‘Toon wat meer begrip voor het gedrag van kinderen’ luidde de kop van een ingezonden brief woensdag in de Telegraaf. Een zekere ‘Sanne’ had het filmpje gezien over een Amerikaanse restauranteigenaar die schreeuwde naar een 2-jarig kind dat al een tijdje aan het huilen was. Die besloot dat het genoeg was, sloeg haar handen op de toonbank en schreeuwde “Dit moet stoppen!”, wijzend naar het kleine meisje. Begrip voor een huilende baby? Nou nee mevrouw, ik heb geen enkel begrip voor het (wan)gedrag van kinderen. En dat zou u ook niet moeten hebben. Kinderen zijn namelijk in de basis narcistische haatdwergen: drammen, huilen en uiteindelijk schreeuwen zijn de instrumenten voor hun geheime agenda van angst en walging. Een kind dient vanaf de geboorte tot het zestiende jaar op generlei wijze serieus genomen te worden. Een kind is geen volwaardige gesprekspartner maar een zompige hoop klei die gevormd moet worden. Enfin, tijd voor een closeread van deze ingezonden brief.
“Zodra ik met mijn vriend en dochtertje van drie het vliegtuig instap, voel ik de blikken van onze medepassagiers. “Oh nee, een kind. Als die maar niet naast mij komt zitten! Die gaat natuurlijk de hele reis krijsen…”, hoor ik ze denken.”
En dat denken ze v-o-l-k-o-m-e-n terecht.
“Ietwat onzeker door deze vooroordelen neem ik plaats en hoop van harte dat mijn dochter rustig blijft.”
Vooroordelen? De realiteit, mevrouw!
“Als ze even later tijdens het opstijgen begint te huilen omdat haar oren pijn doen, voel ik me compleet opgelaten.”
I told you so.
“Ik zie de mensen om ons heen kijken. “Zie je nou wel, weer zo’n vervelend kind. En dat uitgerekend in míjn buurt!”
Exact dat dus.
“Maar, lieve medepassagiers, ik vind het ook niet leuk dat mijn dochter huilt en dat jullie daar last van hebben. Ik doe er werkelijk waar alles aan om haar stil te krijgen, maar ik heb het wondermiddel ook nog niet gevonden.”
Drogeren ligt in de rede.
“Door jullie vooroordelen vind ik het bijna vervelender voor mijn omgeving dat mijn dochter huilt, dan voor haarzelf.”
Het is dus geen vooroordeel maar louter kille analyse.
“Terwijl zíj degene is met een voor haar onverklaarbare pijn in haar oren.”
Zo gaat dat met vliegen. Een ingewikkeld verhaal met luchtdruk maar iedereen heeft er last van. Het is uw keuze de kleine daar aan bloot te stellen en van niemand anders.
“Ik voel me op zo’n moment een slechte moeder, want ik wil haar troosten, maar door jullie blikken reageer ik geïrriteerd.”
U stelt uw kind van drie dus bloot aan oorpijn door het mee te nemen in het vliegtuig. Dat zegt iets over uw moederschap en heeft niets te maken met onze blikken.
“Natuurlijk zou ik jullie vooroordelen naast me neer kunnen leggen, maar helaas is dat makkelijker gezegd dan gedaan.”
Nogmaals: louter kille analyse, mevrouw!
“Ook mijn dochter ligt wel eens tierend, zeurend en krijsend op de vloer van de supermarkt voor het schap vol lekkernijen.”
Zoiets vermoedde ik al.
“Vind ik dit leuk? Nee, natuurlijk niet!
Werkelijk niemand vindt dit leuk.
“Het liefst wil ik ook dat mijn dochter zich als een voorbeeldig kind gedraagt en niemand tot last is.”
Aha, ze zijn er dus wel: voorbeeldige kinderen! Dat is interessant want: waarom gedraagt dan juist dat kind van u zich niet voorbeeldig?
