gelukkig zijn”, stelde CIDI-directeur Esther Voet in een verklaring.
“Wij roepen de PVV op om duidelijk afstand te nemen van deze groepen die een abject gedachtegoed vertegenwoordigen.”
PVV-leider Geert Wilders, die doorgaans pro-Israël-standpunten inneemt, haastte zich vervolgens om tegenover het CIDI te verklaren alles te verwerpen ‘wat riekt naar nationaalsocialisme en extremisme’.
In de aanloop naar de Europese verkiezingen van 22 juni liet het CIDI zich opnieuw bepaald niet onbetuigd. Bij monde van directeur Voet hekelde de stichting de beoogde samenwerking van de PVV met het Franse Front National en de Oostenrijkse FPÖ, beide partijen die als extreem rechts en openlijk antisemitisch werden betiteld.
“Mensen, het is vijf voor twaalf!”, zei Pim Fortuyn in zijn inmiddels beroemd geworden flame speech, ruim tien jaar geleden, waarschuwend voor de latente gevaren van de oprukkende islam in Europa.
Na de viervoudige moordpartij in Toulouse van 2012 en de aanslag van vorige week zondag in Brussel die eveneens vier levens eiste, is de vaststelling gerechtvaardigd dat het inmiddels vijf óver twaalf is geworden. Om Joodse instellingen te bewaken tegen verdere aanslagen, roept de burgemeester van Antwerpen inmiddels zelfs de hulp van het leger in, dermate ver is de situatie in West-Europa al uit de hand gelopen. Plegers van beide aanslagen, zeker wat betreft die in Toulouse, hoogst vermoedelijk van die in Brussel: mannen van Noord-Afrikaanse herkomst, moslims.
Ook in Elsevier stond onlangs te lezen, dat het toenemende antisemitisme voornamelijk is toe te schrijven aan de massale immigratie: “Zeker in België en Nederland heeft de herleving van Jodenhaat een duidelijk aanwijsbare oorzaak: de massale immigratie. Het zijn vooral allochtone jongeren die openlijk de Holocaust goedkeuren en Joden belagen. Hun antisemitisme wordt versterkt door een afkeer van Israël en gelegitimeerd door het islamitische geloof. De Koran noemt Joden ‘apen en zwijnen’.”
De conclusie lijkt gerechtvaardigd, dat het CIDI zich bij de keuze van de zwaartepunten in de campagne tegen het antisemitisme ernstig heeft vergist: niet extreemrechts, maar de oprukkende islam is de hoofdoorzaak van de groei van de Jodenhaat in West-Europa.