“Maar geloof me, soms kost het nou eenmaal wat tijd om een kind tot de orde te roepen en is de oplossing – het krijsend onder mijn arm mee naar buiten te sleuren – niet altijd zo simpel.”
Dat is juist heel simpel. Een kind van drie weegt gemiddeld rond de 15 kilo. Dat tilt u in een poep en een scheet naar buiten. U kunt het aldaar aanlijnen of in bewaring geven aan uw vriend, een familielid of vrienden.
“Sterker nog, dit verergert haar emoties alleen maar.”
Emoties? Driejarigen hebben geen emoties maar driften: eten, drinken, rellen en slapen.
“Achter het gedrag van kinderen zit altijd een emotie. Op het moment dat mijn dochter daar languit op de vloer ligt, gaat het echt niet alleen om het feit dat ze op dat moment niet krijgt wat ze wil. Ze is moe, heeft honger, verveelt zich of had een slechte dag op de crèche.”
Dat zei ik dus zojuist.
“Het is aan ouders om deze situatie voor te zijn. Maar helaas lukt dat, zelfs de beste ouders, niet altijd.”
Mijn ouders is het wel gelukt.
“Goed, ik begrijp de reactie van de restauranteigenaresse en ook de reactie van de moeder van het meisje. Haar moeder plaatste een nogal boos bericht op de Facebookpagina van het restaurant. De discussie over het feit dat de eigenaresse wel of niet het recht had om tegen het meisje te schreeuwen, kreeg heel wat aandacht. Nu ken ik de exacte situatie in het restaurant niet precies, maar wellicht had de eigenaresse het op een andere manier kunnen oplossen door de ouders bijvoorbeeld eerst aan te spreken op het gedrag van hun dochter.”
De eigenaresse had alle recht om naar de narcistische haatdwerg te schreeuwen. Het is háár restaurant en het zijn haar regels. Het is sowieso een wonder dat ze het gehuil eerst nog drie kwartier getolereerd heeft. Dat is het enige wat haar eventueel te verwijten valt.
“Moeder zijn is ontzettend leuk, maar ook zeker niet makkelijk. Er bestaat nou eenmaal geen perfecte handleiding ‘Zo moet je opvoeden’ omdat elk kind, elke ouder en elke situatie anders is.”
Uw verantwoordelijkheid. Niemand heeft u gedwongen moeder te worden, mag ik hopen.
“Juist daarom mag er wat mij betreft wel wat meer begrip getoond worden voor het gedrag van kinderen (en hun ouders).”
Nein, nein, nein! Dit is verantwoordelijkheid afschuiven. Uw problemen zijn niet mijn problemen en ik wil er van gevrijwaard blijven.
“Kinderen moeten nog van alles leren.”
Exact, het zijn dus zompige hompen klei. Zijn we het eindelijk eens.
“En ook ouders leren elke dag.”
Prima, maar laat mij er buiten.
“Trek niet te snel conclusies.”
There you go again, zei Ronald Reagan al.
“In de meeste gevallen vinden de ouders het ook echt niet leuk als hun kind in het openbaar ongewenst gedrag vertoont.”
Doe er dan wat aan. Zorg dat ze dat gedrag niet vertonen of houd ze uit de openbare ruimte.
“En als mijn dochter weer eens op de grond ligt te huilen omdat ze niet verder wil, denk er dan ook even aan dat ik haar ook liever blij huppelend aan mijn hand heb…”
Nee, geen haar op mijn hoofd. Natuurlijk, ik ben ook een knaap geweest die stampei maakte in de supermarkt, openbaar vervoer en in het restaurant. Maar dat is in al die drie gevallen maar één keer gebeurd. Waarom? Ik kreeg een stevige oorvijg, vervolgens een preek en moest daarna zonder eten naar bed. Stop met janken en stop het gejank van uw dochter. Zo moeilijk is het allemaal niet.